Artikelen van Sander Janssen

Tijdschrift NJB 4 (2024)
Versterking van de Rechtsstaat. Betere waarborgen voor rechterlijke onafhankelijkheid
Paul Bovend'Eert
De Venice Commission heeft een behartigenswaardig rapport geschreven over waarborgen voor rechterlijke onafhankelijkheid in Nederland met een aantal ingrijpende adviezen. De Commissie stelt terecht dat men niet louter kan vertrouwen op een rechtscultuur, waarin rechterlijke onafhankelijkheid door de politieke organen traditioneel wordt gerespecteerd. Het is nodig om voldoende (grond)wettelijke waarborgen voorhanden te hebben. Werk aan de winkel is noodzakelijk.

[verder lezen in InView]

Getuigenbescherming op de schop?
Sander Janssen
Bijna twintig jaar na de invoering van de wettelijke regeling voor het gebruik van kroongetuigen in het Nederlandse strafproces en ruim tien jaar nadat de weeffouten in dat systeem zich in het Passage-proces indringend hadden geopenbaard, lijkt er eindelijk serieus werk te worden gemaakt van de daarbij altijd noodzakelijke getuigenbescherming. Zowel bij het Ministerie van Justitie als bij het Openbaar Ministerie als bij de Rechtspraak wordt serieus nagedacht over manieren om de regeling te verbeteren, zodat de complicaties en conflicten zoals die zich in het verleden meermalen hebben voorgedaan in de toekomst kunnen worden voorkomen. In het recente rapport van procureur-generaal Bleichrodt worden ook weer harde conclusies getrokken over het ontbreken van zelfs de meest basale kaders. Het is dan ook te hopen dat de demissionaire status van de huidige Minister van Justitie niet zal maken dat dit belangrijke onderwerp opnieuw naar de achtergrond verdwijnt.

[verder lezen in InView]

Verduidelijking toestemmingsregels van ouders bij gezondheidszorg aan minderjarigen noodzakelijk
Aart Hendriks
De wettelijke regelgeving over de overeenkomst inzake geneeskundige behandeling in Boek 7 BW gaat ervan uit dat toestemming voor een geneeskundige behandeling van een kind door beide ouders met gezag nodig is, althans totdat de minderjarige zestien jaar is. In kwesties die worden beheerst door de regelgeving van Boek 1 BW is toestemming van één ouder echter voldoende. Deze deels afwijkende regelgeving in twee boeken van het BW zorgt in de (rechts)praktijk regelmatig voor onduidelijkheden.

[verder lezen in InView]

Naschrift: Waar is artikel 801b Rv?
Bart Tromp
In mijn artikel ‘Is de meldbriefprocedure ontoelaatbaar?’ in aflevering 2 van het NJB van 12 januari 2024 (NJB 2024/67), heb ik aan de hand van rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens een beredeneerd standpunt ingenomen over de (on)toelaatbaarheid van de meldbriefprocedure.

[verder lezen in InView]

