De minachting voor de gerechtstolk

In het artikel ‘De begrijpelijke strafrechtszitting’ van Henk Elffers in NJB 2014/1631, afl. 31 gaat het niet over strafrechtszittingen waarin een gerechtstolk optreedt. Als een normale rechtszitting voor een Nederlandse toehoorder al onbegrijpelijk is, hoe moet het een niet-Nederlandstalige verdachte dan wel niet tijdens een rechtszitting vergaan waarin hijzelf hoofdrolspeler is. De bijstand die een gerechtstolk aan de niet-Nederlandstalige verdachte kan geven wordt in hoge mate beperkt door de gebrekkige voorbereidingsmogelijkheden die gerechtstolken worden geboden.

In 2009 werd de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv) van kracht waarbij gerechtstolken voor het eerst officieel als beroepsbeoefenaars beëdigd werden zodat beëdiging tijdens de rechtszitting niet meer nodig was. In die eed of belofte zweert respectievelijk belooft de gerechtstolk dat hij de informatie die hem beroepshalve ter beschikking wordt gesteld vertrouwelijk zal behandelen. Voor een goed begrip van het gewicht van een eed of belofte die voor de rechtbank is afgelegd: het breken van die belofte of eed is een strafbaar feit. Een veroordeling hiervoor betekent het einde van zijn loopbaan omdat een gerechtstolk geen strafblad mag hebben. Op grond van deze Wbtv werd een register van beëdigde tolken en vertalers opgericht waarin de gerechtstolk zich dient in te schrijven. Deze inschrijving moet elke vijf jaar worden vernieuwd. De gerechtstolk moet dan aantonen dat hij zijn kennis en bekwaamheden op peil heeft gehouden door middel van het volgen of zelf geven van cursussen, het zogenaamde programma permanente educatie. Nog niet volledig gekwalificeerde gerechtstolken of gerechtstolken in een taal waarvoor geen opleiding in Nederland bestaat, worden op een uitwijklijst geplaatst met de bedoeling dat zij uiteindelijk doorstromen naar het register. Op die manier hoopt de wetgever dat de kwaliteit van de geregistreerde gerechtstolken gehandhaafd of zelfs verbeterd wordt.

Gebrekkige informatievoorziening

Deze doelstelling staat in schril contrast met de mogelijkheden van de gerechtstolk om zijn gehandhaafde of verbeterde bekwaamheden ten nutte te maken tijdens zijn werkzaamheden gedurende strafrechtszittingen. Voor een rechtszitting wordt de gerechtstolk opgeroepen om op een bepaalde tijd op een bepaalde rechtbank of gerechtshof in een strafzaak te verschijnen. Bij de oproep wordt ter informatie een dagvaarding bijgesloten voor rechtszittingen bij de meervoudige kamer. Is het een zitting van de politierechter dan kan er een dagvaarding worden bijgesloten maar vaak wordt alleen het wetsartikel vermeld dat mogelijk is overtreden. Voor oproepen voor voorgeleidingen bij de rechter-commissaris of voor getuigenverhoren bij de rechter-commissaris in eerste aanleg, of in hoger beroep bij de raadsheer-commissaris, wordt geen enkele informatie verstrekt. Het gerecht in Den Haag verstrekt in al deze gevallen slechts de naam van de verdachte, zijn nationaliteit en het artikelnummer van de betreffende wetsovertreding.

