Artikelen van Jan van Dunné

Tijdschrift
NJB 25 (2023)
Transgenderzorg aan kinderen
In Nederland vindt de zorg aan kinderen met genderdysforie plaats op basis van het Dutch Protocol (2018). Normaal gesproken zijn medische protocollen leidend bij invulling van de medisch-professionele standaard. Wil een protocol inderdaad leidend zijn, dan moet het (i) evidence based zijn, (ii) een beperkte medisch-ethische lading hebben en (iii) in een adequaat proces tot stand zijn gebracht. In dit artikel wordt onderbouwd dat het zeer de vraag is of voldaan is aan de eerste eis. Ook zou niet voldaan zijn aan de tweede en derde eis. In een reeks Europese landen, waar aanvankelijk het Dutch Protocol navolging vond in de transgenderzorg aan kinderen, begint men daarvan terug te komen. De civiele rechter behoort het Dutch Protocol (2018) dan ook niet als leidraad te nemen mocht toepassing daarvan tot aansprakelijkheidskwesties leiden.
Keyboard warrior of cyber-combattant?
Na de Russische inval in Oekraïne vroeg de Oekraïense vicepremier Federov aan IT-experts wereldwijd om zich aan te sluiten bij zijn zojuist opgerichte IT Army. Het nationale recht is helder over de status van buitenlandse strijders in dienst van andere landen. Maar is de status van digitale strijders die cyberaanvallen uitvoeren net zo duidelijk? Kun je als Nederlander zomaar deelnemen aan gevechtshandelingen in de digitale oorlogsomgeving? Maakt jou dat een legitiem doelwit? Mag je zomaar hacken? In hoeverre geldt het humanitair oorlogsrecht in cyberspace? Ben je als hacker combattant? Dit artikel gaat in op de gevolgen van deelname aan online oorlogvoering door digitale strijders.
Een novum van wetgeving getoetst in de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen
Het eindrapport van de Parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen heeft veel aan het licht gebracht over de schadeafhandeling in Groningen. De Conclusies en Aanbevelingen uit Deel 1 zijn ingrijpend, maar missen overtuigingskracht ten aanzien van hoe nu ingegrepen zou moeten worden. Terecht wordt vastgesteld dat de positie van gedupeerden ‘bij de bestuursrechter zwakker lijkt te zijn dan was voorzien bij de overgang van schadeafhandeling naar het bestuursrecht’. Maar bij de Aanbevelingen blijkt de Commissie een papieren tijger te zijn. Zij beseft niet wat er werkelijk aan de hand is met het nieuwe stelsel en heeft voor zoete koek geslikt dat het IMG tot ‘een strikte toepassing van het BW’ gebonden zou zijn, hetgeen om een ‘verruiming van de wettelijke opdracht’ zou vragen. Betoogd wordt dat dit onjuist is, waarmee de aanbevelingen om ‘het bewijsvermoeden soepeler toe te passen’, en gedupeerden te subsidiëren voor de bewijslast in de lucht komen te hangen. Auteur bepleit correcte toepassing van het BW (aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht), en niet het verder opendraaien van de geldkraan, de remedie die de Commissie biedt.
Verhaal en feiten
Het Instituut Mijnbouwschade Groningen houdt zich bezig met de vergoeding van schade die de gaswinning in Noord-Nederland veroorzaakt. In het NJB van 5 mei 2023 doet zijn aftredende bestuursvoorzitter Bas Kortmann de wijze waarop het IMG invulling aan zijn taak geeft uit de doeken. Terecht wordt de wijze waarop dit zelfstandige bestuursorgaan een groot aantal schademeldingen verwerkt prijzend beschreven. Ik heb mij erover verbaasd dat te bekritiseren aspecten daarvan echter luchtig worden afgedaan of geheel vermeden. De informatieve verhandeling heeft aldus het karakter van een waarderende afscheidsrede, zij het nu uitgesproken door betrokkene zelf.
Zeker, het gaat om de feiten
Mijn terugtreden als voorzitter van het Instituut Mijnbouwschade
Groningen per 30 april 2023 was niet de reden en evenmin de aanleiding voor mijn artikel in NJB 2023/1086, afl. 16, waarop Dijkers reageert. De reden was dat ik al lange tijd merkte dat het beeld dat in brede kring over de schade-afhandeling in Groningen bestond en bestaat, niet gebaseerd is op feiten. Bij bijeenkomsten waarop ik over de afwikkeling van mijnbouwschade in Groningen sprak, was steevast de vraag: ‘waarom weten wij dit niet?’ Op één punt lijken Dijkers en ik het eens te zijn: een verhaal moet gebaseerd zijn op feiten.

