Artikelen van Maurice Mooibroek

Tijdschrift NJB 13 (2015)
Negatief advies van het Hof van Justitie over de toetreding van de EU tot het EVRM
Tom Barkhuysen en Arwin Bos
Op 14 december 2014 adviseerde het Europese Hof van Justitie negatief over de toetreding van de Europese Unie tot het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het ontwerp-toetredingsakkoord kan volgens het Hof de specifieke kenmerken en de autonomie van het Unierecht aantasten en het voorziene co-respondentmechanisme is onvoldoende om de specifieke kenmerken van de Unie en van het Unierecht in stand te houden. Het miskent bovendien de specifieke kenmerken van het Unierecht met betrekking tot het rechterlijk toezicht op handelingen, maatregelen of nalatigheid van de Unie op het gebied van het gemeenschappelijke buitenlands- en veiligheidsbeleid. Deze laatste lijken nog vrij specifieke punten, die wellicht opgelost kunnen worden. Kijkend door de oogharen is er echter één belangrijke rode draad in het advies van het HvJ EU: zodra de autonomie van het HvJ EU wordt bedreigd in het bijzonder waar het betreft zijn exclusieve bevoegdheid om regels van Unierecht uit te leggen is er een wezenlijk probleem.
Naar een hogere bewijsstandaard in het tuchtrecht!
Maurice Mooibroek
In deze bijdrage wordt ingegaan op de bewijsmaatstaf die tuchtrechters hanteren. De auteur vraagt zich af of de tuchtrechtelijke procedure zich op dit punt voldoende van het civiele procesrecht onderscheidt en of beschuldigingen met een quasi-strafrechtelijke grondslag ‘boven redelijke twijfel verheven’ vastgesteld moeten worden.
De curator en de cloud
Bob Wessels
Dadelijk na het aanvaarden van zijn betrekking als faillissementscurator moet hij of zij ‘… door alle nodige en gepaste middelen zorgen voor de bewaring des boedels. Hij neemt onmiddellijk de bescheiden en andere gegevensdragers, gelden, kleinodiën, effecten en andere papieren van waarde tegen ontvangstbewijs onder zich’, aldus artikel 92 van de Faillissementswet, een tekst die nagenoeg geheel uit 1896 stamt. In hoeverre is de bepaling toepasbaar in een moderne bedrijfsvoering, met informatie op een harde schijf van een computer, in e-mailbestanden en administratie die in de cloud wordt gevoerd?De curator en de cloud
Het koffertje kan best zonder prinsjesdag
Han Warmelink
Kan Prinsjesdag zonder koffertje, zo vroegen de politieke redacteuren Jan Hoedeman en Remco Meijer zich in de Volkskrant af naar aanleiding van de steeds strengere Europese begrotingsdiscipline die eist dat de begroting voor aanvang van het begrotingsjaar is vastgesteld. Ja, dat kan best en is om diverse redenen zelfs heel wenselijk. Het ogenschijnlijk onbeduidende vraagstuk is een mooie aanleiding om achterhaalde staatsrechtelijke regels en beelden met betrekking tot de positie van de Koning en de Eerste Kamer, maar ook ten aanzien van de begroting bij te stellen.
Bayes beter begrijpen
Tijn Kortmann
Onder deze titel nam Jaap de Groot, raadsheer in het Hof Amsterdam, ‘de hele beweging die de toepassing van Bayes propageert eens onder de loep’. De aanleiding voor hem was dat de zittende en staande magistratuur al enige jaren worden gestimuleerd, onder meer bij cursussen van de SSR, om zich te bekwamen in het toepassen van het theorema van Bayes bij het bewijs in strafzaken. Aan de hand van een aantal voorbeelden concludeert hij dat de praktische toepassing van de formule van Bayes beperkt is.
2 april 2015
Tijdschrift NJB 1 (2015)
De Crisis- en herstelwet
Bert Marseille, Boudewijn de Waard, Kars de Graaf, Patricia van Ling, Hanna Tolsma en Emil Verheul
Op 31 maart 2010 trad de Crisis- en herstelwet in werking. Het doel van de wet: bevorderen dat infrastructurele projecten van de grond komen, om de Nederlandse economie er bovenop te helpen. De wet bevat daartoe bepalingen ter versnelling van besluitvormings- en rechtsbeschermingsprocedures ten behoeve van die projecten. Het was de bedoeling dat de wet kort van kracht zou zijn en per 1 januari 2014 zou vervallen, maar de looptijd van de Crisis- en herstelwet is inmiddels voor onbepaalde tijd verlengd. De Chw werd met behoorlijk wat tamtam aangekondigd, maar stuitte tegelijkertijd op hevige kritiek. Na twee evaluaties, talloze voortgangsrapportages en honderden rechterlijke uitspraken over de toepassing van de wet blijkt dat noch de hoop, noch de vrees die de invoering van de wet begeleidden bewaarheid zijn geworden.
De ‘redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsbeoefenaar’ in het tuchtrecht
Maurice Mooibroek
De auteur signaleert dat tuchtrechters kennelijk steeds vaker menen dat toetsing aan de tuchtmaatstaf neerkomt op de norm van de ‘redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsgenoot.’ De auteur herkent hierin de civielrechtelijke beroepsaansprakelijkheidsnorm en betoogt dat met een dergelijke tuchtrechtelijke beoordeling een stap wordt gezet in de richting van een ‘technisch georiënteerd tuchtrecht’.
Openheid in schikkingspraktijk OM
Céline van Asperen de Boer en Maria van Duijvenbode
Schikken met kapitaalkrachtige verdachten in grote fraudezaken ligt gevoelig. De maatschappij heeft geen zicht op wat zich in de achterkamertjes heeft afgespeeld en de rechter staat buitenspel en kan geen juridisch oordeel geven over toch juist zo belangwekkende zaken. Middels een ‘breder persbericht’ probeert het OM inmiddels aan de kritiek tegemoet te komen. Daarmee is het probleem nog niet helemaal opgelost.
12 januari 2015