Twee verdachten zijn veroordeeld voor het medeplegen van de organisatie van pokertoernooien zonder vergunning in een café. Een derde verdachte, de eigenaar van het café, is veroordeeld voor de medeplichtigheid daaraan. Het Hof Amsterdam heeft dat op 3 maart 2016 uitgesproken.
Aan de orde was de vraag of poker een behendigheidsspel is of een kansspel. De rechtbank was van oordeel dat poker als een behendigheidsspel moet worden beschouwd en heeft de verdachten daarom vrijgesproken van overtredingen van de Wet op de kansspelen. Daartegen heeft het OM hoger beroep ingesteld.
Het hof is van oordeel dat het pokerspel zoals dat in dit café werd georganiseerd, Texas Hold ’em, een kansspel is. Het verweer dat poker een behendigheidsspel is, heeft het hof verworpen. Een kansspel is een spel waarbij kans enige rol speelt in de aanwijzing van de winnaar. Aan de hand van de spelregels blijkt dat de winnaar ook door een element van toeval wordt aangewezen: het toekennen van de kaarten. Op deze onzekere factor hebben de deelnemers, hoe behendig ze ook zijn, geen overwegende invloed. Poker valt hier dus onder de Wet op de kansspelen.
Het hof heeft de verdachten een geheel voorwaardelijke geldboete met een proeftijd van een jaar opgelegd. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met het grote tijdsverloop in de zaken.
ECLI:NL:GHAMS:2016:774, 775 en 776