Artikelen van Michiel Bot

Tijdschrift NJB 18 (2025)
De academische vrijheid in de VS onder druk
Rob van der Hulle
Het onstuimige begin van de tweede termijn van Donald Trump als Amerikaanse president heeft ook het Amerikaanse onderwijs niet ongemoeid gelaten. In korte tijd tracht Trump het Amerikaanse onderwijs ingrijpend te hervormen. Universiteiten die zich niet of onvoldoende aan het beleid van Trump conformeren lopen een aanzienlijke kans om federaal overheidsgeld mis te lopen. Dat zet de academische vrijheid onder druk. Hoewel de academische vrijheid in de rechtspraak is erkend, zijn de status en omvang van deze vrijheid niet geheel duidelijk. Een en ander zou Trump kunnen aangrijpen om zijn beleid in rechte te verdedigen.

[verder lezen in InView]

Palestinadiscussies en protesten op de universiteit
Michiel Bot
Nederlandse universiteiten hebben een scala aan maatregelen genomen om discussie over, en protest tegen het aanhouden van de samenwerking met Israëlische universiteiten in te perken. Universiteiten hingen vroeger vol met posters en flyers die van alles aankondigden en tot van alles opriepen. Inmiddels wordt dit veelal in strijd met de huisregels bevonden. Huisregels tegen het basisprincipe van het grondrecht op vrijheid van meningsuiting. Ook demonstraties op universiteiten kunnen niet categoriaal verboden worden, want demonstreren is een grondrecht. In dit artikel worden ontwikkelingen beschreven die illustreren dat de omgang van universiteiten met het debat over, en de protesten tegen academische medeplichtigheid aan de Israëlische genocide op de Palestijnen geen niche-onderwerp is, alleen al omdat het debat en de protesten allerlei antidemocratische krachten oproepen.

[verder lezen in InView]

Tweefactorauthenticatie
Celine Taylor Parkins-Ozephius en Dave van Toor
In de Smartphone-arresten uit 2017 stelde de Hoge Raad nadere eisen aan opsporingsonderzoek naar gegevens op een smartphone. In oktober 2024 bracht het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak Landeck een nieuwe wending. Het HvJ EU benadrukte onder meer het belang van voorafgaande rechterlijke toetsing bij onderzoek aan smartphones, wat de vraag opriep in hoeverre de Nederlandse normering hiermee in lijn is. Op 18 maart 2025 volgde een reactie van de Hoge Raad in het Post-Landeck-arrest. In deze bijdrage wordt onderzocht wat dit arrest betekent voor de normering van het onderzoek aan de smartphone. Geconcludeerd wordt dat, ondanks de bescheiden woordkeuze van de Hoge Raad, de impact van Post-Landeck groot zal zijn.

[verder lezen in InView]

In de boot genomen
Herman Hermans
‘Hoera, zojuist bekend geworden!’ Zo kondigde de Rechtbank Amsterdam enige tijd geleden op LinkedIn aan dat zij samen met het Gerechtshof Amsterdam en de Rechtbank Midden-Nederland zal meevaren in de Pride Amsterdam botenparade. Het besluit daartoe werd op het sociale medium als volgt gemotiveerd: ‘Pride staat voor diversiteit, gelijkwaardigheid en liefde – waarden die diep verankerd zijn in onze Grondwet en het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) dat dit jaar 75 jaar bestaat. De rechtspraak beschermt de vrijheden van iedereen, ongeacht wie je bent of van wie je houdt.’ Het valt op dat de Rechtbank Amsterdam niet haar eigen positie en doelstellingen vooropstelt, maar die van een externe organisatie waarmee zij zich kennelijk identificeert of solidair verklaart. Daarover valt een en ander op te merken.

[verder lezen in InView]

21 mei 2025
Tijdschrift NJB 35 (2022)
Enige gedachten over het toepasselijk advocatenverschoningsrecht
René Jansen
Tijdens transnationale civiele procedures moet de rechter bepalen welk recht van toepassing is op het geschil. Conflictregels helpen de rechter daarbij. Minder bekend lijkt echter te zijn dat de rechter onder omstandigheden ook gehouden kan zijn om buitenlands bewijsrecht toe te passen. Aangenomen wordt dat dit niet geldt ten aanzien van het formele bewijsrecht. De huidige gedachte lijkt te zijn dat het verschoningsrecht daartoe behoort. In deze bijdrage bepleit de auteur om voor wat betreft het advocatenverschoningsrecht een andersluidende conflictregel te hanteren, die aansluit bij het recht van het land waarin de advocaat gewoonlijk werkt. Daarmee zou worden afgeweken van de wijze waarop de strafrechter moet bepalen of aan een buitenlandse (in-house) advocaat een verschoningsrecht toekomt.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De Hoge Raad als higher tribunal in de zin van artikel 14 lid 5 IVBPR
Dino Bektesevic en Nils Gonzalez Bos
Een recente zienswijze van het VN Mensenrechtencomité illustreert dat de strafrechtelijke cassatieprocedure in Nederland op gespannen voet kan komen te staan met artikel 14 lid 5 IVBPR. In dit artikel is bepaald dat eenieder die wegens een strafbaar feit is veroordeeld het recht heeft op een ‘review by a higher tribunal according to law’ van de ‘conviction and sentence’. Deze spanning doet zich voor als de verdachte na een vrijspraak in eerste aanleg in hoger beroep alsnog wordt veroordeeld en de Hoge Raad in feite als eerste ‘higher tribunal’ optreedt. Voldoet dat optreden aan de verdragsrechtelijke eisen, in het bijzonder wanneer de klachten met een standaardmotivering worden afgewezen?

