Artikelen van Maarten Feteris

Tijdschrift NJB 39 (2020)
Hoog spel in Karlsruhe
Stefaan Van Den Bogaert en Vestert Borger
De uitspraak van het Bundesverfassungsgericht over het PSPP-programma van de ECB is een primeur: voor het eerst in zijn bestaan heeft het constitutionele hof van de grootste lidstaat van de Unie een arrest van het Hof van Justitie naast zich neergelegd. Daarmee speelt het hoog spel. Het verbaast daarom dat het Duitse Constitutionele Hof zijn ultra vires-oordeel voorziet van een zeer wankele basis. Zijn begrip van proportionaliteit is allesbehalve overtuigend. De daarop gebaseerde kwalificatie van de uitspraak van het Hof van Justitie als ‘methodologisch onbegrijpelijk’ en ‘objectief arbitrair’ is dat evenmin. Nu de lat voor een ultra vires-kwalificatie zo laag ligt, is het bovendien aannemelijk dat in Karlsruhe vaker pogingen zullen worden ondernomen om uitspraken van het Hof van Justitie aan te vechten. Dat valt moeilijk te rijmen met de door het Constitutionele Hof geprezen openheid van de Duitse grondwet voor Europees recht.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Parlementaire betrokkenheid in de tijdelijke Coronawet
Paul Bovend'Eert
Bij de totstandkoming van de Coronawet is in de Tweede Kamer veel te doen geweest over de parlementaire betrokkenheid bij de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een vetorecht voor de Tweede Kamer ten aanzien van ministeriële regelingen die op grond van deze wet getroffen worden. Bij nadere beschouwing blijkt dit vetorecht een vanuit staatsrechtelijk oogpunt bezien wangedrocht.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Rechtseenheid en rechtsvorming als gezamenlijke verantwoordelijkheid van hoogste rechters
Maarten Feteris
Na zes jaar presidentschap is het tijd voor een terugblik. Bij de aanvaarding van dit ambt heb ik zes jaar geleden in mijn installatierede een aantal onderwerpen genoemd die in het bijzonder onze aandacht verdienden. Zo heb ik toen gepleit voor een open houding naar de samenleving. Als hoogste rechter neemt de Hoge Raad immers regelmatig beslissingen die van maatschappelijk belang zijn, die in de samenleving toegepast moeten worden en door de betrokken mensen dus begrepen en gerespecteerd moeten worden. Daarbij past dat de Raad, ook al is hij een hoog rechterlijk college, zich niet verheven en heel plechtig opstelt.

[verder lezen in NAVIGATOR]

11 november 2020
Tijdschrift NJB 6 (2018)
Kijken in de keuken van de Hoge Raad
Dino Bektesevic
De machine van artikel 80a RO raakt steeds beter geolied. Deze bijdrage strekt tot doel inzicht te verschaffen in de wijze waarop de selectie aan de poort op grond van dat artikel is vormgegeven en of die benadering voldoet aan de wensen van de wetgever. Kansloze en soms minder kansloze klachten worden, in de regel zonder conclusie van de advocaat-generaal en zonder een op de klacht toegesneden motivering, aan de poort geweerd. De verdachte hoeft niet bang te zijn dat naar zijn klachten niet serieus wordt gekeken, al blijft een gemotiveerde reactie van de Hoge Raad op zijn klachten steeds vaker uit. Naast onterecht voorgestelde klachten bestaat ook de categorie terecht voorgestelde klachten die niet tot cassatie leiden, omdat het belang bij cassatie in de ogen van de Hoge Raad evident ontbreekt. De Hoge Raad stelt het belang bij cassatie in de procedure meer en meer centraal. Het is de vraag of dat is wat de wetgever met deze regeling heeft beoogd. Door deze gang van zaken is de rechtsbescherming niet verdwenen, maar is zij wel ‘wat op het tweede plan geraakt’.


Lees het hele artikel hier of in Navigator.

Versterking van de Franse cassatierechtspraak
Maarten Feteris
Frankrijk heeft een lange traditie van cassatierechtspraak, langer dan enig ander land, en verandering van zo’n lange traditie is niet gemakkelijk. De procedure voor de Franse Cour de Cassation is ook inspiratiebron geweest voor onze cassatieprocedure. In Nederland hebben we de afgelopen decennia al wel de nodige ontwikkelingen gehad: arresten worden uitgebreider gemotiveerd en er wordt meer nadruk gelegd op rechtsvorming. Daarmee gaat gepaard dat de Hoge Raad minder tijd besteedt aan de afdoening van ongegronde beroepen die niet van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Een vergelijkbare ontwikkeling doet zich voor bij het Franse Hof van Cassatie. Dat wil moderniseringen doorvoeren om zijn gezag en maatschappelijke betekenis te versterken. De Commission de réflexion sur la réforme de la Cour de Cassation heeft voorjaar 2017 rapport uitgebracht. Enkele onderwerpen daaruit die voor Nederland het meest interessant zijn worden uitgelicht.


Lees het hele artikel in Navigator.

