Artikelen van Marieke Dubelaar

Tijdschrift
NJB 11 (2022)
Op naar de Verenigde Staten van Europa!
De continuïteit en toekomst van de Europese Unie zou moeten worden gezocht in de mogelijkheid een EU te constitueren die op federaal-institutioneel niveau meer democratisch en meer rechtsstatelijk is. Een Europa dat niet bevreesd is haar eigen legitimiteit in een staat van permanente verandering te houden. De Federalist Papers, geschreven door de Founding Fathers van de Verenigde Staten, bevatten hiervoor belangrijke wenken. De Europese Unie zou daar haar voordeel mee kunnen en moeten doen.
Gezondheidsbeleid vraagt om een geïntegreerde aanpak
De Nederlandse overheid neemt diverse maatregelen op het terrein van preventie. Het vergoeden van curatieve zorg laat zij over aan met elkaar concurrerende particuliere zorgverzekeraars. Deze scheiding van taken is niet effectief en draagt niet bij aan het hoogst haalbare niveau van gezondheid. Maar hoe moet het dan wel? Voortbouwend op het internationaal en grondwettelijk erkende recht op gezondheid onderzoeken de auteurs in deze bijdrage een aantal oplossingsrichtingen. Daarbij gaan ze ervan uit dat de bestaande – ook wettelijke – scheiding tussen preventie en curatieve zorg achterhaald is.
Een meer structurele inzet van de videoconferentie in strafzaken?
Zittingen waarbij de verdachte via een videoverbinding door de rechter wordt gehoord hebben in het coronatijdperk een hoge vlucht genomen. Welke lessen kunnen er getrokken worden uit deze ervaringen met telehoren en welke principiële bezwaren en praktische obstakels moeten overwonnen worden om het telehoren een structurele plek in de strafrechtspraktijk te geven? Dit zijn urgente vragen in het licht van de aangekondigde voorstellen om telehoren een vaste rol te geven in de strafrechtspleging. Auteurs doen verslag van empirisch onderzoek dat is verricht naar de inzet van digitale middelen ten behoeve van het horen van verdachten en de effecten daarvan op positie van verdachten in het strafproces. De bevindingen nopen tot nadere bezinning.
Eerherstel voor Indiëweigeraars: naar een rehabilitatiewet?
De dienstweigeraars uit de periode 1945-1949 zijn uitgezonderd van de excuses die premier Rutte op 17 februari 2022 naar aanleiding van het onderzoek over de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog aanbood ‘aan een ieder in ons land die met de gevolgen van de koloniale oorlog in Indonesië heeft moeten leven’. Er hebben honderden Indiëweigeraars jarenlang in de gevangenis gezeten.

Tijdschrift
NJB 11 (2021)
Korte metten met politiegeweld?
Ongeoorloofd politiegeweld is een thema dat in het juridische domein de gemoederen bezighoudt. Het is tevens een ongemakkelijk thema. Een zeer menselijke reactie op dat ongemak is om weg te kijken of het gebeurde af te doen als ‘incident’ of ‘onregelmatigheid’, terwijl juist hier de symboolfunctie van de rechterlijke toets van groot belang is. In het recente overzichtsarrest maakt de Hoge Raad duidelijk dat aantijgingen van ernstig politiegeweld door de feitenrechter niet onbesproken mogen blijven, maar tegelijkertijd wordt verzuimd hiertegen krachtig stelling te nemen. Hierdoor rijst de vraag of feitenrechters dit probleem voldoende serieus zullen nemen, ook gelet op de gemengde signalen die van het recente arrest uitgaan. Ook als feitenrechters wel krachtig willen optreden, dan zijn hun handen grotendeels gebonden, nu de Hoge Raad uitdrukkelijk aanstuurt op strafvermindering en de feitenrechter weinig ruimte geeft zelf te bepalen wat een passend rechtsgevolg is. Strafvermindering doet echter niet in alle gevallen recht aan de belangen die op het spel staan.
Verkiezingsgeschillen in Nederland
Op 17 maart 2021 mocht het stemgerechtigde deel van de Nederlandse bevolking weer bepalen wie hem zal vertegenwoordigen in de Tweede Kamer. In Nederland beslist de Tweede Kamer in oude samenstelling over geschillen omtrent het verloop en de uitslag van de verkiezingen. De rechtmatigheid hiervan wordt beoordeeld tijdens het onderzoek van de geloofsbrieven. Een beroep op de rechter ontbreekt. Het arrest Mugemangango/België van het EHRM (10 juli 2020) zet dit stelsel onder druk. Bestaat er voor Nederland een noodzaak om het stelsel betreffende verkiezingsgeschillen te hervormen?
Foltering vóór het Folteringverdrag
De eindconclusie van het rapport van de commissie die de Nederlandse rechtshulp aan Argentinië in de zaak van Julio Poch onderzocht heeft in rechtsgeleerde kringen kritiek ondervonden. Die kritiek roept vragen op over ons rechtshulprecht, het legaliteitsbeginsel en de temporele werking van het Folteringverdrag. Deze vragen zijn niet alleen relevant voor de beoordeling van het Nederlandse optreden in de zaak Poch, maar ook omdat Nederland partij is bij vele multilaterale verdragen. Een goed begrip van de verschillende soorten verplichtingen die voor Nederland uit deze verdragen voortvloeien is noodzakelijk om aan die (zelfgekozen) verdragsverplichtingen te kunnen voldoen. Het internationaal recht is bepaald anders, en ingewikkelder, dan de criticasters het doen voorkomen.
Blinde vlek commissie-Joustra voor Adoptieverdrag
Op 8 februari 2021 heeft de Commissie onderzoek interlandelijke adoptie (commissie-Joustra) haar rapport overhandigd aan de Minister voor Rechtsbescherming. In het onderzoek stond centraal ‘de rol en verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid met betrekking tot interlandelijk adoptie van kinderen in ten minste de periode 1967-1998’, het jaar waarin voor Nederland het Haags Verdrag van 23 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie (HAV) in werking trad. De Commissie besloot haar onderzoek uit te breiden tot de periode ná 1998, maar betrad daarmee een terrein, dat van het multilaterale verdragenrecht, waarmee zij niet vertrouwd was. Daardoor schieten zowel haar analyse van deze periode als haar aanbevelingen tekort.
De zorginstelling als verdienmodel voor criminele activiteiten
Een onlangs verschenen rapport schetst een ontluisterend beeld over de vermenging van de onder- en bovenwereld in de gezondheidszorg. Meer inzetten op toezicht en controle door verschillende instellingen is de reflex, maar wat ontbreekt is een reflectie op de achterliggende oorzaak van zorgfraude die veelal te herleiden is tot de zorgwetgeving die onnodig complex is vanwege halfbakken compromissen tussen regeringspartijen.