[verder lezen in NAVIGATOR]

Hervorming Veiligheidsraad
Ludo Grégoire
De besluitvorming in de Veiligheidsraad heeft ‘last’ van zijn ontstaansgeschiedenis. Met de oprichting van de Verenigde Naties op 24 oktober 1945 en met de vaststelling van de besluitvormingsregels in het VN-Handvest werd de machtspolitieke situatie van direct na de Tweede Wereldoorlog bevroren. En die regels maken met name de Veiligheidsraad ondemocratisch en in feite machteloos om zijn kerntaak te vervullen: de veiligheid van de mensheid te borgen door het internationale recht toe te passen. Initiatieven juist nu zijn noodzakelijk op het punt van vernieuwde besluitvormingsregels in de organen van de VN.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Institutioneel racisme en ideologie: een weerwoord op Michiel Bot
Hans Siebers
In het Nederlands Juristenblad van 22 juli 2022 behandelt de heer Michiel Bot de term ‘institutioneel racisme’. Die kwalificatie gaf staatssecretaris Marnix van Rij aan de Belastingdienst in zijn brief aan de Tweede Kamer van 30 mei jongstleden. De heer Bot levert terloops ook felle kritiek aan mijn adres, vandaar dit weerwoord.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Naschrift
Michiel Bot
Mijn artikel was een kritiek op het wegdefiniëren van racisme, door het begrip racisme uitsluitend te laten verwijzen naar expliciete biologische rassentheorieën. Op grond van deze beperkte definitie gelden zelfs Geert Wilders’ beruchte ‘minder Marokkanen’- toespraak en de figuur van Zwarte Piet niet als racistisch, terwijl ze wel onder de definitie van racial discrimination in het IVUR vallen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

9 november 2022
Tijdschrift NJB 26 (2022)
Is institutioneel racisme echt racistisch?
Michiel Bot
Staatssecretaris Van Rij kwalificeerde de ongelijke behandeling van burgers door de Belastingdienst op grond van persoonskenmerken zoals nationaliteit als ‘een vorm van institutioneel racisme’. Dit is opmerkelijk, want hoewel het begrip institutioneel racisme al in 1984 door antropoloog Philomena Essed in Nederland is geïntroduceerd, deed premier Rutte het begrip tijdens een persconferentie in 2020 nog af als ‘sociologenjargon’ waarmee je in een ‘hele andere discussie’ terecht komt die ‘totaal niet zinvol’ is. De staatssecretaris misbruikt het begrip echter om te betogen dat de ongelijke behandeling door de Belastingdienst niet echt racistisch was, maar dat er alleen ‘onbewust en onopzettelijk gedrag heeft plaatsgevonden dat een uitwerking heeft gehad binnen specifieke groepen’. Dit artikel begint met een kritische analyse van de brief van de staatssecretaris, betwist vervolgens dat het begrip racisme in de Nederlandse context iets heel anders zou betekenen dan elders, verwerpt daarom het door een Nederlandse cultuurwetenschapper geponeerde recht van Nederlanders ‘om er een eigen definitie over racisme op na te houden’ als onzinnig, en stelt ten slotte voor om racisme en institutioneel racisme te definiëren op basis van het begrip racial discrimination in het Internationaal Verdrag inzake de Uitbanning van alle vormen van Rassendiscriminatie.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De polsstok van een rechter in de repressieve samenleving
Jaap Polak
In zijn rede voor de jaarvergadering 2022 gaat de voorzitter van de Nederlandse Juristen-Vereniging in op drie uitspraken die de rechter in de afgelopen jaren deed op politiek terrein: de stikstof-uitspraken, Urgenda en box 3. Het gaat daarbij in de kern om het scherp en bindend agenderen van te veel en te vaak op de lange baan geschoven langeretermijnproblemen. De polsstok van de rechter blijft daarbij, ondanks alle ophef over de besproken uitspraken, beperkt: hij treedt op als de boodschapper van slecht nieuws, de overheid moet in actie komen om te zorgen dat dat wordt hersteld. Hoe de overheid dat doet, dat zal de rechter aan de politieke organen van de overheid overlaten.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De repressieve samenleving vanuit civiel-, bestuurs- en strafrechtelijk perspectief
Marieke Baas en Lune Verbeek
de Nicolaïkerk in Utrecht werd op 10 juni 2022 de 151ste jaarvergadering van de Nederlandse Juristen-Vereniging (NJV) gehouden. Het is de missie van de NJV om ontwikkelingen in kaart te brengen die het recht als geheel en daarmee ‘ons’ als juristen raken. Vanuit die gedachte is ook het onderwerp voor de 151ste jaarvergadering geboren: ‘De repressieve samenleving vanuit civiel-, bestuurs- en strafrechtelijk perspectief’. Sinds de 21e eeuw heeft zich onmiskenbaar een trend gemanifesteerd naar toenemende repressie die verschillende juridische vakgebieden raakt. Een zevental preadviseurs heeft onderzocht wat toenemende repressie voor ons recht betekent. Tijdens het NJV-congres is over deze preadviezen en bijbehorende stellingen gestemd en gediscussieerd.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Meer rechtsbescherming, maar niet teveel
Jasper Krommendijk
De in de kabinetsvisie op constitutionele toetsing voorgestelde uitsluiting van sociale grondrechten verdraagt zich slecht met internationale en Europese ontwikkelingen die illustreren dat toetsing aan deze rechten wel degelijk mogelijk en van toegevoegde waarde is. Daarnaast kan deze uitsluiting ertoe leiden dat rechters in de toekomst terughoudender worden in het meewegen van deze rechten.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Goed plan om alle rechters aan de Grondwet te laten toetsen
Carla Zoethout
Om écht verschil te maken moet het eerste hoofdstuk van de Grondwet op de schop worden genomen. De grondrechten moeten worden geherformuleerd en criteria bevatten waaraan de rechter inderdaad kan toetsen. Zo lang die er niet zijn, hoeven we geen hoge verwachtingen te koesteren van de invoering van constitutionele toetsing.

