
De Wet transparantie maatschappelijke organisaties
Een sterk staaltje slechte wetgeving
Er zijn fundamentele bezwaren tegen het wetsvoorstel Wet transparantie maatschappelijke organisaties (Wtmo), dat bedoeld is om buitenlandse beïnvloeding via donaties aan maatschappelijke organisaties tegen te gaan. Het voorstel is juridisch ondeugdelijk en vormt een risico voor grondrechten zoals privacy, uitingsvrijheid en demonstratierecht. De bevoegdheid van burgemeesters om donatiegegevens op te vragen past niet binnen hun wettelijke taak en kan leiden tot politisering van het ambt. Ook de rechterlijke bevoegdheid om organisaties te verbieden bepaalde activiteiten uit te voeren is problematisch, omdat het begrip ‘ondermijning’ vaag is en misbruik mogelijk maakt omdat iedere vorm van kritiek op de overheid of maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag met wat goede (of kwade) wil als ‘ondermijning’ is te framen. Kortom: het voorstel is slecht doordacht.
Terbeschikkingstelling onder hoogspanning
De laatste tijd staat de capaciteit van het gevangeniswezen in de belangstelling. Die capaciteit is tot ruim 99% gevuld, er kan niemand meer bij, ook niet met meermanscellen. Er wordt gewerkt aan allerlei plannen, van voortijdige heenzending tot het breed inzetten van enkelbanden in het kader van huisarrest, maar het stuit allemaal op hevige politieke weerstand. Er is sprake van ‘code zwart’, aldus de – inmiddels voormalige – bewindslieden. Op een aanpalend terrein, dat van de forensische gedwongen zorg, is echter al veel langere tijd sprake van een ‘code gitzwart’. Het TBS-systeem kraakt in zijn voegen omdat er van voor naar achter en van links naar rechts overal te weinig plaatsen beschikbaar zijn om mensen op te nemen of tijdig naar andere voorzieningen te laten uitstromen. In deze bijdrage worden enkele problemen aangestipt waar alle betrokkenen steeds vaker en steeds indringender tegenaan lopen.
Een regeling op krukken
De oplegging van de levenslange gevangenisstraf, naar aanleiding van HR 8 juli 2025
Met het in het leven roepen in 2016 van het Besluit Adviescollege Levenslanggestraften voorkwam de toenmalige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dat de levenslange gevangenisstraf een museumstuk werd. De Hoge Raad toetste de regeling aan het EHRM en gaf haar het voordeel van de twijfel. Een belangrijk element in het oordeel van de Hoge Raad was dat de uitvoering van het Besluit, die geheel in handen ligt van de minister, kon worden bijgestuurd door de rechter. In dit artikel betoog ik – aan de hand van de praktijk – dat de in de regeling neergelegde termijn van een review na 28 jaar ondanks de mogelijke hulp van de rechter structureel niet kan worden gehaald en dat dit enerzijds ligt aan de wachttermijn van 25 jaar en anderzijds aan de niet-loyale wijze van tenuitvoerlegging door de bewindspersoon. Daardoor voldoet de regeling niet aan de eis van voorzienbaarheid en schuurt zij tevens met de door het EHRM aanbevolen reviewtermijn.
Een eenvoudige uitweg
Hoe pakken we overlast door e-bikes aan?
E-bikes en fatbikes zorgen, met name in binnensteden, voor veel overlast. Kan deze overlast worden beperkt door regelgeving én hoe kan deze regelgeving effectief worden gehandhaafd?
Eerder verschenen

NJB 33 (2025)
29 oktober 2025

NJB 32 (2025)
15 oktober 2025

NJB 31 (2025)
8 oktober 2025

NJB 30 (2025)
1 oktober 2025

NJB 29 (2025)
24 september 2025