Artikelen van Veerle Boelhouwers

Tijdschrift NJB 14 (2016)
Grondslag en gevolgen van een tweedimensionaal privaatrecht
Dick van der Kwaak
Onlangs verscheen ‘Een theorie van het privaatrecht’. Hoofdstelling van dit boek is dat het burgerlijk recht en het burgerlijk procesrecht enerzijds nauw met elkaar samenhangen omdat zij niet buiten elkaar kunnen, maar anderzijds twee scherp te onderscheiden dimensies van het privaatrecht vormen omdat beide een eigen aard en inhoud hebben. In het onderhavige artikel belicht de auteur een van de drie onderdelen van dit boek: het uit het onderscheid tussen statisch (kenmerk van de rechtsbetrekking naar burgerlijk recht) en dynamisch (kenmerk van de procesrechtelijke rechtsbetrekking) resulterende gegeven dat rechtsbetrekkingen onder omstandigheden een variërende status hebben. Dit gegeven werpt een geheel nieuw licht op veel dogmatische en praktische vragen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Opzet en vrije wil bij delicten door een psychische stoornis
Anton Loonen
Kan er van opzet sprake zijn wanneer betrokkene niet over een vrije wil beschikt? Het valt moeilijk te begrijpen dat in vergelijkbare gevallen mensen met een ernstige psychische ziekte anders worden behandeld dan mensen met een ernstige lichamelijke aandoening. Als een buschauffeur achter het stuur onwel wordt en een dodelijk ongeluk veroorzaakt, wordt het ‘bewijs van opzet’-criterium niet zo streng gehanteerd als wanneer een psychiatrische patiënt onder invloed van een delirium iemand doodslaat. Auteur bepleit om een strafbaar feit dat voortkomt uit een ernstige psychische stoornis ook als een ongeluk en niet als een delict te beschouwen. Bij ongelukken door een ernstige psychische aandoening mogen geen fundamenteel andere maatstaven worden aangelegd dan bij ongelukken door een lichamelijke stoornis.


Lees het hele artikel in Navigator.

Wraking 2.0
Veerle Boelhouwers en Joost Nan
Het lage aantal strafrechtelijke wrakingen rechtvaardigt de aandacht daarvoor in het project Modernisering Wetboek van Strafvordering niet. Het onderwerp zou sowieso niet binnen dat project op de schop moeten worden genomen. Als er al wijzigingen in de wrakingsregeling moeten worden aangebracht, dient dat namelijk in harmonie met het civiele en het bestuursrecht te gebeuren. Omwille van de efficiëntie en rechtseenheid zou het instellen van één landelijke wrakingskamer kunnen worden overwogen die de wrakingsverzoeken vanuit alle rechtsgebieden voor haar rekening neemt. Naar buiten toe zal dat een objectievere indruk geven, terwijl het de sfeer binnen de rechterlijke macht goed zal doen, aangezien directe collega’s elkaar niet meer hoeven te beoordelen.


Lees het hele artikel in Navigator.

 

Bekijk dit nummer in Navigator.

6 april 2016