Onlangs heeft minister Van der Steur medegedeeld dat het thans toegepaste dierenhoudverbod niet in alle gevallen een passende sanctie is. Het huidige dierenhoudverbod – een verbod op het houden van dieren naar aanleiding van dierenmishandeling of -verwaarlozing – wordt bewerkstelligd in de vorm van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf. In onderhavige scriptie van Suzanne Merkx wordt deze modaliteit nader onderzocht. Voorts wordt uiteengezet dat het eveneens mogelijk is een dierenhoudverbod als aanwijzing bij een strafbeschikking op te leggen. Uit de analyse van deze huidige mogelijkheden blijkt dat een nieuwe modaliteit noodzakelijk is. Ten eerste omdat – met het oog op de oplegging – de vereiste bereidwilligheid tot naleving door betrokkene problematisch is. Ten tweede houdt overtreding van het dierenhoudverbod bij deze modaliteiten niét in dat de aangetroffen dieren inbeslaggenomen kunnen worden. Tot slot vervalt in veel gevallen het dierenhoudverbod juist door overtreding ervan. In deze scriptie wordt naast de analyse van de huidige mogelijkheden tevens de invoering van een nieuwe modaliteit van een dierenhoudverbod besproken. Daartoe zijn twee mogelijkheden belicht: ten eerste een dierenhoudverbod in de vorm van een maatregel, waarbij het model van de vrijheidsbeperkende maatregel is gebruikt. Ten tweede de straf die de mogelijkheid biedt een persoon het recht dieren te houden te ontzeggen: de ontzetting. 

Afbeelding: Nicholas Lee