De ventielfunctie van de artikel 12 Sv-procedure

Burgers doen bij maatschappelijk gevoelige conflicten steeds nadrukkelijker een beroep op de rechtspraak. Dat maatschappelijke conflicten via de artikel 12 Sv-procedure ook het strafrecht kunnen bereiken, heeft tot nu toe echter nog weinig aandacht gekregen. Waar deze beklagprocedure oorspronkelijk was bedoeld als correctiemechanisme op de machtspositie van het Openbaar Ministerie, en later vooral in dienst stond van de private belangen van klagers, krijgt de procedure de laatste jaren ook een ‘ventielfunctie’ voor maatschappelijk ongenoegen. Voorbeelden daarvan zijn de beklagzaak naar aanleiding van de Libor-affaire en de klacht die leidde tot de eerste Wilderszaak. 

Aan de hand van een media-analyse, casestudies, focusgroepen met raadsheren en een normatieve analyse onderzoekt dit proefschrift welke bijdrage de artikel 12 Sv-procedure levert en zou moeten leveren aan de oplossing van maatschappelijk gevoelige conflicten. Hoe moeten we deze nieuwe functie van de artikel 12 Sv-procedure begrijpen? En hoe verhoudt deze zich tot de uitgangspunten van rechtsstatelijke en democratische legitimiteit van waaruit we de maatschappelijke aanspraken op de strafrechtspleging in onze liberale democratie normeren?

Het empirische gedeelte van het onderzoek van Sophie Koning illustreert dat het democratisch leven zich ook buiten het parlement (in de rechtszaal) afspeelt. Waar in de media een strijd om conflictdefinities woedde – ging de Wilders-zaak bijvoorbeeld om gekwetste gevoelens, politieke standpunten of een gezagscrisis van de rechterlijke macht? – probeerden klagers en hun advocaten het meerlagige maatschappelijke conflict via de beklagprocedure om te vormen tot een strafrechtelijk op te lossen conflict. Uit de casestudies bleek dat we deze aanspraken van klagers op de strafrechtspleging als democratische aanspraken zouden kunnen conceptualiseren. Tegenover het Openbaar Ministerie – die in deze zaken spreekt in naam van een verdeelde samenleving – probeerden klagers zich via de in het strafrecht neergelegde normen uit te laten over wie wij zijn en willen zijn als samenleving.

De Nederlandse strafrechtspleging biedt van oudsher echter weinig ruimte voor democratisch burgerschap. Daarentegen wordt de gewenste verhouding tussen de strafrechtspleging en de samenleving in liberale, rechtsstatelijke termen begrepen: het Openbaar Ministerie definieert het algemeen belang, terwijl de samenleving wordt gezien als een optelsom van (potentiële) verdachten die beschermd dienen te worden tegen staatsmacht en (potentiële) slachtoffers die individuele behoeften zouden hebben zoals veiligheid, erkenning en rechtsbescherming. Uit de case studies, focusgroepen en normatieve analyse blijkt dat dit liberale denkkader tot empirische en normatieve blinde vlekken leidt. Het laat de democratische samenleving onbesproken of reduceert deze tot een ‘repressieve samenleving’ waartegen het individu moet worden beschermd. Hoewel dit dominante liberale denkkader aldus een antwoord biedt op rechtsstatelijke legitimiteitsproblemen, is het geen afdoende reactie op de democratische legitimiteitsproblemen die zich in maatschappelijk gevoelige beklagzaken kunnen voordoen: hoe in het algemeen belang te spreken namens een verdeelde samenleving?

Tegen die achtergrond wordt doorheen het proefschrift, voortbouwend op het denken van Pierre Rosanvallon, een democratisch vocabulaire voor de zittingszaal en voorbij het parlement geconstrueerd. Daarbij wordt bijzondere aandacht gegeven aan de machtspositie van het Openbaar Ministerie en het democratisch potentieel van de Rechtspraak in een politiek-maatschappelijke context van maatschappelijke verdeeldheid en gepercipieerde politieke inactiviteit. Op deze manier kunnen maatschappelijke conflicten in de strafrechtspleging serieus worden genomen, net zoals de normatieve legitimiteitsproblemen die zij kunnen veroorzaken.

Koning promoveerde op 6 juni 2025 aan de Universiteit Leiden (Instituut voor Strafrecht en Criminologie). Promotoren: prof. mr. dr. Miranda Boone, prof. mr. Jeroen ten Voorde en prof. dr. Bastiaan Rijpkema.  


Sophie Koning 
De ventielfunctie van de artikel 12 Sv-procedure. Klachten tegen niet-vervolging in maatschappelijk gevoelige kwesties


Deze dissertatie is verschenen in de Meijers-reeks, MI-445,
ISBN 978 94 6473 796 7
Het proefschrift is ook verkrijgbaar via open access.

Over de auteur(s)