De Minister van SZW had de afgelopen jaren te weinig toezicht op de problemen die UWV had met de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Dat schrijft de Algemene Rekenkamer in een op 3 december 2025 gepubliceerd rapport. Volgens de Rekenkamer was het UWV vooral bezig met het wegwerken van achterstanden en was er te weinig aandacht voor hoe de uitkeringen van arbeidsongeschikten werden vastgesteld. Daardoor kregen tienduizenden mensen te veel of te weinig geld. Enkele honderden kregen ten onrechte helemaal niets.

Eerder heeft de Algemene Rekenkamer al vastgesteld dat de uitvoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) onuitvoerbaar is geworden. Dat ligt aan de complexe regelgeving en het daarmee samenhangende tekort aan verzekeringsartsen. De Minister van SZW denkt de WIA beter uitvoerbaar te kunnen maken en minder foutgevoelig. Zij verkent een herziening van de dagloonsystematiek. De Rekenkamer stelt dat een hoger tempo nodig is bij de vereenvoudiging van de WIA. Een goede uitvoerbaarheid van de WIA is nodig, ook om te voorkomen dat langdurig zieke werknemers in onzekerheid verkeren over het recht op en de hoogte en duur van hun uitkering.

Toezicht Minister van SZW schiet tekort

Voor tienduizenden langdurig zieke werknemers zijn er tussen 2020 en 2024 fouten door UWV gemaakt bij de berekening van het maatmanloon, dagloon of de uitkeringsduur. Ook is in deze periode bij ongeveer een kwart van de beoordelingen door verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen door ontoereikende rapportages niet na te gaan of deze juist zijn. Het is dan onzeker of de belastbaarheid van mensen voor werk juist is beoordeeld, en de duur en mate waarin iemand arbeidsongeschikt is. Medewerkers moeten werken met veel verschillende en verouderde IT-systemen, en veel werkzaamheden handmatig verrichten. Bovendien was de aanpak bij UWV vooral gericht op het verminderen van de lange wachtlijsten voor nieuwe beoordelingen. De Minister van SZW is te afwachtend geweest bij het vereenvoudigen van de regelgeving en heeft bovendien een blinde vlek gehad voor het zwakke kwaliteitsmanagement bij UWV. Het rechtmatigheidscijfer voor WIA-uitkeringen dat de minister met UWV heeft afgesproken, was steeds bijna 100 procent en werkte onterecht geruststellend.

Sturing en toezicht moeten beter

De onderzochte problemen bij de WIA brengen disfunctionele patronen en reflexen aan het licht in de sturingsrelatie tussen de Minister van SZW en uitvoeringsorganisatie UWV. Op het ministerie schort het aan aandacht voor de kwaliteit van de bedrijfsvoering bij UWV. Informatie die wordt uitgewisseld over de kwaliteit van dienstverlening is weinig concreet en er wordt niet altijd doorgevraagd. Het toezicht van de minister heeft te beperkte diepgang en scherpte. Het bestuur van UWV meldt na getroffen maatregelen eind 2024 minder onjuiste WIA-beoordelingen. Maar de Rekenkamer stelt dat niet aangetoond is dat de maatregelen afdoende zijn om het aantal fouten naar een acceptabel niveau terug te dringen. De sturing om tijdig zieke werknemers te beoordelen is sterker dan de aandacht dat op een juiste wijze te doen. Signalen dat de financiële rechtmatigheid hoog is, wekken ten onrechte de indruk dat er weinig fouten worden gemaakt. Wil UWV sturen op de menselijke maat, dan moet eerst de basis voor het uitvoeren van wettelijke taken op orde zijn. Ministerieel toezicht op UWV moet zich scherper richten op de financiële risico’s die burgers lopen. Ook moeten uitkeringsgerechtigden zelf kunnen nagaan of de hoogte van hun uitkering plausibel is. Dit vereist een fundamentele aanpassing van de WIA. Die is ook voor de uitvoerbaarheid van deze wet noodzakelijk.

Fouten bij WIA-uitkeringen: blind voor de signalen, burgers geraakt

Bron: www.rekenkamer.nl

Laatste nieuws