Artikelen van Jan Willem van Rossem

Tijdschrift NJB 44/45 (2015)
Fouten met grote gevolgen
Liesbeth Vink
Hoe groter de calamiteit hoe groter de behoefte aan een verklaring. Vragen naar de verantwoordelijkheid en naar hoe herhaling te voorkomen worden prangender naarmate de ramp die zich voltrok groter was. Het zogenoemde Swiss cheese-model maakt echter duidelijk dat exact dezelfde constellatie van fouten zich niet licht zal herhalen. Het risico zit hem juist in nieuwe en onverwachte samenlopen van gedragingen en omstandigheden. Ondanks nieuwe maatregelen blijft alertheid dan ook altijd geboden. Calamiteiten kunnen nooit helemaal voorkomen worden en dat moet ook worden meegewogen in het oordeel over de verantwoordelijkheid.
Ministeriële homogeniteit in een kabinet van staatssecretarissen?
Jan Willem van Rossem en Wytze van der Woude
Deze bijdrage onderzoekt of de huidige politieke praktijk rond staatssecretarissen nog wel valt in te passen in het toepasselijke staatsrechtelijke kader. Om deze vraag te beantwoorden, worden eerst de historische achtergrond en de ontwikkeling van het ambt bezien. Vervolgens wordt aan de hand van een kwantitatieve analyse geschetst wat het aandeel is van staatssecretarissen in de regering Rutte II. Tot slot wordt beoordeeld of de homogeniteit van het regeringsbeleid op dit moment gevaar loopt.
‘Legale’ ontduiking van de deportaties
Petra van den Boomgaard
Nederlandse arrondissementsrechtbanken hebben in de oorlog op grote schaal meegewerkt aan de opzettelijke misleiding van de bezetter. Dit blijkt op grond van nieuw onderzoek van het archiefmateriaal bij het Centraal Bureau voor de Genealogie in Den Haag. Met behulp van een arrondissementsvonnis ontkenden honderden Joden lid te zijn geweest van het Nederlands Israëlitisch kerkgenootschap. Dit artikel laat zien hoe de rechterlijke macht hierbij te hulp schoot. De volgende vragen krijgen aandacht: in welke verhouding stond het vonnis tot de beslissingsstructuur van de bezetter? In welke mate was de rechterlijke macht succesvol? Hoe groot was het risico op vervolging dat de rechters hierbij liepen? Het resultaat van het onderzoek wijkt af van het negatieve beeld dat bestaat over de rol van Nederlandse rechters in oorlogstijd.
Reacties
Bert van Delden en Arnold Croiset van Uchelen
Twee reacties op het artikel van C. Martini ‘Tweede Kamer onjuist geïnformeerd over liegende rechter’, NJB 2015/1904, afl. 38, p. 2678-2681
Naschrift
Constant Martini
In de Westenberg-zaak heb ik een opvatting gegeven op verzoek van advocaat Smit. Ik schreef niet over de inhoud van de zaak. Ik reageerde op Van Deldens oproep tot discussie. Mijn focus richtte zich op de rol van de Raad waarvoor ook Kop (zie NJB 2015/1053, afl. 22) en Kaptein aandacht hebben gevraagd. In het bijzonder op de onjuiste voorlichting van het Parlement. Daarbij heb ik stelling genomen tegen de tegenstrijdige brieven van de voorzitter van de Raad, mr. Van Delden.
15 december 2015
Tijdschrift NJB 11 (2015)
Het recht van vreemdelingen op een menswaardig bestaan en de rol van de rechter
Pelle de Meij
De wijze waarop de overheid van een land omgaat met vreemdelingen kan als de lakmoesproef worden gezien voor de rechtsstatelijkheid van dat land. Het Europees Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa oordeelde recentelijk dat Nederland het Europees Sociaal Handvest schendt door geen opvang te bieden aan uitgeprocedeerde vreemdelingen en deed de aanbeveling om direct maatregelen te nemen om hen bed, bad en brood te verschaffen. De inmiddels afgetreden staatssecretaris Teeven zette echter de hakken in het zand; hij wilde eerst een oordeel van het Comité van Ministers afwachten en tot die tijd nog geen opvang regelen. Zorgvuldige bestudering van de jurisprudentie op dit vlak kan echter nauwelijks tot een andere conclusie leiden dan dat het traineren van Teeven zinloos is en mensen onnodig in de kou laat staan. Het is te hopen dat zijn opvolger realistischer zal zijn.
