Artikelen van Yacintha Habicht

Blog
Overheidsleningen en garanties. Van nee, tenzij naar ja, mits
Wellicht is het tijd dat het terughoudende ‘nee-tenzij’-beleid plaatsmaakt voor een ‘ja, mits’-beleid, waar de geschiktheid van het financieringsinstrument voor het te financieren project centraal staat.
15 mei 2025 Artikel Yacintha Habicht Joep Schoenmakers
Tijdschrift NJB 17 (2025)
De Lex-Van Oven, een marathon met een bijzondere eindsprint
Ans van Duijvendijk-Brand
De wet van 14 juni 1956, Stb. 1956, 343, tot opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw (in werking getreden op 1 januari 1957) is vernoemd naar haar auctor intellectualis, Julius Christiaan van Oven. De wet kent een lange en bewogen geschiedenis, waarin wetsontwerpen werden ingediend, op de plank bleven liggen, werden ingetrokken om dan plotsklaps weer nieuw leven te worden ingeblazen; sommige artikelen, zoals artikel 160 lid 1 BW (oud) (‘De man is het hoofd der echtvereniging’), werden geschrapt en dan weer gehandhaafd. De geschiedenis kent echter als constante de onwankelbare visie van Van Oven dát dit onderwerp geregeld moet worden, en ook hoe dat diende te gebeuren, namelijk door óók het huwelijksgoederenrecht ingrijpend te wijzigen. Bijna dertig jaar lang houdt hij vast aan zijn visie, tegen de stroom in. Door een bijzondere samenloop van omstandigheden kan hij zijn ideeën in 1956 alsnog verwezenlijken. Hij heeft als wetenschapper ‘lopend voor’ dit onderwerp dan al bijna een marathon afgelegd. Door een fabuleuze eindsprint in zijn hoedanigheid van Minister van Justitie slaagt hij erin alsnog ‘het goud’ binnen te halen.

[verder lezen in InView]

Constitutionele toetsing en een constitutioneel hof in de West
Jeff Sybesma en Harrie Vermeulen
Nu in Nederland constitutionele toetsing en de instelling van een constitutioneel hof hoog op de agenda staan valt het op dat in de diverse adviezen, onderzoeken en wetenschappelijke artikelen over dit onderwerp nauwelijks, eigenlijk geen, aandacht wordt besteed aan de stand van zaken aangaande constitutionele toetsing in het Caribische deel van het Koninkrijk. Immers, hier is constitutionele toetsing al langer ingevoerd. In Aruba sedert 1986 en in Curaçao en Sint Maarten sedert 2010. Ook is bij de ontmanteling van de Nederlandse Antillen in 2010 in het autonome land Sint Maarten een constitutioneel hof in het leven geroepen. Dit artikel vult dat hiaat door in te gaan op hetgeen in het Caribische deel van het Koninkrijk is geregeld inzake constitutionele toetsing. De Caribische regelingen worden afgezet tegen de voorstellen zoals door het kabinet neegelegd in de Contourennota constitutionele toetsing.

[verder lezen in InView]

Overheidsleningen en garanties
Yacintha Habicht en Joep Schoenmakers
bestaat terughoudendheid bij het verstrekken van leningen en garanties door bestuursorganen. Dit essay onderzoekt waar deze terughoudendheid vandaan komt en in welke situaties het inzetten van leningen en garanties als vorm van subsidiëring effectief kan zijn.

[verder lezen in InView]

‘Processtukken, wanneer verworden zij van hulp tot hindernis?’
Tijn van Osch
Uitdijende processtukken en de limitering zijn niet alleen in Nederland een probleem. De Internationale Rechtersvereniging besloot om dit onderwerp te inventariseren. Op een daartoe verspreide vragenlijst kwamen bijna veertig reacties van buitenlandse rechtersverenigingen binnen. De vraag die niet is gesteld maar kennelijk als een gegeven werd beschouwd: ‘heeft uw jurisdictie last van te lange en/of onnodige (tekst in) processtukken?’ werd, impliciet, breed onderschreven. In deze bijdrage worden de meest relevante resultaten besproken.

