Tussen 1 mei 2012 en 1 mei 2013 heeft een eerste pilot naar de samenwerking tussen particuliere onderzoeksbureaus, de politie en het Openbaar Ministerie (OM) plaatsgevonden.  Het aantal zaken dat in deze eerste pilot voor onderzoek kon worden ingebracht was beperkt, maar uit de evaluatie van deze pilot kwam wel naar voren dat onderzoeken van particuliere onderzoeksbureaus een toegevoegde waarde kunnen hebben voor de opsporing en vervolging door politie en OM. 


Om de gestelde toegevoegde waarde verder te onderzoeken is op 1 juni 2014 de vervolgpilot samenwerking particuliere onderzoeksbureaus met politie en OM van start gegaan onder een gewijzigde opzet. In de evaluatie van de
vervolgpilot ‘‘Publiek-private opsporing: Vele handen maken licht werk?’ stond de vraag centraal welke bijdrage particuliere onderzoeksbureaus kunnen leveren bij de strafrechtelijke opsporing en vervolging van zaken op het gebied van vermogenscriminaliteit. Eén van de conclusies uit het rapport is dat de kwaliteit van de onderzoeken van de aan de pilot deelnemende particuliere onderzoeksbureaus door de politie als hoog wordt beoordeeld en dat dit een werkbesparing voor politie en OM betekent. Als bijvoorbeeld bij aangifte van fraude een kwalitatief goed rapport (onder andere met een beschrijving van het gepleegde delict, de modus operandi, de gegevens van verdachte(n) en eventuele bewijsstukken) wordt overgelegd kan dat behulpzaam zijn bij de strafrechtelijke vervolging ervan. Hierbij past de kanttekening dat er grenzen zijn aan de te behalen werkbesparing. De politie is immers altijd verplicht in het opsporingstraject bepaalde activiteiten uit te voeren die niet door de particuliere onderzoeksbureaus kunnen worden uitgevoerd. Ook moeten de onderzoeksresultaten van de particuliere onderzoeksbureaus door de politie gevalideerd worden alvorens bij de opsporing en vervolging te kunnen worden gebruikt.
 

In het rapport worden verschillende factoren genoemd die een rol spelen bij de keuze om al dan niet aangifte te doen bij vermogenscriminaliteit. Zo kan een opdrachtgever van een particulier onderzoeksbureau er voor kiezen om van aangifte af te zien omdat zijn schade via het civiele recht kan worden verhaald op de verdachte. Particuliere onderzoeksbureaus geven aan dat de politie weinig prioriteit geeft aan aangiftes in vermogenszaken die zij aandragen. Dit wordt niet bevestigd door de pilot. Volgens het rapport pleiten de particuliere onderzoeksbureaus voor meer informatiedeling in de eerste plaats in verband met hun eigen veiligheid. Volgens de politie en het OM vindt het delen van operationele informatie (over verdachten, modi operandi e.d.) plaats binnen de kaders van de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Hierbij zijn ook de vigerende kaders in het belang van het opsporingsonderzoek en privacy het uitgangspunt.

Laatste nieuws