24 januari 2024
Tijdschrift NJB 8 (2022)
De veroordeling van Shell tot 45% CO2-reductie in 2030
Lodewijk Smeehuijzen
Het opstellen van regels ter bescherming van burgers tegen de schadelijke gevolgen van klimaatverandering is een taak van de wetgever. De civiele rechter heeft op dat terrein in beginsel geen rol. Als echter sprake is van reguleringsfalen en de overheid daardoor tekortschiet in de bescherming van de burger kan dat anders zijn. Nu de doelen uit de Klimaatwet stelselmatig niet worden gehaald kan betoogd worden dat er, zeker op het moment dat de Shell-zaak speelde, sprake was van zo’n reguleringsfalen. Aan het daaropvolgende civiele oordeel kan echter wel de eis worden gesteld dat het feitelijk de mensenrechtelijke positie van de (toekomstige) bewoners van Nederland dient. Want als het optreden van de civiele rechter niet effectief is, corrigeert het dat reguleringsfalen niet. Die effectiviteit is in de Shell-zaak op voorhand niet evident.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Ik zie ik zie wat ik niet zie
Karin de Vries en Thomas Spijkerboer
Hoewel de KMar inmiddels heeft laten weten niet door te zullen gaan met etnisch profileren in het kader van MTV-controles, is zulk profileren volgens de Nederlandse rechter niet in strijd met internationale discriminatieverboden. Dat strookt echter niet met de rechtspraak van het EHRM: als huidskleur, ook al is dat in een optelsom van criteria, beslissend is voor de vraag of iemand wordt staande gehouden, is er steeds sprake van een onderscheid in strijd met artikel 1 Protocol 12 EVRM. Tegelijkertijd valt niet te ontkennen dat ras historisch steeds in grote mate bepalend is geweest, en nog steeds is, voor het antwoord op de vraag wie zich relatief vrij over de wereld kan bewegen, en wie niet. Die ongelijke toegang tot legale migratie komt voort uit het koloniale verleden en heeft tot gevolg dat mensen zonder rechtmatig verblijf vooral mensen van kleur zijn. Het verbod om expliciet onderscheid te maken op grond van ras maakt het echter onmogelijk om het structurele verband tussen huidskleur en verblijfsstatus juridisch te erkennen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Het verhullende proces-verbaal en ander ondeugdelijk gedrag van de politie
Marijke Malsch
Rechters krijgen soms zaken voor zich waarin de politie een onjuist proces-verbaal (PV) heeft opgemaakt. In een deel van deze zaken verhult het incorrecte PV dat de politie ook nog iets anders heeft gedaan dat niet in overeenstemming is met de regels, zoals disproportioneel geweld bij de aanhouding of het toepassen van een onjuiste verhoormethode. Het artikel bespreekt een aantal zaken waarin dit het geval is, en bepleit dat rechters zich duidelijker uitspreken over onjuiste PV’s en ander onrechtmatig gedrag van de politie.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Bezwaarschriftenadviescommissie Kinderopvangtoeslag
Harm van den Broek
De Bezwaarschriftenadviescommissie Kinderopvangtoeslag adviseert de Belastingdienst/Uitvoeringsherstelorganisatie Toeslagen (UHT) over de afhandeling van bezwaarschriften van gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire tegen financiële compensatiebeschikkingen. Wat voor adviezen heeft zij afgegeven in 2021? De Bezwaarschriftenadviescommissie is ruimhartig omgegaan met bezwaarschriften die na afloop van de bezwaartermijn zijn ingediend. In haar adviezen stelde zij de diverse compensatieregelingen voorop. Pleidooien voor een ruimere compensatieregeling heeft de Bezwaarschriftenadviescommissie in het algemeen afgewezen. Op enkele punten heeft de commissie geadviseerd de CAF-compensatieregeling ruimhartig toe te passen. Bijvoorbeeld door net als invorderingsrente ook in rekening gebrachte toeslagrente te vergoeden.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Nawoord op De dataset langs de meetlat van artikel 6 EVRM
Desiree de Jonge en Sander Janssen
In een bijdrage getiteld De dataset langs de meetlat van artikel 6 EVRM (NJB, afl. 5) reageert Jordy van der Pijll op een eerder door ons geschreven artikel over de toegang die de verdediging in strafzaken zou moeten krijgen tot de datasets die in een toenemend aantal strafzaken een belangrijk deel van het bewijs (moeten) leveren. Een korte reactie.

[verder lezen in NAVIGATOR]

