De Raad voor de rechtspraak vindt het verbieden en ontbinden van een politieke partij zo ingrijpend dat niet kan worden volstaan met toetsing door slechts één instantie. Dit biedt een politieke partij onvoldoende rechtsbescherming. Dat stelt de Raad in een op 28 augustus 2023 gepubliceerd wetgevingsadvies over het wetsvoorstel Wet op de politieke partijen.

Het wetsvoorstel bevat een mogelijkheid om een politieke partij te verbieden of te ontbinden via een procedure bij de Hoge Raad. Dit kan bijvoorbeeld als een partij een ernstige bedreiging vormt voor een of meer grondbeginselen van de democratische rechtsstaat. Het wetsvoorstel richt verder een nieuwe autoriteit op: de Autoriteit Wet op de politieke partijen. Deze autoriteit houdt toezicht op de naleving van de regels voor politieke partijen, en is ook verantwoordelijk voor het uitkeren van subsidies aan politieke partijen. Het voorstel bevat ook een bepaling om de subsidie van een politieke partij in voorkomende gevallen niet langer van rechtswege te laten vervallen, maar in plaats daarvan de strafrechter de bevoegdheid te geven om een politieke partij de aanspraak op subsidie tijdelijk als bijkomende straf te ontzeggen.

Ontzegging subsidie door strafrechter

De Raad merkt op dat in het voorstel de ontzegging van subsidie bij de strafrechter wordt gelegd zonder dat duidelijk is wannéér die toepassing passend en geboden wordt geacht. Deze vrijheid en verantwoordelijkheid van de strafrechter kan veel spanning tussen de politiek en de rechtspraak opleveren. In de memorie van toelichting wordt dit spanningsveld niet onderkend. In het wetsvoorstel of in de toelichting moet duidelijk zijn binnen welke juridische kaders de bevoegdheid tot ontzegging kan worden toegepast. Daarnaast werpt de Raad de vraag op of niet beter kan worden voorzien in een mogelijkheid voor de Autoriteit om een subsidie na een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling onder bepaalde omstandigheden te ontzeggen met daarbij de rechtsbescherming die het bestuursrecht al biedt.

Beoordeling verbod

Verder constateert de Raad dat de met het wetsvoorstel beoogde snelheid, namelijk om een mogelijk verbod van een politieke partij door één enkele instantie (de Hoge Raad) te laten beoordelen, ten koste gaat van rechtsbescherming in meerdere feitelijke instanties. Juist het grote belang dat politieke partijen in een democratische rechtsstaat vervullen en de ingrijpende impact die een verbod of ontbinding van een politieke partij op het politieke en maatschappelijke leven kan hebben, rechtvaardigt dat de procedure tot een verbod of ontbinding van een politieke partij met maximale procedurele waarborgen wordt omgeven. Bij een dergelijke ingrijpende en politiek gevoelige beslissing verdient (het behouden van) een correctiemechanisme in de vorm van een extra feitelijke beroepsmogelijkheid dan ook serieuze (her)overweging. Daarbij zijn de verbodsgronden tamelijk vaag en algemeen geformuleerd en vormen deze een potentiële voedingsbodem voor interpretatieverschillen en discussie.

Concept wetsvoorstel Wet op de politieke partijen

Concept memorie van toelichting Wet op de politieke partijen

Advies Rvdr Wet op de politieke partijen

Bron: www.rechtspraak.nl

Laatste nieuws