De voorzieningenrechter in Haarlem komt in een uitspraak van 5 december 2022 tot de conclusie dat er geen wettelijke basis is voor de zogenoemde nareismaatregel. De regering wil met de nareismaatregel de instroom van familieleden van toegelaten asielzoekers tijdelijk beperken.

De regering nam in augustus 2022 een aantal maatregelen vanwege de problemen met de opvang van asielzoekers. Een daarvan is de zogenoemde nareismaatregel, bedoeld om de instroom van familieleden van toegelaten asielzoekers te beperken. De voorzieningenrechter komt tot het oordeel dat er geen wettelijke basis is voor deze nareismaatregel, nadat een echtgenoot en zes kinderen van een Syrische vrouw zich bij de vrouw willen voegen. De gezinsleden verblijven op dit moment in Soedan. De vrouw heeft een asielvergunning in Nederland gekregen. Al in oktober is aan de gezinsleden een zogenoemde machtiging tot voorlopig verblijf verleend. Maar zij mogen door de nareismaatregel deze pas in april volgend jaar afhalen tenzij zij eerder zelf geschikte woonruimte in Nederland vinden.

Mededeling heeft rechtsgevolg

De voorzieningenrechter constateert allereerst dat gezinsleden een spoedeisend belang hebben bij hun verzoek. Het tijdelijk visum dat zij hebben om zo lang in Soedan te kunnen verblijven, verloopt. Ook blijven de kinderen door de nareismaatregel langer gescheiden van hun moeder. De voorzieningenrechter vindt verder dat de nareismaatregel, die bestaat uit de mededeling dat verzoekers hun machtiging tot voorlopige verblijf pas in april kunnen afhalen, rechtsgevolg heeft. De staatssecretaris had betoogd dat het een feitelijke mededeling is waarvoor geen wettelijke basis nodig is. Daarmee is de voorzieningenrechter het niet eens.

Nareismaatregel in strijd met Nederlands en Europees recht

Vervolgens constateert de voorzieningenrechter dat de nareismaatregel in strijd is met de Nederlandse Vreemdelingenwet. Ook is deze maatregel in strijd met twee bepalingen in de   Europese Gezinsherenigingsrichtlijn. De Nederlandse wetgever heeft ervoor gekozen om de regels van de Gezinsherenigingsrichtlijn ook van toepassing te laten zijn voor de categorie asielzoekers waartoe de vrouw behoort, en deze regels gelden in dit geval dan ook rechtstreeks en onvoorwaardelijk. Dat de nareismaatregel is getroffen om de verplichtingen tot opvang van andere asielzoekers of statushouders na te kunnen komen, betekent niet dat de staatssecretaris zijn verplichtingen tegenover de vrouw en haar gezinsleden daaraan nu ondergeschikt kan maken.

ECLI:NL:RBDHA:2022:12986

Bron: www.rechtspraak.nl

Laatste nieuws