Hoe strafrechters tot een oordeel komen in een rechtszaak, verschilt sterk per persoon. Dit blijkt uit een op 6 mei 2025 gepubliceerd onderzoek van de Raad voor de rechtspraak. Tijdens interviews werd aan 22 strafrechters gevraagd welke invloeden er zijn op hun oordeelsvormingsproces in een strafzaak, zoals de achtergrond van de rechter, de manier waarop procesdeelnemers zich gedragen en de rol van media-aandacht. Volgens de onderzoekers illustreren de uitkomsten van het onderzoek hoe complex het proces van rechterlijke oordeelsvorming is.
Gevraagd naar hun omgang met invloeden op de oordeelsvorming, noemden rechters vaak zelfreflectie en collegiaal overleg. Hoewel veel rechters deze strategieën gebruiken, ontbreekt een structurele manier om deze toe te passen. Ook blijkt dat de geïnterviewde strafrechters uiteenlopend denken over begrippen als overtuiging, de actieve rechter en rechterlijke dwaling. Vervolgonderzoek zou kunnen uitwijzen of de verschillende werk- en zienswijzen ook daadwerkelijk van invloed zijn op het uiteindelijke oordeel van de rechter. Hoe rechters tot hun oordeel komen is een belangrijk onderwerp binnen de Rechtspraak waar al vaker onderzoek naar is gedaan. Rechters proberen de invloed van onbewuste vooroordelen zoveel mogelijk te beperken. Eind 2024 wezen onderzoeksjournalisten op verschillen in opgelegde straffen tussen groepen mensen. Laagopgeleide verdachten met een migratieachtergrond hebben volgens de journalisten meer kans op een gevangenisstraf dan hoogopgeleide verdachten zonder migratieachtergrond. Dit ligt in lijn met het beeld dat eerdere onderzoeken laten zien.
Rechterlijke oordeelsvorming: een strafrechte(r)lijk perspectief
Bron: www.rechtspraak.nl