En de apotheker dan?
Martin Buijsen en Wilma Göttgens
Om te kunnen voldoen aan de wettelijke eis van medisch zorgvuldige uitvoering van euthanasie is een arts afhankelijk van verstrekking van euthanatica door een apotheker. Een apotheker kan daar moeite mee hebben en dat kan een arts vervelend vinden. Maar de arts die om euthanatica verzoekt, vraagt de apotheker wel om iets bijzonders. Zo’n arts moet beseffen dat ook van de apotheker geen normaal-professioneel handelen gevraagd wordt. Helaas is ook bij de laatste evaluatie van de Wtl verzuimd om naar de verhouding tussen artsen en apothekers te kijken, terwijl er voldoende redenen zijn om deze toch eens goed te bezien.


Lees het hele artikel in Navigator.

De Coöperatie Laatste Wil
Ton Vink
Artikel 294 lid 2 Sr stelt: ‘hij die opzettelijk een ander bij zelfdoding behulpzaam is of hem de middelen daartoe verschaft, wordt, indien de zelfdoding volgt, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie’. Past deze delictsomschrijving niet naadloos op de door de Coöperatie Laatste Wil met veel publiciteit aangekondigde terbeschikkingstelling van een dodelijk middel aan haar leden? Niet-strafbare hulp bij zelfdoding is op grond van jurisprudentie mogelijk, maar het voorstel van het CLW-bestuur betekent dat geselecteerde leden van de coöperatie op instigatie van het bestuur precies dátgene gaan doen wat de Hoge Raad in het Hilarius-arrest heeft benoemd als strafbare hulp bij zelfdoding.


Lees het hele artikel in Navigator.

7 februari 2018
Tijdschrift NJB 44 (2016)
Bezwaarbehandeling door de overheid anno 2016
Marc Wever
De Awb-wetgever heeft de bezwaarprocedure bedoeld als informele en oplossingsgerichte geschilbeslechtingsprocedure. Ook volgens de best practices die zijn geformuleerd in de door het Ministerie van BZK uitgegeven handleiding Professioneel behandelen van bezwaren moet de bezwaarbehandeling primair gericht zijn op het naar tevredenheid van de bezwaarmaker oplossen van het geschil. In het verleden bleek de wijze waarop bestuursorganen bezwaren behandelden zelden overeen te komen met dit ideaal. In hoeverre was dit anno 2016 wel het geval?


Lees het hele artikel in Navigator.

De taal van procederende advocaten
Maarten Feteris
Dit artikel, dat een bewerking is van een lezing gehouden op het Jonge Balie Congres, richt zich tot de (jonge) advocatuur en geeft vanuit het oogpunt van de rechter een aantal gedachten en tips mee die kunnen helpen bij het overtuigen van een rechter. Daarbij wordt ingegaan op het gebruik van plechtige of ingewikkelde taal, de lengte van pleidooien en het kleineren van de tegenstander.


Lees het hele artikel in Navigator.

Hof van Justitie neemt motiveringsplicht aan bij het niet-stellen van prejudiciële vragen
Martijn Snoep en Laura Di Bella
De Europese rechtspraak over de betekenis en reikwijdte van de prejudiciële verwijzingsplicht is in ontwikkeling. In het arrest Association France Nature Environnement heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie voor het eerst uitgesproken dat een hoogste rechter onder omstandigheden bij niet-prejudicieel verwijzen uitvoerig dient te motiveren waarom redelijkerwijs geen twijfel bestaat over de juiste toepassing van het Unierecht. Auteurs betogen dat de in dit arrest geformuleerde motiveringsplicht een bredere betekenis heeft, omdat uit de overwegingen van het Hof kan worden afgeleid dat een plicht bestaat om bij beslissingen over fundamentele regels van Unierecht uitvoerig te motiveren waarom geen twijfel bestaat over de juiste uitleg daarvan.


Lees het hele artikel in Navigator.

De zaak Anneke Beekman
Dolph Boddaert
Het Joodse meisje Anneke Beekman werd in de oorlog wees en daardoor bleven na afloop van de oorlog de katholieke zusters waar zij door haar ouders op tijd was ondergebracht als pleegouders voor haar zorgen. De Commissie voor Oorlogspleegkinderen was van mening dat het Joodse meisje in een Joods gezin moest worden opgevoed en voerde een jarenlange strijd met de zusters om de voogdij van Anneke. De hogere rechters gaven de Commissie gelijk. Hoe zouden de uitspraken van het gerechtshof in 1948 en die van de Hoge Raad in 1949 in deze zaak bezien moeten worden in het licht van het (pas later in werking getreden) Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens?


Lees het hele artikel in Navigator.

Is een dagvaarding een procesinleiding?
Eric Tjong Tjin Tai
Per 9 juli 2016 is de nieuwe KEI-wetgeving vastgesteld, bestaande uit een pakket van vier wetten. De inwerkingtreding is tot op heden niet officieel aangekondigd.3 Wel is informeel al aangegeven dat de eerste zaken per 1 februari 2017 onder KEI-Rv zouden vallen, terwijl er een langdurige overgangsfase is die minstens tot 2019 zal lopen.4 Zolang duurt het dus voordat alle zaken onder KEI-Rv zullen vallen. In de tussenliggende periode moet voor een deel van de procedures en/of gerechten volgens KEI-Rv worden geprocedeerd, terwijl voor het resterende deel de regels van het huidig Rv nog moeten worden gevolgd. Dit leidt tot de curieuze, en vanuit wetstechnisch oogpunt tamelijk twijfelachtige situatie dat er twee geldende wetteksten voor het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn.


Lees het hele artikel in Navigator.

14 december 2016