Alcoholslot exit
Tom Barkhuysen en Michiel van Emmerik
Door uitspraken begin maart 2015 van twee van onze hoogste rechters is de veel bekritiseerde oplegging van het zogenaamde alcoholslotprogramma (asp) van de baan. Het komt echter onredelijk voor dat personen die in het verleden deze maatregel opgelegd hebben gekregen in het geheel niet profiteren van deze gewijzigde jurisprudentie. De snelste en meest efficiënte wijze om dit op korte termijn te bewerkstelligen lijkt te zijn de herziening op verzoek van betrokkenen van opgelegde asp-maatregelen door het CBR. In zijn algemeenheid geldt dat de wetgever bij het ontwerpen van nieuwe sanctiestelsels, dan wel bij het verscherpen van bestaande, oog moet blijven houden voor differentiatie en evenredigheid in concreto. Ook een screening van bestaande wet- en regelgeving is in dat licht gewenst. Dat is de les die uit de asp-jurisprudentie en de rechtspraak inzake de verscherpte handhaving op het terrein van de sociale zekerheid kan worden getrokken.
De niet-verdachte burger in de bijzondere opsporing
Sander Janssen
In de maatschappelijke en politieke discussie wordt nog wel eens vergeten of verzwegen dat niet-verdachte burgers aan een breed scala van bijzondere opsporingsactiviteiten kunnen worden onderworpen. Dat is nu al zo, en er circuleren voorstellen voor een nieuwe regeling waarin de mogelijkheden nog verder worden uitgebreid. Bij een onrechtmatige toepassing van een opsporingsbevoegdheid kan noch een burger noch de verdachte daartegen ageren, de eerste als gevolg van jurisprudentie van de Hoge Raad en de laatste bij gebreke aan een rol in het strafproces waarbinnen dat beroep zou kunnen worden gedaan. Een zinvolle toetsing van de rechtmatigheid van de inzet van dergelijke opsporingsmiddelen kan achteraf dus nauwelijks nog plaats hebben. Zou het daadwerkelijk tot een wetswijziging komen, dan zou de gelegenheid moeten worden aangegrepen om de tekortschietende bescherming van de niet-verdachte burger in de wet te corrigeren.
Taverne en de Trias
Coen Modderman en Jan Willem van Rossem
VVD Kamerlid Joost Taverne lijkt een voorliefde te hebben voor het opschudden van de trias politica. In 2012 stelde hij een, nog steeds in behandeling zijnde, controversiële wijziging voor van artikel 94 Grondwet die beoogt wetten uit te zonderen van de toetsingsbevoegdheid van de rechter aan ieder verbindende verdragsrechtelijke bepalingen. In zijn onlangs ingediende voorstel tot wijziging van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen gaat de parlementariër subtieler te werk. Maar ook met dit voorstel wordt geschud aan de Trias. Hoe stevig en met welke implicaties, wordt hier onderzocht.
Open brief aan de nieuwe Minister van Justitie
Jacques Sluysmans
"U gaat leiding geven aan een departement van Veiligheid en Justitie. Ik hoop dat u zich bewust zult blijven van het feit dat het woordje ‘en’ duidt op een nevenschikking, en niet op een onderschikking."
19 maart 2015
Tijdschrift NJB 25 (2014)
De andere kant van de ZSM-medaille
Patrick van der Meij
De speerpunten van het ZSM-beleid zijn snelheid, daadkracht en efficiëntie. Het beleid wordt gepresenteerd als succesverhaal in de categorieën lik-op-stuk, genoegdoening en capaciteitsbesparing. Het succes van het beleid lijkt echter mede te zijn ingegeven door een pragmatische aanpak aan de selectietafel, door het afhouden van effectieve rechtsbijstand en door de afwezigheid van controle door de strafrechter. Indien op deze punten niets verandert, raakt de efficiënte en daadkrachtige ZSM-aanpak al te gemakkelijk vele burgers die anders buiten het strafrecht, met alle bijbehorende negatieve consequenties, zouden zijn.
Rechtsherstel voor Somaliërs
Thomas Spijkerboer
Momenteel verblijven enige honderden Somaliërs in Nederland die tussen december 2010 en 2013 ten onrechte geen asiel in Nederland hebben gekregen. Hoe kan dit worden rechtgezet?
Sancties zonder houdbaarheidsdatum
Wiene van Hattum
Gedragskundige rapportage die onder druk van de naderende terechtzitting tot stand komt, kent vaak zodanige beperkingen, is vaak dermate onvoldoende uitgewerkt en prematuur en kent zo’n foutmarge dat het de strafrechter voor de ‘onmogelijke taak’ stelt om - indien het feit bewezen is - de juiste keuze te maken tussen langdurige gevangenisstraf en TBS. Om tot een betere straftoemeting te komen, bepleitten de hoogleraren Anton Loonen (farmacologie), Peter van Panhuis (forensische psychiatrie) en Ronald Meester (wiskunde) in een eerder dit jaar in het NJB verschenen artikel een aantal veranderingen in het strafproces. Maar de oplossing voor de door de auteurs vastgestelde problemen bij de straftoemeting moeten niet worden gezocht in de heropening van onherroepelijke einduitspraken. Dat is in strijd met de rechtszekerheid. Ook bestaat er geen aanleiding de vaststelling van de mate van schuld, in casu de toerekening, anders vorm te geven dan nu het geval is. Hoe dan het gesignaleerde probleem van de foutmarge in de straftoemeting aan te pakken?
