De politie krijgt regelmatig te maken met aangiften van seksueel misbruik dat langer geleden heeft plaatsgevonden. Zulke zaken kenmerken zich vaak door een gebrek aan bewijs waardoor de beoordeling van de betrouwbaarheid van de verklaring een cruciale rol speelt. In het geval van hervonden herinneringen staat de authenticiteit nog altijd ter discussie. Uit een op 11 november 2025 gepubliceerd onderzoek blijkt dat er verschillende typen hervonden herinneringen zijn, die kunnen verschillen in authenticiteit. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het programma Politie en Wetenschap.
Het doel van de studie was om inzicht te krijgen in de verschillende typen herinneringen aan misbruik van langer geleden en te onderzoeken in hoeverre deze herinneringen werden ondersteund door bewijs. Door onderscheid te maken tussen continue herinneringen, hervonden herinneringen na een actief zoekproces en spontaan hervonden herinneringen, kan een beter beeld worden gevormd van de waarschijnlijkheid dat deze herinneringen authentiek zijn. Onderzoekers vonden dat het mogelijk was om verschillende typen herinneringen betrouwbaar van elkaar te onderscheiden. Verklaringen van slachtoffers met continue herinneringen bevatten gemiddeld meer toetsbare details en werden aanzienlijk vaker ondersteund door bewijs dan verklaringen gebaseerd op hervonden herinneringen na een actief zoekproces. Een verklaring gebaseerd op hervonden herinneringen na een actief zoekproces leidde zelden tot stevig bewijs.
Inschatting authenticiteit verklaring
Voor het verschil tussen hervonden herinneringen na een actief zoekproces en spontane hervonden herinneringen werd geen overtuigend bewijs gevonden met betrekking tot het aantal toetsbare details of de mate van ondersteuning door bewijs. Wel lieten analyses zien dat de toetsbare details in hervonden herinneringen na een actief zoekproces vaker onjuist waren dan in continue herinneringen of spontaan hervonden herinneringen. Bovendien bleek dat spontane hervonden herinneringen meestal betrekking hadden op eenmalig misbruik, terwijl hervonden herinneringen na een actief zoekproces vaker verwezen naar herhaald misbruik over een langere periode, waarbij bovendien vaker sprake was van meerdere daders. Op basis van deze bevindingen concluderen de onderzoekers dat het identificeren van het type herinnering bij misbruik van langer geleden kan helpen bij de inschatting van de authenticiteit van een verklaring. Hervonden herinneringen zouden niet als één homogene groep gezien moeten worden. Bij hervonden herinneringen na een actief zoekproces is de kans op bewijs klein en het risico dat dit fictieve herinneringen betreft reëel.