23 februari 2022
Tijdschrift NJB 34 (2021)
De demonstrerende rechter
Sietske Dijkstra
De laatste jaren zijn Nederlandse rechters meermalen de straat op gegaan uit protest tegen ontwikkelingen die de Rechtspraak raakten. Zo is er gedemonstreerd tegen een voorgenomen beperking door de Raad voor de rechtspraak van de zaakpakketten van de kleinere rechtbanken en is publiekelijk steun betuigd aan Poolse collega’s wier onafhankelijkheid wordt bedreigd. De demonstrerende rechter is een betrekkelijk nieuw verschijnsel, een vorm van betrokkenheid die lijkt te worden gevoed door de druk die rechters ervaren op de Rechtspraak en rechtsstaat. Deze demonstraties roepen vragen op, zowel binnen als buiten de Rechtspraak, over onder meer de rechterlijke onpartijdigheid en de dracht van de toga tijdens demonstraties. In deze bijdrage wordt geprobeerd om deze vragen beter te begrijpen en een begin van een antwoord te formuleren. Dit gebeurt door expliciet aandacht te besteden aan het onderscheid tussen het optreden van de rechter in en buiten functie. Een analyse langs deze lijnen laat zien waar het in juridisch en beroepsethisch opzicht wringt bij de demonstrerende rechter en over welke punten de beroepsgroep verder na zou moeten denken. In aansluiting hierop, en afsluitend, wordt gepleit voor meer aandacht voor dit onderwerp binnen de Rechtspraak.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Eindelijk toegang tot datasets
Desiree de Jonge en Sander Janssen
Na de inbeslagneming van dataservers van Ennetcom in april 2016 deed een nieuw fenomeen zijn intrede in de Nederlandse strafrechtspleging: PGP-data. Oftewel de versleutelde inhoud van e-mailaccounts die de opsporing wist te ontsleutelen. In een snel toenemend aantal zaken wordt het door het Openbaar Ministerie gepresenteerde bewijs in doorslaggevende mate gebaseerd op een selectie van dergelijke data, terwijl de volledige datasets niet aan de verdediging worden verstrekt. Het toepassen van bestaande wetgeving, jurisprudentie en in de praktijk ontwikkelde uitgangspunten uit een tijd waarin in het geheel nog niet voorzienbaar was dat technologische ontwikkelingen zouden leiden tot dit type bewijsvoering staat inmiddels op gespannen voet met de adequate mogelijkheden die ook de verdediging moet hebben om die data in te zien, te onderzoeken en daaruit te selecteren wat ter verdediging van belang wordt geacht. Er zal een einde moeten worden gemaakt aan de sinds de introductie van dit fenomeen ontstane systemische ongelijkheid. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden nam in het onderzoek Bosnië-Brandberg na diverse eerdere verzoeken van de verdediging op 1 juli 2021 een baan brekende beslissing die navolging verdient.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Europees Parlement roept op tot erkenning abortusrecht
Marie-Thérèse Hengst
Het Europees Parlement heeft de lidstaten van de Europese Unie opgeroepen om abortus als recht te erkennen en de toegang tot veilige abortus zo volledig mogelijk te verzekeren. Op 24 juni 2021 nam het Europees Parlement daarvoor een resolutie aan. Daarbij riep het de EU-lidstaten ook op om het recht op gewetensvrijheid te beknotten, omdat dit recht de toegang tot abortus zou beletten. In dit artikel wordt uiteengezet waarom de resolutie echter geen abortusrecht schept en waarom het Europees Parlement de vrijheid van geweten niet zomaar opzij kan schuiven. Tot slot wordt de Nederlandse juridische situatie beschreven ten aanzien van het abortusrecht en het recht op gewetensbezwaren.

[verder lezen in NAVIGATOR]

6 oktober 2021
Tijdschrift NJB 32 (2020)
Partner in prosecution
Sander Janssen
Na jarenlang een sluimerend bestaan te hebben geleid staat de inzet van criminele burgers in het strafproces weer volop in de aandacht van procesdeelnemers en van de media. Al deze ontwikkelingen op het gebied van kroongetuigen, getuigenbescherming en infiltranten maken het tijd deze eerder verkende thematiek van een update te voorzien.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De invoering van artikel 2.3 Wet forensische zorg
Laura van Oploo, Merel Prinsen en Theo Bakkum
Met de recente invoering van de schakelbepaling van artikel 2.3 Wet forensische zorg (Wfz) kan een strafrechter op enig moment in een strafrechtelijk traject een civielrechtelijke machtiging afgeven in het kader van de nieuwe Wet verplichte ggz en de Wet zorg en dwang. Daarmee is de maatregel plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar (artikel 37 (oud) Sr) per 1 januari 2020 vervallen. In dit artikel onderzoeken we of artikel 2.3 Wfz als volwaardige vervanger voor de artikel 37-maatregel kan worden beschouwd. Daartoe vergelijken we de toepassingspraktijk van beide wettelijke kaders.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Verkiezingen in Suriname en de werking van het kiesstelsel
Hugo Fernandes Mendes en Hans Breeveld
De recente verkiezingen in Suriname bieden zicht op herstel van de staatkundige ontwikkeling als onafhankelijke staat welke in 1980 door een staatsgreep abrupt werd onderbroken. Met het resultaat van de verkiezingen gloort er een nieuw perspectief. Daadwerkelijke hervorming van de Grondwet en de Kiesregeling zijn echter nodig om een basis te bieden voor staatkundige ontwikkeling. Het resultaat van de verkiezingen creëert ook kansen voor hernieuwde samenwerking tussen Nederland en Suriname.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Belangrijke keuzes voor het slachtoffer in het strafproces!
Jacco Janssen
Het strafproces lijkt steeds minder geschikt voor afdoening van álle soorten en maten schadevergoedingsvorderingen. Daarom doet op dit moment een tijdelijk adviescollege onderzoek naar het schadevergoedingsstelsel voor slachtoffers van strafbare feiten. Strafrechter Jacco Janssen geeft hier in drie grove penseelstreken de contouren voor een simpele, snelle en adequate regeling.

