Voor welke opdracht mag een bedrijf een zzp’er inhuren en wanneer is iemand eigenlijk een werknemer? Over die vraag is inmiddels een lange discussie gaande. Het kabinet gaat daarom de komende maanden in gesprek met werkgevers, werknemers, zzp’ers en betrokken organisaties. Dit brede gesprek moet het onderscheid helder maken. Ook moet hieruit duidelijk worden wat de maatschappelijke opvattingen zijn.

Dat kondigen minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, staatssecretaris Snel van Financiën en staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat aan in de vierde voortgangsbrief Werken als zelfstandige die zij op 22 november jl. aan de tWeede Kamer zonden.

Webmodule

Het kabinet is bezig met nieuwe wet- en regelgeving rond het werken als zelfstandige. Een van de maatregelen is de ontwikkeling van een webmodule als extra, vrijwillig hulpmiddel in het verduidelijken van de regelgeving. Bedrijven die voor een opdracht een zzp’er willen inhuren kunnen deze webmodule straks vooraf invullen. Als uit de beantwoording van de vragen blijkt dat een zzp’er de opdracht mag doen krijgt een opdrachtgever een opdrachtgeversverklaring. Deze geeft vooraf zekerheid dat er geen naheffingen komen van de loonbelasting en de werknemersverzekeringen, mits de webmodule naar waarheid is ingevuld.

De ontwikkeling van de webmodule is inmiddels vergevorderd. De afgelopen periode is er een conceptvragenlijst ontwikkeld. De conceptvragenlijst is voorgelegd aan 50.000 opdrachtgevers om te achterhalen hoe er in de praktijk wordt gewerkt. Dit heeft geleid tot een databestand van praktijkcasussen. Ten slotte hebben experts aan de hand van de ingevulde vragenlijsten de eerste resultaten beoordeeld.

Uit deze eerste ronde blijkt dat de webmodule nog moet worden aangepast. Niet alle vragen worden even goed begrepen. Ook wordt bekeken of een kortere vragenlijst mogelijk is. Er komt daarom nog een tweede testfase.

Uit de eerste testfase komt wel een voorlopig beeld van de te verwachten uitkomsten van de webmodule naar voren. In een substantieel aantal gevallen is het mogelijk vast te stellen dat een opdracht door een zzp’er mag worden uitgevoerd. Maar op basis van de eerste beoordeling blijkt ook dat in een groter aantal gevallen de omstandigheden wijzen op een dienstbetrekking. In een deel van de gevallen kan de webmodule geen uitsluitsel geven. In dat geval kunnen opdrachtgever op andere manieren de arbeidsrelatie helder krijgen. Bijvoorbeeld door met de belastingdienst te overleggen of de manier van werken aan te passen.

Breed gesprek

Het kabinet vindt het in deze fase verstandig om een breed gesprek te voeren over de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Volgens minister Koolmees is de discussie over de onderliggende vraag ‘voor welke opdracht vinden we nu dat je een zzp’er kunt vragen?’ eigenlijk nooit echt goed gevoerd. Er is altijd in techniek over gesproken (VAR/DBA), of in emotie. En met het uitgangspunt dat alle zzp’ers hetzelfde zijn. Het kabinet wil daarom een breed gesprek voeren. Over de wetgeving en jurisprudentie en hoe dat uitpakt en met oog voor de veranderende samenleving.’

In het eerste kwartaal van 2020 wil het kabinet de definitieve vragenlijst, de weging van de vragenlijst en de uitkomsten van de testfase naar de Tweede Kamer sturen. Naast de webmodule komt er ook andere wet- en regelgeving. Zo komt er voor zzp’ers een minimumtarief van 16 euro per uur. En kunnen zzp’ers die meer dan 75 euro per uur verdienen straks voor maximaal een jaar een zelfstandigenverklaring opstellen in overleg met de opdrachtgever. Het wetsvoorstel met deze beide maatregelen is momenteel in internetconsultatie.

 

Laatste nieuws