De gemeente Tubbergen heeft klachten van inwoners over de komst van het asielzoekerscentrum in Albergen onbehoorlijk behandeld. Er werd niet naar inwoners geluisterd en de gemeente heeft de klachten niet snel genoeg afgehandeld. Dat concludeert de Nationale ombudsman in een op 17 december 2025 gepubliceerd rapport. De ombudsman waarschuwt dat de spanning rond nieuwe asielzoekerscentra landelijk toeneemt en roept zowel gemeenten, maar ook inwoners, op hun verantwoordelijkheid te nemen.
In 2022 wees het Rijk voor het eerst zelf een locatie aan voor een asielzoekerscentrum (AZC). De keuze voor een oud hotel in Albergen leidde tot grote onrust. Door de betrokkenheid van meerdere overheden raakten bewoners het overzicht kwijt, wat de onvrede verder aanwakkerde. De situatie escaleerde in protesten, brandstichting en bedreigingen richting de burgemeester. Inwoners dienden daarna klachten in over het optreden en de communicatie van de gemeente. Door capaciteitsproblemen werd de afhandeling uitbesteed aan een advocatenkantoor. Ook liet de gemeente zich tijdens de klachtenprocedure vertegenwoordigen door een ander advocatenbureau en waren gemeenteambtenaren zelf niet aanwezig bij de hoorzitting. Daardoor zaten inwoners soms tegenover vier advocaten, zonder daarbij iemand van de gemeente te spreken. Zij voelden zich niet gehoord en soms zelfs geïntimideerd, wat ertoe leidde dat sommigen afzagen van een hoorzitting. Door deze keuzes was de gemeente tijdens de klachtbehandeling nauwelijks zichtbaar.
Noodzaak Spreidingswet
De ombudsman ziet landelijk steeds meer klachten bij de komst van nieuwe AZC’s. Als samenleving zullen mensen die bescherming nodig hebben in ons land moeten worden opgevangen. Dat vraagt wat van beide kanten, zowel gemeente als inwoner. Al eerder riep de ombudsman de Eerste Kamer op voor de Spreidingswet te stemmen. De situatie in Albergen laat de noodzaak van de wet zien, die bedoeld is om asielzoekers evenredig over gemeenten te verdelen. Zolang sommige gemeenten onevenredig veel opvang verzorgen, blijven verschillen en daarmee maatschappelijke onrust bestaan. De wet biedt ruimte om stabiele en duurzame opvanglocaties te realiseren, wat de rust ten goede komt. De ombudsman waarschuwt dat participatie daarbij vaak wordt ingezet om steun te krijgen voor plannen die feitelijk al vaststaan. Eerlijk zijn tegen de burger betekent aangeven waar inwoners geen invloed hebben en waar zij wél kunnen meedenken, bijvoorbeeld over de inrichting van de opvang.