De Afdeling advisering van de Raad voor Strafrechtstoepassing Jeugdbescherming (RSJ) heeft op 20 mei 2025 een advies gepubliceerd over een motie van de Kamerleden Ellian en Wilders. De motie betreft het invoeren van een beperking van het aantal gedetineerden in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) en op de Afdeling Intensief Toezicht (AIT) dat door dezelfde advocaat wordt bijgestaan. De RSJ heeft hier principieel bezwaar tegen en ziet onvoldoende noodzaak voor het invoeren van een generieke maatregel gericht op het beperken van het aantal cliënten dat een advocaat mag bijstaan.

Gelet op het noodzakelijkheidsvereiste, moet een hoge mate van controle op gedetineerden als uitzonderlijk (blijven) worden beschouwd. Beperkingen op het contact met een advocaat zijn alleen gerechtvaardigd als deze in het individuele geval noodzakelijk zijn en er een goede actuele reden aan ten grondslag ligt. Ook is de RSJ van mening dat het recht op vrije toegang tot een advocaat dusdanig zwaarwegend is dat dit niet belemmerd mag worden. Door een beperking aan te brengen op het aantal cliënten dat een advocaat mag bijstaan, kan de gedetineerde beperkt worden in de toegang tot rechtsbijstand. Het recht op een eerlijk proces en bijstand van een raadsman naar eigen keuze, zoals neergelegd in art. 6, lid 3 sub c van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), kan hierdoor ernstig in het gedrang komen.

Gespecialiseerde advocaten

De RSJ ziet bezwaren in de praktische uitvoerbaarheid van het beperken van het aantal gedetineerden in de EBI en AIT dat een advocaat mag bijstaan. De toekomstige EBI en AIT-plekken zullen worden uitbereid. De noodzaak tot een veel groter aantal gespecialiseerde advocaten die de strafzaken van deze gedetineerden kunnen aannemen, zal dan ook groter worden. Dit zal gevolgen hebben voor het recht op vrije toegang tot een advocaat. Bovendien hebben gedetineerden wisselende detentiestatussen en kunnen zij van een regulier regime worden overgeplaatst naar een zwaarbeveiligd regime en andersom.

Mogelijke integriteitsschendingen

De RSJ is van mening dat de waarborgen tegen mogelijke integriteitsschendingen binnen de advocatuur primair de verantwoordelijkheid zijn van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) en de individuele advocaten en dat deze waarborgen vooral vanuit de advocatuur moeten worden geregeld. De NOvA heeft al verschillende ontwikkelingen in gang gezet. Zo heeft de NOvA weerbaarheidstrainingen opgezet, is een vertrouwensadvocaat ingesteld en is er te allen tijde een noodnummer beschikbaar voor advocaten die een melding willen doen van een (be)dreiging of die zich bedreigd voelen. RSJ vindt het positief dat de NOvA haar verantwoordelijkheid neemt om deze waarborgen te versterken.

Opeenstapeling van beperkende maatregelen

Ten slotte benadrukt de RSJ opnieuw dat de snelle opeenstapeling van beperkende maatregelen met een ruim toepassingsbereik zonder deugdelijke onderbouwing een serieus risico vormt voor de toekomstbestendigheid van het Nederlandse gevangeniswezen. Er lijkt een eindeloze behoefte te bestaan om steeds nieuwe beveiligingsmaatregelen in het gevangeniswezen in voeren. Meer beveiligingsmaatregelen leiden echter niet automatisch tot meer veiligheid; niet in de penitentiaire inrichtingen en niet in de samenleving.

Advies m.b.t. uitvoering motie over beperking aantal gedetineerden dat een advocaat mag bijstaan in de EBI en AIT

Bron: www.rsj.nl

Laatste nieuws