Terminologie

Waarom belemmert het openbaar ministerie (OM) het functioneren van de gerechtstolk door deze gebrekkige informatievoorziening? De gerechtstolk heeft immers een eed of een belofte afgelegd om vertrouwelijk om te gaan met de verstrekte informatie en is zich bewust van de sanctie die staat op het breken van die eed of belofte. Dus waarom dan toch die gebrekkige informatievoorziening? Het fundamentele probleem voor het OM is dat zij de opvatting huldigt dat een strafdossier dat tijdens de zitting wordt behandeld slechts op één manier en niet anders dan op die manier gelezen kan worden, dat wil zeggen, uitsluitend zoals juristen dat plegen te doen. De openbare aanklager leest en verzamelt de stukken om daarmee het dossier samen te stellen dat voldoende bewijsmiddelen bevat om de verdachte te kunnen veroordelen. De verdediging leest het dossier om te zien in hoeverre de door het OM aangevoerde bewijsmiddelen niet aanvechtbaar zijn om zo de onschuld of verminderde strafbaarheid van zijn cliënt aan te tonen. In beide gevallen gaat het om juridische werkmethodes. Een gerechtstolk heeft een heel andere werkwijze en invalshoek om het dossier te lezen. De gerechtstolk is verantwoordelijk voor de communicatie tijdens de rechtszitting. Een gerechtstolk leest een strafdossier om te zien welke terminologie erin ter sprake komt. Dat is niet alleen juridische terminologie maar ook vaak die van technische bewijsmiddelen, terwijl bij de behandeling van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte tevens maatschappelijke, psychologische of psychiatrische rapporten ter sprake kunnen komen, allemaal met hun specifieke terminologie die niet meteen als vanzelfsprekend tot de directe competentie van de bij uitstek juridisch geschoolde gerechtstolk behoort.

Juridisch en vertaaltechnisch

Zou een gerechtstolk de gelegenheid worden gegeven om voorafgaand aan de rechtszitting inzage te krijgen in het te behandelen strafdossier dan zou hij tijdens de rechtszitting veel minder hoeven te improviseren met veel betere vertaalresultaten als gevolg. De gerechtstolk is er tijdens de rechtszitting ten behoeve van de communicatie, niet voor het veroordelen van een verdachte. Zijn vertolking heeft als enig oogmerk de rechtszitting zo te laten verlopen alsof het een zitting met uitsluitend Nederlandstalige sprekers zou zijn geweest. De gerechtstolk veroordeelt niet maar verzorgt de communicatie op een dusdanige manier dat de andere procesdeelnemers in staat worden gesteld om de niet-Nederlandse verdachte op grond van de aangevoerde juridische argumenten al dan niet te veroordelen. Dat zijn totaal verschillende disciplines die een volledige andere lezing van strafdossiers vereisen om zowel tot een goed juridisch oordeel als tot een goede vertolking te kunnen komen. Voor het OM is dit voor zover ik weet niet bespreekbaar omdat zij blijft volhouden dat er slechts één lezing van een strafdossier mogelijk is, namelijk, de juridische en niet een die berust op een taalkundige en vertaaltechnische benadering.

Slechte microfoontechniek

Tijdens de rechtszitting zelf krijgt de gerechtstolk te maken met rechters, officieren van justitie en advocaten die het over het algemeen doen voorkomen alsof zij geen enkele ervaring hebben met rechtszittingen waarbij de tussenkomst van een gerechtstolk noodzakelijk is. Het klinkt vreemd, maar in de meer dan veertig jaar dat de tussenkomst van gerechtstolken tijdens rechtszittingen in toenemende mate noodzakelijk werd, heeft de rechterlijke macht noch het OM het nuttig geacht om cursussen te organiseren waarbij rechters en officieren van justitie voor dergelijke rechtszittingen worden getraind. Zo wordt er tijdens rechtszittingen te zacht of te snel gesproken, gemompeld, worden er afkortingen gebruikt die de gerechtstolk, voor een goed begrip van de verdachte, volledig moet vertalen terwijl de spreker zonder ophouden zijn betoog vervolgt. De gerechtstolk wordt het zo onmogelijk gemaakt om de spreker ook maar enigszins bij te houden terwijl van hem toch verwacht wordt dat hij simultaan vertaalt. Rechters, officieren van justitie en advocaten hebben een slechte microfoontechniek met alle gevolgen van dien voor de verstaanbaarheid, om over de akoestiek in menige rechtszaal maar te zwijgen. Officieren van justitie hebben vrijwel nooit een kopie van hun requisitoir voor de gerechtstolk zodat hij bij de voorlezing niet mee kan lezen en zodoende vaak gedwongen wordt om de officier om herhaling te vragen van hetgeen hij zojuist heeft voorgelezen. Hetzelfde kan over pleidooien van advocaten worden gezegd.

