Jaarlijks legt de rechter in Nederland ongeveer 20.000 keer een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op. 70% daarvan is korter dan drie maanden. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) twijfelt aan de effectiviteit van korte vrijheidsstraffen. Het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) zocht uit wat daarover bekend is uit wetenschappelijk onderzoek. De resultaten van het uitgebreide literatuuronderzoek zijn op 6 juli 2023 gepubliceerd.

Het onderzoek laat zien wat uit eerder onderzoek bekend is over de effectiviteit van korte vrijheidsstraffen in vergelijking met andere straffen. Daarbij is gekeken naar drie beoogde doelen van de straf: speciale preventie, generale preventie en vergelding. Het onderzoek wijst uit dat korte gevangenisstraffen niet te verkiezen zijn boven andere typen straffen. Het WODC beveelt daarom aan om rechters meer mogelijkheid te geven om andersoortige straffen op te leggen, of de bestaande ruimte daartoe in elk geval niet verder in te perken.

Het onderzoek in het kort

  • Speciale preventie: hogere of gelijke kans op recidive
    Speciale preventie is het voorkomen dat gestra­fte personen opnieuw de fout ingaan, door hen (tijdelijk) op te sluiten, te resocialiseren en met de oplegde straf af te schrikken om opnieuw crimineel gedrag te vertonen. Uit eerder onderzoek blijkt dat recidive na korte vrijheidsstraffen hoger of even hoog is als na andere typen straffen. Korte vrijheidsstraffen slagen daarmee niet beter in speciale preventie dan andere typen straffen.
  • Generale preventie: niet of nauwelijks meer (generale) afschrikking
    Internationaal onderzoek wijst erop dat korte vrijheidsstraffen ten hoogste een klein beetje meer afschrikwekkend zijn dan andere typen straffen. Generale preventie is het voorkomen van crimineel gedrag, niet alleen van gestraft­e personen, maar van iedereen, onder andere door generale afschrikking.
  • Vergelding: vergelding kan worden bereikt met verschillende typen straff­en
    Vergelding wordt bereikt met een straf die in verhouding staat tot het misdrijf, een proportionele straf, waarmee proportionele afkeuring wordt uitgedrukt. Vergelding betekent dus niet zo zwaar mogelijk straffen. Korte vrijheidsstraffen kunnen in verhouding staan tot misdrijven, maar het is niet de enige soort straf die proportionele a­fkeuring kan uitdrukken. Korte vrijheidsstraffen worden namelijk even zwaar ervaren als iets langere niet-vrijheidsbenemende straffen, zoals taakstraffen of voorwaardelijke straffen.

Korte vrijheidsstraffen - Een literatuuronderzoek naar het bereiken van strafdoelen met korte vrijheidsstraffen ten opzichte van andere straffen

Bron: www.wodc.nl

Laatste nieuws