Anders dan bij werknemers doorgaans het geval is, bouwen zelfstandigen hun pensioen op in de zogeheten derde pijler. Bij een eventueel beroep op de WWB kan de gemeente verlangen dat de zelfstandige dat pensioenvermogen te gelde maakt. Gevolg daarvan is dat de besparingen die de zelfstandige had gedaan niet langer ten goede komen aan diens oudedagsvoorziening.

In het Witteveenakkoord is aangekondigd dat wettelijk zal worden geregeld dat het pensioenvermogen in de derde pijler in het geval van een beroep op bijstand – onder voorwaarden en binnen bepaalde grenzen – niet hoeft te worden opgenomen en bestemd kan blijven voor een aanvullend pensioen.

In het Witteveenakkoord zijn de hoofdlijnen van een dergelijke regeling neergelegd. De afgelopen periode is met de verschillende betrokken partijen gesproken over de uitwerking daarvan in concrete regelgeving. De contouren van de voorgenomen wettelijke regeling waarin deze uitwerking zijn beslag zal krijgen worden in deze brief beschreven. In de Participatiewet wordt geregeld dat de gemeente bij de aanvraag om bijstand – onder voorwaarden en binnen bepaalde grenzen – niet kan verlangen dat een voorziening voor een oudedagspensioen in de derde pijler te gelde wordt gemaakt. De wettelijke regeling beoogt voor het overige geen wijziging te brengen in de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de toepassing van de vermogenstoets van de bijstand.

Het karakter van de bijstand als algemeen inkomensvangnet brengt met zich mee dat de regeling niet beperkt wordt tot degenen die als zelfstandige een dergelijk pensioenvermogen hebben opgebouwd. Zij moet ook gelden voor degenen die dat als werknemer hebben gedaan. De wettelijk te regelen vrijlating strekt zich uit tot een opgebouwd pensioenvermogen in de derde pijler van € 250.000. Met een spoedige behandeling van dit wetsvoorstel kan de beoogde pensioenvrijlating in de Participatiewet met ingang van 1 januari 2016 zijn beslag krijgen. Gemeenten en de Sociale Verzekeringsbank zullen met klem worden verzocht vooruit te lopen op deze wetswijziging en reeds vanaf 1 januari 2015 bij de middelentoets van de Participatiewet pensioenvermogens in de derde pijler overeenkomstig de in deze brief geschetste contouren te handelen.


Bron: Kamerstukken II 2014/15, 32 043 nr. 239

Laatste nieuws