De Uitspraak: Mag je via de rechter je Down-broer de fiscus laten benadelen?

Mag je een familielid met het downsyndroom via de rechter een schenking laten doen om zo erfbelasting te ontgaan?

De Zaak.

De curator van een 55-jarige man met een zwaar Down-syndroom, tevens diens broer, vraagt toestemming aan de kantonrechter om 60.000 euro uit diens vermogen te mogen schenken aan hemzelf en zijn zes broers en zussen. Eerder schonk de man op deze manier al ruim 2000 euro aan zijn broers en zussen.

Hoe leeft hij en kan hij dat geld missen?

De man besteedt zijn tijd vooral aan tv-kijken en ‘af en toe trommelen’. Verder bezoekt hij de muziekschool. Hij vertelt de kantonrechter dat er verder niks in zijn leven is waaraan hij zoveel vreugde zou beleven dat hij er geld aan wil besteden. Hij heeft verder goed contact met zijn broers en zussen, die hem allemaal bezoeken en ook activiteiten met hem ondernemen. Zijn gezondheid verslechtert wel.

Als hij de schenking van 60.000 euro aan de familie doet resteert er volgens de curator nog ‘ruim voldoende’ om hem te kunnen verzorgen. Uit de erfenis van zijn moeder kan hij rekenen op ongeveer 26000 euro. Dat is zijn aandeel in de waarde van het ouderlijk huis dat nog verkocht moet worden. Door zijn (overleden) moeder is vastgelegd dat wat hij uit de erfenis niet verteert moet worden verdeeld onder zijn broers en zussen.

Waarom wordt er door de familie een schenking georganiseerd?

De familie heeft zich gerealiseerd dat het erven van een relatief flink vermogen van hun onder curatele gestelde broer fiscaal onvoordelig is. Ook zou het niet de wens van moeder zijn geweest dat een te groot deel van haar erfenis naar de belasting zou gaan. Als het vermogen van hun broer omlaag wordt gebracht, dan hoeven zij bij diens overlijden vermoedelijk geen of minder successierecht te betalen.

De Hoge Raad beschouwt nu de erfenis van mensen in de positie van de ‘Down-broer’ als één geheel met die van de moeder - zijn nog achter te laten vermogen telt bij vererving op bij dat van moeder. Dat levert een hogere aanslag successierecht op en ook maar één keer vrijstelling van successierecht. Door het vermogen van de broer via een schenking kunstmatig te verlagen kan dat worden voorkomen. Althans, daarop rekent de familie.

Doet de rechter hieraan mee?

Nee, die wijst dit vierkant af. De kantonrechter zegt slechts één belang te moeten dienen en dat is dat van de 55-jarige man. Is schenken op dit moment in zijn belang, is de maatstaf. Nee, zegt de rechter. Het is alleen in het belang van de familie, onder wie de curator zelf. Dat de man na schenking genoeg overhoudt om van te kunnen leven doet er niet toe. Het is niet de taak van de rechter mee te werken aan constructies om successierecht te ontgaan, zegt hij. En trouwens ook niet om met het verlagen van het eigen vermogen een eventuele hogere eigen bijdrage aan de AWBZ te voorkomen.

Lees hier de uitspraak (ECLI:NL:RBZWB:2014:1509).

Deze Uitspraak is ook te lezen op Recht en Bestuur.


Bron afbeelding: Mijn Impressie

 

 

Over de auteur(s)
Author picture
Folkert Jensma
Juridisch redacteur, commentator en blogger bij NRC