De ‘kiss of life’ voor de Grondwet
Karin Haan, Mathilde de Boer, Rik Dekker, Remco Nehmelman, Jan Willem van Rossem en Max Vetzo
In deze bijdrage wordt het winnende voorstel besproken van de Grondwetstrijd 2014, welke werd uitgeschreven door het Nationaal Comité in het kader van 200 jaar Koninkrijk. Het idee achter de wedstrijd was burgers meer bewust te maken van het belang van de Grondwet en de Grondwet te laten herleven in de samenleving.
The world according to www.overheid.nl
Fokke Fernhout
Overheid.nl plaatst haar eigen versies van de Nederlandse wet op de site. Dat is bijzonder onwenselijk, omdat het alleen aan de democratisch gelegitimeerde wetgever is om fouten te verbeteren. Tot overmaat van ramp is de communicatie over de inhoud van de site verbureaucratiseerd naar een mistige voorlichtingsinstantie.
26 juni 2014
Tijdschrift NJB 19 (2014)
Meer (toe)zicht op toetsing euthanasie dringend gewenst
Aart Hendriks
Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn tot op de dag van vandaag strafbaar in Nederland. Een arts hoeft evenwel niet voor strafrechtelijke vervolging te vrezen indien hij of zij zich aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen houdt. Regionale toestingscommissies (RTE’s) toetsen iedere euthanasiemelding aan deze eisen uit de euthanasiewet (WTL). De evaluatie in 2012 over het functioneren van de RTE’s signaleerde een aantal zaken die voor verandering vatbaar zijn. Oplossingen die leiden tot verbeteringen in ondermeer een transparante werkwijze alsmede eenduidige en snellere oordelen moeten bij voorkeur worden gevonden binnen de grenzen van het huidige wettelijke systeem. De voorstellen hiertoe van de Minister van Volksgezondheid in samenspraak met haar collega van Veiligheid en Justitie vormen een stap in de goede richting. Maar meer structurele aanpassingen zijn noodzakelijk voor het behoud van vertrouwen in het huidige euthanasiesysteem.
Uittreding van Nederland uit de EU
Kees Groenendijk
Op 6 februari 2014 publiceerde de PVV het rapport Nexit, assessing the economic impact of the Netherlands leaving the European Union over de gevolgen van een vertrek van Nederland uit de EU. Dat rapport werd door het bureau Capital Economics Ltd. te Londen in opdracht van de PVV maar op kosten van de Tweede Kamer ( 260.000) geschreven. Volgens Wilders bracht dit rapport ‘het beste nieuws in jaren’. Het realiteitsgehalte van het korte hoofdstuk over immigratie in dat rapport (p. 44-48) wordt in deze bijdrage beoordeeld.
Over soevereiniteit en Europese integratie
Jan Willem van Rossem
In het debat over Europa gaat het veelvuldig over soevereiniteit. Maar wordt het begrip soevereiniteit in dat debat wel altijd op een zuivere manier gebruikt? Auteur meent van niet. En dat is jammer. Want die onzuiverheid is funest voor het debat over Europa.
In Memoriam: Jan Leijten (1926-2014)
Fred Hammerstein en Jan Vranken
15 mei 2014
Blog
Ministeriële homogeniteit in een kabinet van staatssecretarissen?
De omvang van de portefeuille van de Staatssecretaris van I&M, het opstappen van Mansveld en het debacle rond de Fyra roepen de vraag op of de huidige politieke praktijk rond staatssecretarissen nog wel valt in te passen in het toepasselijke staatsrechtelijke kader.
5 januari 2016 Artikel Jan Willem van Rossem Wytze van der Woude
Blog
Naschrift
Naar aanleiding van het commentaar van Bastiaan Rijpkema op Jan Willem van Rossums interpretatie van het fenomeen soevereiniteit licht auteur dit nog eens toe.
14 augustus 2014 Artikel Jan Willem van Rossem
Blog
Over soevereiniteit en Europese integratie. Het belang van zuiver redeneren
De vraag naar de bron en legitimatie van overheidsoptreden is vanwege de fase waarin het Europese integratieproces verkeert actueler dan ooit.
9 mei 2014 Artikel Jan Willem van Rossem