Artikelen van Lidy F. Wiggers-Rust

Tijdschrift
NJB 10 (2025)
De behandeling van mijnbouwschadezaken door de Rechtbank Noord-Nederland
De Raad voor de rechtspraak gaf de president van de Rechtbank Noord-Nederland de suggestie een kritische reflectie op de behandeling van mijnbouwschadezaken uit te voeren, om na te gaan of de ambitie van toegankelijke, tijdige en maatschappelijk effectieve rechtspraak in mijnbouwschadezaken gehaald werd. Dit leidde tot een door auteurs uitgevoerd onderzoek onder rechters, gerechtsjuristen, recht zoekenden, rechtshulpverleners en medewerkers van het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Ook werden zittingen bij de rechtbank geobserveerd en uitspraken bestudeerd. Ten slotte is bij 137 rechtzoekenden die hebben geprocedeerd bij de rechtbank een online vragenlijst afgenomen. In deze bijdrage een verslag van dat onderzoek.
Het steekspel tussen goed werkgeverschap en het vrije mandaat
Op 5 februari 2025 deed de Rechtbank Den Haag uitspraak inzake de vraag of het feitenonderzoek naar oud-Kamervoorzitter Arib rechtmatig door de Griffier en het Presidium is uitgevoerd. Konden de Griffier en het Presidium op basis van de door de rechter geformuleerde grondslag rechtmatig een onderzoek inzake gedragingen van een Kamerlid starten? In dit artikel wordt betoogd dat dit niet het geval is nu deze grondslag niet door de wetgever of de Tweede Kamer zelf in het leven is geroepen. De grondslag verhoudt zich daarmee slecht met de onafhankelijke en zelfstandige positie van Kamerleden.
Verbreding van bestuursrechtspraak?
Het rapport Verbreding van bestuursrechtspraak van de VAR-Commissie Verruiming bevoegdheden bestuursrechter pleit ervoor het stelsel van de bestuursrechtelijke rechtsbescherming te verbeteren door uitbreiding van de rechtsmacht van de bestuursrechter. Ofschoon de gedachte van verbreding van de rechtsmacht van de bestuursrechter in bestuursrechtelijke kring in zijn algemeenheid wordt onderschreven, is vanuit de rechtspraktijk door bestuursrechtelijke juristen op de voorstellen niettemin (deels) wat terughoudend gereageerd. Blijk wordt gegeven van zorg voor het behoud van inbreng van de burgerlijke rechter. Het besef leeft dat een heldere scheiding tussen de rechtsgebieden niet altijd valt te maken. Overlappende rechtsmacht wordt geaccepteerd. Mede tegen die achtergrond rijzen bij de voorgestelde reorganisatie dadelijk enkele vragen, die hier aan de orde worden gesteld ter verdere bespreking van denkbare risico’s, optimalisering van te maken keuzes en ter vergroting van het draagvlak daarvoor, ook in privaat rechtelijke kring.
Het onzalige idee van een constitutioneel hof
In de onlangs aangeboden Contourennota constitutionele toetsing worden een tweetal in het regeerakkoord aangekondigde voorstellen uitgewerkt: invoering van een vorm van constitutionele toetsing door de rechter en de oprichting van een constitutioneel hof. Voor constitutionele toetsing valt veel te zeggen maar bespaar ons een nieuwe instantie, een nieuwe prejudiciële procedure, bespaar ons het moeilijke vraagstuk van de samenloop van prejudiciële procedures en bespaar ons prestigestrijd tussen nationale hoogste gerechten.

Tijdschrift
NJB 37 (2022)
Goed voorbeeld doet goed volgen!
De hoogste rechters besteden veel aandacht aan de coördinatie van bestuursrecht en privaatrecht. Dat levert mooie afstemmingsresultaten op. Gelet op de toenemende verwevenheid tussen bestuursrecht en privaatrecht is voor een goede toegankelijkheid van de rechter en een effectieve handhaving van regelgeving ook samenwerking tussen bestuursrechters en burgerlijke rechters op lager niveau nodig, met name in eerste aanleg. Het is de hoogste tijd daaraan vorm te geven!
Enige gedachten bij de Rosmalense zelfdoding
De zaak van de Rosmalense zelfdoding, totdat de gerechtelijke dwaling in deze zaak erkend werd bekend als de Rosmalense flatmoord, heeft het leven van Rob, die veertien jaar onterecht vastzat, volledig ontwricht. Het is een verhaal waarin fout op fout is gestapeld, waarin tal van machinaties gepleegd zijn waarin de psychisch kwetsbare Rob welbewust geframed is als een gewelddadig persoon en waarin tunnelvisie heerste bij politie en OM. Maar waarin de rechterlijke macht ook het een en ander te verwijten valt. De lange strijd die moest worden geleverd om uiteindelijk tot de vrijspraak te komen is er een van menselijkheid tegenover juristerij. Een weliswaar juridisch correct maar in kille, niet-empathische bewoordingen gesteld arrest en een excuusbriefje zetten dat niet recht, doen zelfs afbreuk aan hoe wordt gedacht over recht doen.
De distributieve bijdrageplichten rond klimaatverandering
Het vonnis van de Rechtbank Den Haag inzake Milieudefensie/Shell heeft vele kritische reacties opgeroepen. Zou er dan geen rol voor de civiele rechter weggelegd moeten of kunnen zijn als het gaat om klimaatverandering? Jawel, want aan rechters komt onvermijdelijk beslissingsruimte toe als politieke besluitvorming achterblijft en de maatschappelijke roep om meer duidelijkheid en een gelijker speelveld luider wordt. De aanvullende werking van het civiele recht is niet alleen gelegen in het vaststellen van normen die uiteindelijk door zelfregulering en/of regelgeving beter laat dan nooit geformuleerd zullen worden, maar evenzeer in het aanjagen van die normering. Hoe de (feiten)rechter dit kan bewerkstelligen wordt in dit stuk uiteengezet.
Wvggz en Wzd geëvalueerd: over kwaliteit van wetgeving
Onlangs verscheen het tweede rapport van de (eerste) evaluatie van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd). De conclusies zijn hard: de wetgeving is mislukt wat betreft toegankelijkheid, werkbaarheid, aansluiting bij het terrein waarop zij van toepassing is en het gemak waarmee zij kan worden geïmplementeerd. Ook ontbreken er allerlei financiële en organisatorische randvoorwaarden en zijn er te weinig reality checks gedaan bij de totstandkoming. Er is een nieuw wetsvoorstel met verbeteringen aangekondigd en alles moet op alles worden gezet om deze vlot en goed door de parlementaire behandeling te laten gaan. Een nieuwe evaluatie laat beter niet nog vijf jaar op zich wachten.

