Microgrids under EU Law

Om klimaatverandering tegen te gaan, vereist de energietransitie niet alleen de vervanging van fossiele brandstoffen door hernieuwbare energiebronnen, maar ook een herziening van de technische structuur en werking van het elektriciteitsnet in de Europese Unie (EU). Op het verouderde gecentraliseerde elektriciteitsnet is het door de stijgende elektriciteitsvraag steeds moeilijker om aan te sluiten op de behoefte van de intermitterende en verspreide opwekking van ­hernieuwbare energiebronnen. Om problemen zoals netwerkcongestie en onvoorspelbare elektriciteitsstromen aan te pakken, is een herstructurering van het elektriciteitsnet noodzakelijk, zodat ongelijkmatige opwekking en verbruik beter worden gefaciliteerd.

Een mogelijke oplossing is de invoering van ‘microgrids’: kleinschalige, gedecentraliseerde elektriciteitssystemen waarin gebruikers lokaal energie kunnen opwekken en verbruiken, ook volledig los van het centrale netwerk. Microgrids kunnen bijdragen aan een robuuster en flexibeler elektriciteitsnet, de lokale balans tussen vraag en aanbod verbeteren en de integratie van intermitterende hernieuwbare energiebronnen vergemakkelijken. Toch blijft het gebruik ervan in de EU beperkt, mede door wettelijke belemmeringen en de transactiekosten die samenhangen met hun ontwikkeling en exploitatie.
Dit proefschrift van Jamie Behrendt onderzoekt daarom de centrale vraag: ‘Hoe kunnen microgrids in de EU worden gereguleerd, waarmee transactiekosten kunnen worden geminimaliseerd en daarmee de ontwikkeling en werking van microgrids worden gefaciliteerd als onderdeel van de energietransitie?’ Hiertoe wordt een exploratieve, kwalitatieve benadering gehanteerd waarin juridisch dogmatisch onderzoek wordt gecombineerd met kwalitatief empirisch onderzoek, waaronder verkennende enquêtes en interviews met microgridontwikkelaars, exploitanten en nationale regelgevende instanties (NRI’s). De juridische analyse richt zich op het formele institutionele kader van de EU en beoordeelt in hoeverre bestaande wet- en regelgeving ruimte biedt voor verschillende microgridmodellen. Daarbij wordt onderzocht in hoeverre regels voor gesloten distributiesystemen en burger-energiegemeenschappen van toepassing zijn op microgrids, en in welke mate aanpassingen nodig zijn om rekening te houden met unieke kenmerken van microgrids zoals ‘islanding’, het vermogen om tijdelijk los te koppelen van het hoofdnet. Parallel hieraan biedt de empirische component inzicht in de praktijkervaringen van actoren op het terrein. De resultaten tonen aan dat microgridontwikkelaars en regelgevers zich vaak geconfronteerd zien met ­complexe en inconsistente regels, ­onduidelijke verantwoordelijkheden, en bureaucratische procedures. Deze leiden tot aanzienlijke zoek-, informatie- en nalevingskosten, wat het vertrouwen en de investeringsbereidheid schaadt. Bovendien blijkt uit de interviews dat NRI’s overwegend terughoudend zijn in hun ondersteuning van microgrids, voornamelijk vanwege zorgen over netbalancering, ontvlechting en marktdynamiek.

Het proefschrift pleit daarom voor een functionele benadering van regulering, waarbij niet de juridische vorm, maar de technische kernfuncties van microgrids centraal staan. Door deze functies te koppelen aan passende juridische verplichtingen kunnen regelgeving en praktijk beter op elkaar aansluiten. De studie stelt drie stappen voor: (1) identificatie van kernfuncties van microgrids, (2) analyse van de context en bijbehorende transactiekosten, en (3) op basis hiervan aanbevelingen voor een aangepast regelgevend kader. Dit kader moet gericht zijn op het verminderen van rechtsonzekerheid, het verlagen van transactiekosten en het creëren van voldoende flexibiliteit om technologische innovatie mogelijk te maken. Door bestaande regels aan te passen en duidelijke richtlijnen te formuleren voor de rolverdeling binnen microgrids, kunnen deze systemen beter functioneren als aanvullend mechanisme binnen het bredere elektriciteitsnet. Het proefschrift levert daarmee een belangrijke bijdrage aan zowel de juridische literatuur over energieregulering als het beleidsdebat over de rol van decentrale energievoorziening in de energietransitie.

Behrendt promoveerde op 19 mei 2025 aan de Rijksuniveristeit ­Groningen, Groningen Centre of Energy Law and Sustainability. ­Promotores: prof. Edwin Woerdman en prof. Hans Vedder.


Jamie Behrendt
Microgrids under EU Law: An Empirical-Legal Analysis of Transaction Costs


De dissertatie is beschikbaar in open access

Over de auteur(s)