Het WODC heeft op 11 april 2024 een onderzoek gepubliceerd naar het Kansrijke Koppeling-beleid. Het doel van dit beleid is om statushouders zoveel mogelijk te laten wonen op een plek waar hun arbeids- of opleidingskansen het grootst zijn. Het onderzoek is gebaseerd op de ervaringen van mensen afkomstig uit Syrië en Eritrea die tussen 2014 en 2017 als statushouder in Nederland zijn komen te wonen.
Het Kansrijke Koppeling-beleid is sinds 2016 van toepassing rond toewijzing van huisvesting aan statushouders. Bij de koppeling van statushouder met gemeente kijkt het COA naar waar de beste kansen liggen voor integratie en participatie in de Nederlandse samenleving. Die toewijzing gebeurt op basis van ‘harde’ criteria als een inschrijving bij een opleiding of een bestaand arbeidscontract, locatie van eerstegraads familie en medische bijzonderheden. Er wordt ook geprobeerd rekening te houden met ‘zachte’ criteria, zoals ambities van de statushouder zelf of waar deze een sociaal netwerk heeft. Dit maatwerk daadwerkelijk leveren is echter lastig door de krapte op de woningmarkt en de taakstelling van gemeenten, waarin elk half jaar wordt bepaald hoeveel statushouders elke gemeente moet huisvesten. Als een woning in een gemeente wordt aangeboden, is de statushouder verplicht deze te accepteren.
Ervaringen en conclusies uit het onderzoek
De ervaring met het Kansrijke Koppeling-beleid van de respondenten is:
- Syrische en Eritrese respondenten hebben over het algemeen moeite met het gebrek aan zeggenschap over waar zij in Nederland kwamen te wonen. De plicht om een woning te accepteren wordt als negatief ervaren.
- In de ervaring van veel respondenten is er geen rekening gehouden met hun voorkeuren of persoonlijke situatie. Bij een paar respondenten heeft niet-passende huisvesting grote impact op hun leven.
- Respondenten zijn zich bewust van de hoge instroom van asielmigranten, evenals van het woningtekort waar ook (andere) Nederlanders last van hebben.
- Respondenten hebben niet altijd de juiste informatie. De bevindingen wijzen op verschillen in aanpak en informatievoorziening tussen COA-medewerkers of -locaties, en op een ervaren gebrek aan transparantie van het huisvestingsproces.
Conclusies en mogelijke verbeteringen voor het beleid:
- Zaken als werk, familie en openbaar vervoer in de woonomgeving zijn niet alleen belangrijk voor statushouders, maar ook voor andere groepen in de Nederlandse samenleving. Maar, statushouders moeten als nieuwkomers in een voor hen nieuwe samenleving hun weg vinden. Zij starten met minder kennis van het Nederlandse systeem en de woningmarkt en hebben minder vaardigheden om deze te navigeren. Ook hebben ze minder toegang tot sociale hulpbronnen.
- Het zou zinvol kunnen zijn om het kansrijk koppelen van statushouders aan de gemeente breder te beschouwen, waarbij sociale voorkeuren en de nabijheid van familie een grotere rol kunnen spelen.
- Het zou goed zijn statushouders (nog) beter duidelijk te maken hoe het huisvestingsproces werkt, zodat er geen valse verwachtingen gewekt worden. Ook een transparanter toewijzingsproces zou hieraan kunnen bijdragen.
Een passende plek voor statushouders?
Bron: www.wodc.nl