[verder lezen in NAVIGATOR]

21 juli 2022
Tijdschrift NJB 19 (2019)
Brexit Blues
Stefaan Van Den Bogaert en Armin Cuyvers
Deze bijdrage poogt achtergrond en duiding te geven bij de recente ontwikkelingen rondom Brexit, identificeert de belangrijkste knelpunten, en bespreekt de resterende mogelijke uitkomsten: welke routes uit de loopgraven liggen nog open? Ook reflecteert deze bijdrage kort op de lessen die wel en niet uit het Brexit-proces getrokken kunnen worden, onder andere inzake de effectiviteit van het recht op terugtrekking en de toekomstige ontwikkeling van de EU zelf. In het eindspel van Brexit zijn immers ook de eerste barsten in het pantser van de eenheid van de Unie zichtbaar geworden.


Lees het hele artikel in Navigator.

Nieuwe Chinese investeringswet
Yuwen Li
In een tijd dat de VS en China verwikkeld zijn in harde onderhandelingen om een escalerende handelsoorlog te voorkomen, heeft de Chinese overheid zich gehaast om de nieuwe Foreign Investment Law uit te vaardigen. Dit om de VS en de EU van zijn goede wil te overtuigen en om aan het buitenlandse bedrijfsleven te laten zien dat China vastbesloten is om zijn economie verder open te stellen voor buitenlandse investeringen en zijn investeringsklimaat te verbeteren. Het succes van de nieuwe investeringswet zal sterk afhangen van de bereidheid en de institutionele capaciteit van alle betrokken overheidsinstellingen deze uit te voeren en te handhaven en van het Chinese en internationale bedrijfsleven om hierop vaardig in te spelen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Kanttekeningen bij de brief van Ollongren inzake de grondwetsherzieningsprocedure
Toni van Gennip
Minister Ollongren heeft op 21 februari 2019 een brief gestuurd naar de Tweede Kamer met plannen om de grondwetsherzieningsprocedure te wijzigen. De kern van deze brief is dat de tweede lezing in de Tweede Kamer sneller moet. In deze bijdrage wordt kort de voorgeschiedenis bij de brief besproken en de inhoud van haar plannen. Hoewel toe te juichen valt dat de minister een duidelijk standpunt inneemt, zijn er ook kanttekeningen te plaatsen bij de brief.


Lees het hele artikel in Navigator.