[verder lezen in InView]

14 mei 2025
Tijdschrift NJB 35 (2024)
Zorgt de wet Holocaustontkenning voor onwenselijke discussies in de rechtszaal?
Fien de Ruiter
Uitingen waarmee internationale misdrijven worden vergoelijkt, ontkend of verregaand gebagatelliseerd, kunnen kwalificeren als vormen van racisme en vreemdelingenhaat. Het is daarom belangrijk dat het Nederlandse juridisch kader over de strafbaarheid van deze uitingen onlangs werd verduidelijkt. Mede vanwege de summiere parlementaire geschiedenis, zorgt het nieuwe artikel 137c lid 2 Sr behalve voor verduidelijking echter ook voor veel nieuwe vragen. Bij uitingen die bepaalde historische of recentere geopolitieke gebeurtenissen vergoelijken of die dergelijke gebeurtenissen ontkennen of verregaand bagatelliseren, kunnen discussies in de rechtszaal ontstaan die eigenlijk niet thuishoren in strafprocedures over uitingsdelicten.

[verder lezen in InView]

Zelfredzaamheid als juridische fictie?
Myrte Hoekstra, Renate van Riezen, Gieneke Teeuwen en Willem-Jan Verhoeven
Gedupeerde ouders in de kinderopvangtoeslagaffaire kregen moeilijk toegang tot gesubsidieerde rechtsbijstand. Aanvragen voor rechtsbijstand in de bezwaarfase in kinderopvangtoeslagzaken werden afgewezen omdat burgers hierbij geacht worden zelfredzaam te zijn. Zelfredzaamheid functioneert in deze situatie als juridische fictie; een juridische realiteit die niet noodzakelijkerwijs is gestoeld op een empirische basis. Dit artikel laat zien dat deze juridische fictie van zelfredzaamheid de mogelijkheden van zowel sociaal advocaten als eerstelijns rechtshulpverleners om gedupeerden daadwerkelijk terzijde te staan sterk beperkt. Een kritische blik op de normatieve keuzes die schuilgaan achter concepten als zelfredzaamheid en de vertaling hiervan naar instructies voor de uitvoeringspraktijk is dus noodzakelijk om kwetsbare burgers de nodige rechtsbescherming te bieden.

[verder lezen in InView]

De rol van de Ombudsman in tijden van ontstatelijking
Yacintha Habicht
Steeds vaker gaan overheden een publiek-private samenwerking aan of richten zij privaatrechtelijke rechtspersonen op om publiek geld te alloceren. Wanneer een publieke taak niet door de overheid zelf, maar door een private partij wordt uitgevoerd kan een discrepantie in rechtsbescherming ontstaan. De inzet van private partijen bij de uitvoering van publieke taken is dus niet zonder gevolgen en het is de burger die hiervan de consequenties ondervindt nu de rechtsbescherming van die burger er op achteruit gaat wanneer een private partij, die niet kan worden aangemerkt als bestuursorgaan, een publieke taak uitvoert. Als in ieder geval de ombudsman wettelijk bevoegd zou zijn om te oordelen over private partijen die als doorgeefluik van de overheid publieke gelden verstrekken zou dat al enig soelaas bieden.

[verder lezen in InView]

Samenwerking en rechtseenheid tussen de hoogste bestuursrechters in Nederland
Maarten Feteris
Voor rechtseenheid is het van belang dat de hoogste rechters de regels die zij moeten toepassen zoveel mogelijk op dezelfde manier uitleggen. Dat vergt samenwerking in enige vorm. Hoe gaat dat in Nederland in zijn werk?

[verder lezen in InView]

Wet Voltooid Leven
Anne-Marijke Podt en Joost Sneller
In dit blad is in het artikel ‘Wet voltooid leven bedreigt bestaande euthanasiepraktijk’ (NJB 2024/1127, afl. 18) door prof. Aart Hendriks kritiek geuit op het initiatiefwetsvoorstel Voltooid Leven. D66 beoogt met dat voorstel een waardige manier van regie over het eigen leven vorm te geven. In het stuk van Hendriks staan meerdere punten die niet een volledige weergave van de feiten geven, mede omdat er verwezen wordt naar de – juridisch zwak onderbouwde – reactie van de KNMG. Hendriks trekt de conclusie dat het voorstel– mede gelet op juridische tekortkomingen – niet anders kan worden aangeduid dan als ‘broddelwerk’. Niet terecht, zo wordt hier betoogd.

[verder lezen in InView]

13 november 2024