[verder lezen in NAVIGATOR]

23 september 2020
Tijdschrift NJB 11 (2015)
Het recht van vreemdelingen op een menswaardig bestaan en de rol van de rechter
Pelle de Meij
De wijze waarop de overheid van een land omgaat met vreemdelingen kan als de lakmoesproef worden gezien voor de rechtsstatelijkheid van dat land. Het Europees Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa oordeelde recentelijk dat Nederland het Europees Sociaal Handvest schendt door geen opvang te bieden aan uitgeprocedeerde vreemdelingen en deed de aanbeveling om direct maatregelen te nemen om hen bed, bad en brood te verschaffen. De inmiddels afgetreden staatssecretaris Teeven zette echter de hakken in het zand; hij wilde eerst een oordeel van het Comité van Ministers afwachten en tot die tijd nog geen opvang regelen. Zorgvuldige bestudering van de jurisprudentie op dit vlak kan echter nauwelijks tot een andere conclusie leiden dan dat het traineren van Teeven zinloos is en mensen onnodig in de kou laat staan. Het is te hopen dat zijn opvolger realistischer zal zijn.
Alcoholslot exit
Tom Barkhuysen en Michiel van Emmerik
Door uitspraken begin maart 2015 van twee van onze hoogste rechters is de veel bekritiseerde oplegging van het zogenaamde alcoholslotprogramma (asp) van de baan. Het komt echter onredelijk voor dat personen die in het verleden deze maatregel opgelegd hebben gekregen in het geheel niet profiteren van deze gewijzigde jurisprudentie. De snelste en meest efficiënte wijze om dit op korte termijn te bewerkstelligen lijkt te zijn de herziening op verzoek van betrokkenen van opgelegde asp-maatregelen door het CBR. In zijn algemeenheid geldt dat de wetgever bij het ontwerpen van nieuwe sanctiestelsels, dan wel bij het verscherpen van bestaande, oog moet blijven houden voor differentiatie en evenredigheid in concreto. Ook een screening van bestaande wet- en regelgeving is in dat licht gewenst. Dat is de les die uit de asp-jurisprudentie en de rechtspraak inzake de verscherpte handhaving op het terrein van de sociale zekerheid kan worden getrokken.
De niet-verdachte burger in de bijzondere opsporing
Sander Janssen
In de maatschappelijke en politieke discussie wordt nog wel eens vergeten of verzwegen dat niet-verdachte burgers aan een breed scala van bijzondere opsporingsactiviteiten kunnen worden onderworpen. Dat is nu al zo, en er circuleren voorstellen voor een nieuwe regeling waarin de mogelijkheden nog verder worden uitgebreid. Bij een onrechtmatige toepassing van een opsporingsbevoegdheid kan noch een burger noch de verdachte daartegen ageren, de eerste als gevolg van jurisprudentie van de Hoge Raad en de laatste bij gebreke aan een rol in het strafproces waarbinnen dat beroep zou kunnen worden gedaan. Een zinvolle toetsing van de rechtmatigheid van de inzet van dergelijke opsporingsmiddelen kan achteraf dus nauwelijks nog plaats hebben. Zou het daadwerkelijk tot een wetswijziging komen, dan zou de gelegenheid moeten worden aangegrepen om de tekortschietende bescherming van de niet-verdachte burger in de wet te corrigeren.
Taverne en de Trias
Coen Modderman en Jan Willem van Rossem
VVD Kamerlid Joost Taverne lijkt een voorliefde te hebben voor het opschudden van de trias politica. In 2012 stelde hij een, nog steeds in behandeling zijnde, controversiële wijziging voor van artikel 94 Grondwet die beoogt wetten uit te zonderen van de toetsingsbevoegdheid van de rechter aan ieder verbindende verdragsrechtelijke bepalingen. In zijn onlangs ingediende voorstel tot wijziging van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen gaat de parlementariër subtieler te werk. Maar ook met dit voorstel wordt geschud aan de Trias. Hoe stevig en met welke implicaties, wordt hier onderzocht.
Open brief aan de nieuwe Minister van Justitie
Jacques Sluysmans
"U gaat leiding geven aan een departement van Veiligheid en Justitie. Ik hoop dat u zich bewust zult blijven van het feit dat het woordje ‘en’ duidt op een nevenschikking, en niet op een onderschikking."
19 maart 2015
Blog
I am the law. De criminele burgerinfiltrant als voorbeeld van gebrekkig machtsevenwicht
Minister Opstelten wil overgaan tot herintroductie van deze omstreden opsporingsmethode. Volgens auteur hoort normering van opsporingsbevoegdheden thuis bij de wetgever, de uitvoering daarvan bij het Openbaar Ministerie en de controle van die uitvoering bij de rechter. Machtsconcentratie bij één van de drie is onverstandig.
24 februari 2014 Artikel Sander Janssen