Tijdschrift
NJB 34 (2016)
Multiple politica en tegendemocratie
Het nakende jubileum van het algemeen kiesrecht, maar ook de komende verkiezingen, nodigen bij uitstek uit tot bezinning over de vertegenwoordigende democratie. De suggestie die hier wordt gedaan is die democratie meer als een agora en platform op te vatten. Zo wordt een opener politiek debat mogelijk, dat zicht weet te houden op wat er in de tegendemocratie plaatsvindt en aan standpunten wordt geagendeerd. Tegelijkertijd blijft robuuste verankering van instituties minstens even cruciaal, want juist die staan garant voor stabiliteit en voor de rechtsstaat. De uitdaging bestaat er dus in om dialectisch te democratiseren en het ene te doen en het andere niet te laten: intelligent ruimte geven aan de tegendemocratie en hindermacht, en verstandig voortbouwen op wat de vertegenwoordigende democratie en flankerende instituties te bieden hebben.
Lees het hele artikel in Navigator.
Het verbod van een politieke partij
De opkomst in Europa van rechts-populistische partijen enerzijds en moslim-fundamentalisten anderzijds dwingt regeringen er toe na te denken over de vraag hoe om te gaan met extremistische organisaties en bewegingen wier gedachtegoed of ideologie haaks staat op de uitgangspunten van democratische rechtsstaten. Wat rechtvaardigt het verbod van een politieke partij in een democratie? Hoe kan een dergelijke ogenschijnlijk ondemocratische maatregel politiek-filosofisch gerechtvaardigd worden en wat vormt het huidige juridische criterium voor een partijverbod? Betoogd wordt dat de rechtsfilosofie van Gustav Radbruch in de politiek-filosofische rechtvaardiging voor een partijverbod kan voorzien. Daarnaast wordt geconcludeerd dat op grond van het huidige recht niet alleen antidemocratische partijen, maar ook anti-rechtsstatelijke partijen verboden kunnen worden. In dat opzicht ligt aan de Nederlandse rechtsorde een materiële democratie-opvatting ten grondslag.
Lees het hele artikel in Navigator.
‘Ius ét iustitia’ en de correctie Langemeijer
Recent adopteerde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de, in het privaatrecht ontwikkelde, correctie Langemeijer. Wat betreft (de toepassing van) deze correctie zijn er tussen privaatrecht en bestuursrecht zeker nog verschillen, die deels door de aard van het bestuursrecht kunnen zijn ingegeven. Ook in verband met de te dienen rechtvaardigheid zijn nog ‘punten’ te maken. Een en ander neemt echter niet weg dat het verheugend is dat door de Afdeling stappen zijn en worden gezet om een onrechtvaardige uitwerking van het relativiteitsvereiste te kunnen voorkomen door adoptie van deze correctie in het bestuursrecht. Dat op zich reeds verdient hulde. In de praktijk moet er wel op worden toegezien dat uitholling van dit correctief door een te rigide gebruik ervan wordt vermeden.
Lees het hele artikel in Navigator.
Rapport Commissie rechtseenheid bestuursrecht
Het advies van de Commissie rechtseenheid bestuursrecht biedt een degelijke analyse van de verschillende mogelijkheden tot rechtseenheidsvoorziening en maakt met feitelijke informatie en voorbeelden duidelijk waarom een gedifferentieerd stelsel de voorkeur heeft. Rechtseenheidsvragen komen in soorten en maten voor, waarop procedurele instrumenten moeten worden afgestemd. Door de minimale regeling die wordt voorgesteld, zal veel afhangen van de toepassing van de procedures in de praktijk door de Afdeling en de Hoge Raad.
Lees het hele artikel in Navigator.
Zaakstoedeling en artikel 17 Gw
Aflevering 292 bevat een prikkelende bijdrage van Ulli d’Oliveira met de titel ‘Zaakstoedeling en het vleugellamme artikel 17 Grondwet’. Uitgaande van zijn interpretatie van dit artikel en van artikel 6 EVRM acht hij de praktijk bij sommige gerechten ongrondwettig. Hij bepleit formele regelgeving ter uitvoering van het grondwetsartikel. Ik plaats kele kanttekeningen bij zijn bijdrage.
Lees het hele artikel in Navigator.
Bekijk dit nummer in Navigator.