
Excellentie,
Ik kijk naar u uit met hooggespannen verwachtingen.
U gaat leiding geven aan een departement van Veiligheid en Justitie.
Ik hoop dat u zich bewust zult blijven van het feit dat het woordje ‘en’ duidt op een nevenschikking, en niet op een onderschikking.
U gaat verantwoordelijkheid dragen voor het functioneren van de rechterlijke macht.
Ik hoop dat u de hard werkende rechters niet ziet als assembleurs in een fabriek van uitspraken, maar als ambachtslieden die oprecht trachten om in elk individueel geval dat hen wordt voorgelegd ook daadwerkelijk recht te doen.
Zij gedijen beter in vrijheid dan in een cultuur van verregaand gestandaardiseerde werkwijzen en prestatienormen.
U zult meer dan eens te maken krijgen met de advocatuur.
Ik hoop dat u zich zult realiseren dat die beroepsgroep niet louter bestaat uit zakkenvullers of ‘consiglieres’, maar vooral wordt gevormd door bevlogen rechtshulpverleners, die het noodzakelijke zout zijn in de pap van de rechtsstaat. Het is de advocaat ook die de rechter – en zelfs de wetgever – uitdaagt om kritisch te reflecteren op de grenzen van het recht.
De advocatuur verdient veeleer een luisterend oor dan wantrouwen en laatdunkendheid.
U bent er natuurlijk ook voor de burger. De naam van uw functie onderstreept die dienende rol.
Ik hoop dat u dan niet zult vergeten dat het recht niet zozeer is gegeven om door de overheid als wenselijk beschouwd handelen te legitimeren, maar vooral om de burger een zeker niveau aan bescherming te bieden. Die functie is te meer van belang in een tijdsgewricht als het onderhavige, waarin voor zoveel burgers zoveel zekerheden zijn weggevallen. Houdt u daarbij dan ook voor ogen dat het bestaan van rechten nog niet zonder meer betekent dat het individu ook een toegang heeft tot die rechten? En dat om die reden een aanspraak op een redelijk niveau gefinancierde rechtsbijstand geen socialistische franje is, maar een hoeksteen van een moderne rechtsstaat?
U maakt deel uit van een ministersploeg, bent lid van een partij. U bent product en onderdeel van het politiek bedrijf.
Ik hoop dat u in de compromissen van coalitie en constructieve oppositie de grenzen van hetgeen de rechtsstaat vereist zult bewaken: de gebondenheid aan het recht, het evenwicht der machten en het respect voor de rechten van de mens.
Ik verwacht dat u – wanneer nodig – zowel in het openbaar als binnenskamers zult benadrukken de gebondenheid, ook van Nederland, aan recht van een hogere orde, de terughoudendheid die politici past in hun commentaar op het werk van de rechterlijke macht en de onwenselijkheid van pogingen om universele fundamentele rechten ten achter te stellen bij de politieke waan van alledag.
Excellentie, wijlen Willem Witteveen schreef al dat de rechtsstaat geen veilig bezit is, geen huis waarin we onbezorgd kunnen slapen.
Ik koester een bescheiden hoop: de hoop dat u dat bezit in elk geval niet minder veilig zult maken.
Ik wens u het vermogen om te abstraheren en te reflecteren en vooral om te kunnen persisteren, in die gevallen waarin de rechtsstaat dit vergt.
Ik wens u alle goeds.
Prof. mr. Jacques Sluysmans