Improvisatievermogen

Dit zijn overigens niet de enige problemen van een tolk tijdens een rechtszitting. Ook de plaats die de gerechtstolk in de rechtszaal moet innemen en de stoel waarop hij moet zitten vormen vaak belemmeringen om een voor de gerechtstolk zo ergonomisch mogelijk houding aan te nemen tijdens de zitting. Absoluut dieptepunt is het nieuwe gerechtshof te Amsterdam waarin zeer rechthoekige meubels zijn gereserveerd voor advocaat en verdachte maar waarachter geen ruimte meer is voor de gerechtstolk zodat die genoodzaakt is om op een scherpe hoek van het meubel zo goed en zo kwaad als dat kan aan te schuiven. Die positie is bij lange zittingen volstrekt onhoudbaar en heeft negatieve invloed op de vertaalprestatie van de gerechtstolk. Tenslotte plegen de leden van de rechterlijke macht en de officieren van justitie geen rekening te houden met de enorme concentratie die voor een goede vertolking nodig is waardoor er regelmatige pauzes noodzakelijk zijn als er maar één gerechtstolk is. Veel beter zou het natuurlijk zijn als er meerdere gerechtstolken worden ingezet die elkaar kunnen aflossen zodat pauzes minder vaak nodig zijn. De gerechtstolk kan zo herstellen van zijn inspanningen, zonder dat de rechtszitting daarvoor onderbroken hoeft te worden, om na zijn pauze zijn collega weer af te lossen.

Negatief effect op kwaliteit

Onder de huidige moeilijke werkomstandigheden ten gevolge van de slechte voorbereidingsmogelijkheden, de rommelige en onvoldoende op de gerechtstolk afgestemde rechtszittingen en de lange duur van de tolksessies, wordt van de gerechtstolken een veel te groot improvisatievermogen verlangd. De inspanningen die een gerechtstolk zich tijdens een rechtszitting moet getroosten en de extra inspanningen die van hem worden verwacht om zijn inschrijving in het register beëdigde tolken en vertalers elke vijf jaar te kunnen verlengen staan in schril contrast met de vergoeding die het OM voor deze hoog gekwalificeerde werkzaamheden over heeft. Sedert 1981 zijn de uurtarieven voor gerechtstolken niet verhoogd, zelfs niet eens voor inflatie gecorrigeerd. Zolang een instelling als het OM grote inspanningen verlangt van de kant van de gerechtstolken, maar zelf meent bij te dragen aan een hogere kwaliteit door middel van de introductie van marktwerking voor tolk- en vertaaldiensten waarmee het automatisme in werking treedt dat een hogere kwaliteit als vanzelf voor een lagere prijs wordt verkregen, moet men er ernstig rekening mee houden dat dit een negatief effect heeft op de kwaliteit van gerechtstolken. Te vrezen is dat de niet-Nederlandstalige verdachte steeds minder kans heeft op een strafrechtszitting waarin zijn standpunt tot zijn recht kan komen en waaraan hij de indruk overhoudt dat hij een eerlijk proces heeft gekregen. Hiermee brengt het OM de rechtsgelijkheid voor niet-Nederlandstalige verdachten en dientengevolge het functioneren van de rechtstaat ernstig in gevaar. Het OM zou zich toch eens moeten afvragen waarom zij zo weinig toeschietelijk is met het verstrekken van informatie aan gerechtstolken, zo weinig oog heeft voor de positie van de gerechtstolk tijdens de strafrechtszittingen, zo weinig aandacht heeft voor de inspannende taak van de gerechtstolk, zulke slechte arbeidsomstandigheden blijft bieden en hun diensten zo slecht betaalt dat er voor de gerechtstolken geen andere conclusie rest dan dat het OM hun werkzaamheden ronduit minacht.


Dr. A.P. Jacobs is beëdigd tolk-vertaler Spaans, Wbtv. Dit artikel is gepubliceerd in NJB 2015/207, afl. 4, p. 256 e.v. Dit artikel verscheen eerder in de Linguaan - kwartaalblad over talen, vertalen en tolken, jrg. 25, afl. 4, winter 2014. 

 

Afbeelding: © ImageZoo / Alamy

Over de auteur(s)