De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 13 september 2023 bepaald dat tegen een gedoogverklaring voor de verkoop van softdrugs voortaan bezwaar en beroep mogelijk is. Dat geldt ook voor de beslissing om een gedoogverklaring te weigeren of in te trekken.

Eerder oordeelde de Afdeling nog dat tegen de gedoogbeslissing of de weigering of de intrekking ervan, op een enkele uitzondering na, geen bezwaar kan worden gemaakt en daarna beroep kan worden ingediend bij de rechter. Voor deze lijn is destijds gekozen om meer duidelijkheid te scheppen in de tot die tijd bestaande complexiteit in de rechtspraak en om verdere juridisering van het gedogen te voorkomen. Maar deze lijn gaat voorbij aan de bijzondere positie van coffeeshops. De exploitant van een coffeeshop kan geen vergunning aanvragen voor de verkoop van softdrugs, omdat de verkoop volgens de Opiumwet verboden is. Gemeenten kunnen de verkoop van softdrugs wettelijk ook niet reguleren. Het gevolg daarvan is dat de exploitant alleen een oordeel van de bestuursrechter kan krijgen over het gedogen van zijn coffeeshop of over de voorwaarden die aan dat gedogen worden gesteld, door activiteiten in strijd met de Opiumwet te verrichtten en af te wachten of hij een sanctiebesluit krijgt waartegen hij wél bezwaar kan maken. Weliswaar kúnnen burgemeesters ervoor kiezen om in een exploitatievergunning voor een horecabedrijf er rekening mee te houden dat het om een coffeeshop gaat, maar dat hóeven zij niet te doen. Zo’n exploitatievergunning gaat op zichzelf ook niet over de verkoop van softdrugs. Daarom is er te weinig rechtsbescherming met alleen maar de mogelijkheid van bezwaar en beroep tegen exploitatievergunningen en niet tegen gedoogbeslissingen. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak is het ‘onevenredig bezwarend’ om van een exploitant van een coffeeshop te verlangen dat hij in zulke gevallen is aangewezen op de voor hem risicovolle weg van het uitlokken van een handhavingsbesluit. Daarbij speelt mee het beleid van de landelijke overheid dat enerzijds vasthoudt aan het uitgangspunt dat het exploiteren van een coffeeshop illegaal is, terwijl anderzijds van overheidswege regulering plaatsvindt die onder omstandigheden verkoop van softdrugs mogelijk maakt.

ECLI:NL:RVS:2023:3431

Bron: www.raadvanstate.nl

Laatste nieuws