Artikelen van Raisa Blommenstijn

Tijdschrift NJB 19 (2020)
Een giftige paddenstoel voor de vrijheid van meningsuiting
Raisa Blommenstijn en Michael Klos
In deze bijdrage staan de aangifte van het Federatief Joods Nederland en de Kamervragen van Attje Kuiken over de verkoop van ‘foute’ boeken door Bol.com centraal. Eerst wordt ingegaan op de vraag of vervolging van Bol.com op basis van het huidige Nederlandse strafrecht kans van slagen heeft en wordt hiertoe de verhouding tussen artikel 137e Sr en artikel 10 lid 2 EVRM besproken. Tevens wordt de Mein Kampf-jurisprudentie toegelicht en de criteria die hieruit voortvloeien toegepast op de casus-Bol.com. Voorts wordt de aangifte tegen Bol.com geplaatst in een breder perspectief van deplatforming. Tot slot wordt ingegaan op private censuur. Betoogd wordt dat het plaatsen van disclaimers bij boeken niet alleen onnodig is, maar dat dit ook in de hand werkt dat een kleine groep mensen een onevenredig grote invloed kan uitoefenen op de vraag bij welke boeken een disclaimer wordt opgenomen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De rechtsstatelijke Leviathan
Maurice Adams
Wat kan Hobbes ons in tijden van crisis leren en welke inzichten heeft hij ons als constitutioneel en rechtsstatelijk denker te bieden? Dat zijn zijn inzichten over de aanvaarding van staatsgezag en de betekenis van vrijheid, over de aard van representatie en over wat nodig is om geweldloos met elkaar samen te leven. Cipiers met een autoritair karakter moeten er niet op rekenen zich al te zeer aan Hobbes te kunnen laven. In retrospectief zijn in zijn Leviathan namelijk prominent de contouren te herkennen van wat wij vandaag een democratische rechtsstaat plegen te noemen. Hobbes is een denker die vorm heeft gegeven aan de structuren en principes van de moderne burgerlijke samenleving. Juist daardoor blijft hij aanzetten tot reflectie over wat nodig is om in een rechtsstaat te leven, ook in tijden van crisis.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Nederland aansprakelijk voor douanefouten door eigen LGO
Germaine Rekwest
De vraag wie in Europeesrechtelijke context verantwoordelijkheid draagt voor het handelen van Landen en Gebieden Overzee (LGO) is bijzonder complex. LGO maken geen deel uit van de interne markt, maar voor het vrij verkeer van goederen geldt desalniettemin een beperkte werking. Met het arrest van het HvJ EU van 31 oktober 2019 is duidelijk geworden dat Nederland vanwege haar bijzondere betrekkingen met de eigen LGO een specifieke aansprakelijkheid heeft. Op grond van het Unierechtelijke beginsel van de loyale samenwerking is Nederland aansprakelijk voor schending van het douanerecht door de LGO en voor het compenseren van de verliezen die de Unie als gevolg daarvan heeft geleden. Deze uitspraak van het HvJ EU maakt nogmaals duidelijk dat het gehele Koninkrijk der Nederlanden EU-lidstaat is en niet alleen Europees Nederland.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Het is de kunst van het opschrijven
Jeroen van Wijngaarden, Lisan van Wiechen en Lotte Sliedregt
De huidige artikelen in het Wetboek van Strafrecht die verkrachting en aanranding strafbaar stellen vereisen dat de dader opzettelijk een dwangsituatie moet hebben gecreëerd waarbij tegen de wil van het slachtoffer seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. De Minister van J&V heeft aangegeven dat de vereiste dwang een veroordeling in de weg kan staan en nieuwe wetsbepalingen aangekondigd waarbij niet meer de dwang, maar de seks tegen de wil centraal staat. Maar is dat eigenlijk wel nodig? Zijn de huidige strafbaarstellingen echt niet afdoende?

[verder lezen in NAVIGATOR]

13 mei 2020
Tijdschrift NJB 40 (2019)
Inspectie SZW: Stilleggen Zonder Waarborgen?
Monique van der Linden en Erik Witjens
In dit artikel wordt de toepassing van de bevoegdheid tot stillegging van werk ex artikel 28 Arbowet kritisch besproken. In de praktijk is een tendens zichtbaar waarbij inspecteurs na een vermeende overtreding of een arbeidsongeval direct hard ingrijpen door gebruik te maken van deze bevoegdheid. Bestuursrechtelijke waarborgen blijven voornamelijk theoretisch van aard, zij vinden geen weerslag in de feitelijke toepassing van de bevoegdheid door de inspecteurs. In het systeem van de Wet op de Economische Delicten bestaat een vergelijkbare bevoegdheid. Deze is geconstrueerd op een wijze die recht doet aan de ingrijpendheid van de maatregel. Mede naar aanleiding daarvan worden voorstellen tot verbetering gedaan. Een ander probleem is dat het karakter van de maatregel als ultimum remedium door de subjectieve toepassing door inspecteurs onvoldoende uit de verf komt. Ook op dit punt zijn verbeteringen aangewezen.


Lees het hele artikel in Navigator.

100 jaar Weimar
Afshin Ellian en Raisa Blommenstijn
Een schets van de historische context van de Weimarrepubliek leidt tot de conclusie dat handhaving van het geweldsmonopolie en handhaving van de vrijheid van meningsuiting twee essentiële kenmerken van democratie zijn. Beide dienen gehandhaafd te worden om te kunnen spreken van een democratisch systeem. De Weimardemocratie is dus niet ten onder gegaan aan het voor de democratie kenmerkende formalisme, maar vooral door de afwezigheid van een democratische meerderheid die in de woorden van Montesquieu de liefde voor de republiek en de liefde voor de democratie als haar raadgever beschouwt. Het bevorderen en in stand houden van democratisch burgerschap is dus een belangrijke remedie voor het behoud van de democratie. Dit democratisch burgerschap is onmisbaar om het belangrijkste kenmerk van de democratie, namelijk haar vermogen tot zelfcorrectie, te kunnen garanderen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Achterwaartse democratisering in Suriname
Hans Lim A Po
De koloniale erfenis was het aambeeld waarop na 1975 in Suriname de democratische rechtsstaat moest worden gesmeed. Dit proces heeft geleid tot een onvolledige (electorale) democratie. De samenleving heeft vanaf het begin geen brede ondersteuning aan het proces gegeven. Niet zozeer omdat men het ideaal van een democratische rechtsorde niet onderschreef, maar vooral omdat bleek dat lacuneuze, verouderde en fragiele instituties onvoldoende waarborgden dat de overheid op transparante wijze de in het vooruitzicht gestelde economische prestaties zou leveren en de rechtsstaat zou versterken. Het gevolg was dat het proces zich nog steeds voltrekt in een samenleving die de waarden van het democratiseringsproces weliswaar onderschrijft, maar die continu gefrustreerd wordt door slechte prestaties van de overheid ten aanzien van de waarborging van zowel de gelijkheid van politieke en burgerlijke aanspraken, als van de integriteit van de publieke sector.


Lees het hele artikel in Navigator.

21 november 2019