Op 8 september 2023 is de internetconsultatie gestart van de Wet werkelijk rendement box 3. De afgelopen jaren is onderzocht hoe een nieuw forfaitaire box 3-stelsel - de belastingheffing op inkomen uit vermogen - kan worden vormgegeven, zodat de werkelijke inkomsten worden belast.

Sinds de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) heeft de belastingheffing over het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) een forfaitair karakter. Een forfaitaire heffing is voor zowel belastingplichtigen als de Belastingdienst eenvoudig. Het sluit echter niet goed aan op het rechtvaardigheidsbeginsel. Omdat de te betalen belasting niet afhangt van het werkelijke inkomen uit sparen en beleggen, is de belastingdruk voor belastingplichtigen met een laag werkelijk inkomen veel hoger dan voor belastingplichtigen met een hoog werkelijk inkomen. Het wetsvoorstel strekt er toe om een nieuw stelsel voor de belastingheffing in box 3 in te voeren. In het nieuwe stelsel wordt inkomstenbelasting als hoofdregel geheven op basis van het werkelijke rendement uit sparen en beleggen op basis van vermogensaanwas. Hierbij worden de werkelijke inkomsten uit vermogen en de (positieve of negatieve) waardeontwikkeling belast en zijn kosten aftrekbaar. Voor onroerende zaken en aandelen in familiebedrijven en startende innovatieve ondernemingen geldt als uitzondering op de hoofdregel een vermogenswinstbelasting. Daardoor wordt waardeontwikkeling voor deze vermogensbestanddelen belast bij realisatie, zoals bij verkoop. Voor de eerste woning in box 3 waarbij hoofdzakelijk sprake is van eigen gebruik geldt een forfait voor het bepalen van het totale rendement. Het voorstel is daarnaast om in het nieuwe stelsel het huidige heffingvrije vermogen te vervangen door een heffingvrij inkomen. Dit betekent dat een deel van de inkomsten die met het vermogen behaald worden vrijgesteld is van belasting, in plaats van een bepaalde waarde van het vermogen.

Decemberarrest Hoge Raad

Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat het box 3-stelsel, zoals dat gold in 2017 en 2018, in strijd is met het eigendomsrecht en discriminatieverbod van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) in de gevallen waarin het werkelijk behaalde rendement lager is dan het forfaitair berekende rendement, mede doordat wordt uitgegaan van een fictieve verdeling van het vermogen in spaartegoeden en andere vermogensbestanddelen.

Internetconsultatie Wet werkelijk rendement box 3

Bron: www.rijksoverheid.nl

Laatste nieuws