Wanneer boycots geboycot moeten worden
Harrie Verbon
Michiel Bot betoogt in NJB 4, 2018 dat de beperking door nationale overheden van boycotacties van Israëlische producten in strijd is met het beginsel van de vrijheid van meningsuiting en vergadering. Hij vergelijkt deze boycot, zoals bepleit door de zogenoemde BDS-beweging, met de boycotacties van Afro-Amerikaanse burgers in de jaren 1960 die gericht waren tegen raciale segregatie in de VS. Deze boycotacties werden destijds toegestaan door het Hooggerechtshof in de VS. Bot haalt echter twee soorten boycots door elkaar.


Lees het hele artikel in Navigator.

Nawoord
Michiel Bot
Professor Verbon stelt dat de door de BDS-beweging voorgestelde boycot van Israëlische producten ‘a-democratisch’ is, wanneer deze ingaat tegen het buitenlands beleid van een nationale overheid. Het is onduidelijk wat hij precies bedoelt met de term ‘a-democratisch’.


Lees het hele artikel in Navigator.

14 mei 2019
Tijdschrift NJB 42 (2017)
Demonstratievrijheid en democratie
Michiel Bot
De bescherming van de demonstratievrijheid bereikte op 18 november een dieptepunt. De burgemeester van Dokkum vaardigde een demonstratieverbod uit tijdens de intocht van Sinterklaas, nadat bussen met demonstranten tegen de figuur van Zwarte Piet waren klemgereden op de A7. De minister-president stelde tijdens een campagnebijeenkomst dat mensen ‘364 dagen per jaar’ tegen Zwarte Piet konden demonstreren. En de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken verkondigde op televisie dat hij wel begrip had voor de ‘emotie’ van de mannen die de bussen hadden klemgereden. Dit artikel gaat over de aard en de rechtvaardiging van het grondrecht op demonstratievrijheid. Betoogd wordt dat de overheid zich bij demonstraties primair dient op te stellen als beschermer van de democratische publieke sfeer.


Lees het hele artikel in Navigator.

Dialoog St. Petersburg en Straatsburg?
Ruth van der Pol
De verhouding tussen het Russische constitutionele hof en het Straatsburgse hof is flink verzuurd nadat het constitutionele hof in de zaak Konstantin Markin/Russia heeft aangegeven in bepaalde gevallen geen uitvoering te zullen geven aan uitspraken uit Straatsburg. In dit artikel wordt deze beslissing in de context geplaatst van de wijze waarop internationaal recht doorwerkt in het Russische rechtssysteem en van de conservatieve opvattingen van de voorzitter van het Constitutioneel hof. Betoogd wordt dat het constitutioneel hof er goed aan doet af te stappen van 'het laatste woord' en waar nodig een constructieve dialoog aan te gaan met het EHRM.


Lees het hele artikel in Navigator.

Rechtbanktekeningen nopen tot een herziening van de Persrichtlijn
Paul Verweijen
Door een beeldopname van een verdachte op de rechtszitting kan deze worden herkend, terwijl iemand op dat moment voor onschuldig moet worden gehouden. Vanwege het belang van de onschuldpresumptie is het fotograferen van de verdachte in de Nederlandse rechtszaal op grond van de Persrichtlijn niet toegestaan. Een dergelijk verbod zou onder omstandigheden ook moeten gelden voor tekeningen die zo goed zijn dat ze niet van een foto kunnen worden onderscheiden, zodat een verdachte daar op kan worden herkend. Dat is de reden waarom in dit artikel wordt gepleit voor aanpassing van de Persrichtlijn. Daarin zou moeten staan dat verdachten mogen worden getekend, tenzij er zwaarwegende belangen zijn om daar van af te zien.


Lees het hele artikel in Navigator.

De Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en jeugdigen
Lenneke Alink, Fieke Pannebakker, Mariëlle Prevoo, Sheila van Berkel, Mariëlle Linting, Maria Bakermans-Kranenborg, Ton Vogels, Saskia Euser en Rien van IJzendoorn
In zijn artikel in het NJB concludeert Peter Prinsen dat het resultaat van de meest recente Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en jeugdigen (119.000 slachtoffers van kindermishandeling in één jaar tijd) een drastische overschatting is van het werkelijke aantal mishandelde kinderen. Daarmee zou dit resultaat onbruikbaar zijn als basis voor overheidsbeleid dat is gericht op preventie en interventie. Wij betwijfelen de deugdelijkheid van de argumenten die Prinsen aandraagt voor deze stelling.


Lees het hele artikel in Navigator.

Naschrift
Peter Prinsen
In de Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en jeugdigen is validatie van het gebruikte steekproefinstrument achterwege gebleven: in hoeverre mag een door een informant gerapporteerd vermoeden van kindermishandeling gescoord worden als een geval van kindermishandeling? Daartoe zou een deel van de steekproef onafhankelijk moeten worden onderzocht om een indruk te kunnen krijgen van de geldigheid van de steekproefuitkomst als geheel.


Lees het hele artikel in Navigator.

29 november 2017