Tijdschrift
NJB 17 (2018)
Gouvernementaliteit en rechtsbescherming
Het wordt steeds duidelijker dat het zogenaamd horizontale model waarvan het bestuur zich tegenwoordig vaak bedient voor de bescherming van de rechten van burgers desastreuze consequenties kan hebben. Juist door een rookgordijn van consensualiteit en samenwerking op te werpen is de overheid in staat diep in de leefwereld van burgers door te dringen en hen in feite op eenzijdige en uiterst dwingende wijze haar wil op te leggen. Daarbij blijft het bestuur tot nog toe vrij gemakkelijk onder de radar van publiekrechtelijke regels en beginselen die de kern van onze rechtsstaat uitmaken. Alleen een structureel hervormd stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming zal in staat zijn het moderne proteïsche bestuur het juiste weerwerk te bieden.
Lees het hele artikel in Navigator.
‘Gaswinning in Groningen’, een drama in vele bedrijven
Op 31 januari kwam plots een ministerieel besluit uit de lucht vallen met een ambitieus programma om de schadevergoeding van de mijnbouwschade in Groningen eindelijk eens goed aan te pakken, en vooral anders af te wikkelen. De civielrechtelijke behandeling van schadezaken heeft voortaan afgedaan, als oorzaak van alle vertraging en ellende, en ruim baan wordt nu gegeven aan de ‘publiekrechtelijk georganiseerde schadeafhandeling’. Maar snel recht is niet altijd goed recht. Zeker als de herkomst van dat snel ingevoerde recht uiterst troebel is en de geboden oplossingen veel vragen oproepen, naar inhoud en haalbaarheid. Kan dit zomaar in een rechtsstaat als de onze? De Staat die eenvoudigweg een civielrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersoon NAM tegenover burgers en bedrijven naar zich toetrekt en besluit om dat publiekrechtelijk te gaan regelen en afhandelen. Nee, dit nieuwe stelsel, waarbij de bestuursrechter geroepen zou zijn om civiele schadevergoedingen te beoordelen, is een anomalie, en bovendien volstrekt overbodig.
Lees het hele artikel in Navigator.
Het Huis de Bourbon de Parme als spookpartij
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State had zich moeten onthouden van een oordeel over de vraag of Carlos Hugo junior al dan niet lid van het ‘Koninklijk Huis de Bourbon de Parme’ zou worden. Daarentegen had ‘het Huis’ niet ontvankelijk verklaard moeten worden bij gebrek aan een rechtsgeldig bestuur, statuten en/of reglementen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Intrekkingswet anticiperend toegepast
In NJB 2018/544, afl. 11 stelt hoogleraar Wim Voermans in verband met het inwerkingtredingsartikel VI van de Intrekkingswet Wrr: ‘Nu die inwerkingtreding van rechtswege wordt opgeschort, treft dat lot ook de verlening van terugwerkende kracht, omdat die verlening van terugwerkende kracht pas plaatsheeft nadat de intrekkingswet in werking is getreden.’
En, zo concludeert Voermans vervolgens, ‘daarmee is dat hele artikel VI zinloos, want dat is nu precies wat dat artikel probeerde te voorkomen’. Klopt dit?
Lees het hele artikel in Navigator.
Naschrift 'Intrekkingswet anticiperend toegepast'
Als je het heel erg graag wil als wetgever dan moet het toch kunnen? Waar een wil is, is een weg. Toch? Zeker als je de wetgever bent. Die moet toch ongedaan maken wat die zelf heeft gecreëerd? Dat soort redeneringen hoor je vaak terug in het debat over het wetsvoorstel Intrekking Wet raadgevend referendum (intrekkingswet Wrr).
Lees het hele artikel in Navigator.

Tijdschrift
NJB 40 (2016)
Bedreiging van de rechtsstaat in Polen
Dit artikel is deels een vervolg op de in het NJB van 29 april 2016 (NJB 2016/825, afl. 17) verschenen publicatie van Maurice Adams & Eva van Vugt: ‘Het EU-rechtsstaatmechanisme en Polen’. Waar in die publicatie uitgebreid aandacht wordt besteed aan de Europese dimensie, wordt in onderstaand artikel het accent gelegd op de blijvend zorgwekkende ontwikkelingen in Polen. De kern daarvan wordt gevormd door pogingen om het Poolse Grondwettelijke Hof uit te schakelen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Nog is de rechtsstaat Polen niet verloren!
Van 5 t/m 7 oktober jongstleden bezochten wij, samen met zo’n vijftien anderen, Warschau in het kader van een leernetwerk van de Nederlandse school voor Openbaar Bestuur. Onderdeel van het bezoek vormde een gesprek met prof. Andrzej Rzeplinski, president van het Constitutioneel Hof en met zeven andere rechters, waaronder Darius Zawistowski, raadsheer in de Hoge Raad van Polen en voorzitter van de Poolse Raad voor de rechtspraak. Wat de Poolse collega’s ons vertelden verontrustte ons zozeer dat wij de behoefte voelen om onze zorg openlijk te uiten en te delen met de Nederlandse juristengemeenschap.
Lees het hele artikel in Navigator.
Voortzetting van (verplichte) hulp aan risicojongeren die 18 jaar worden
In dit artikel staat de vraag centraal of en zo ja, in hoeverre wetgeving daadwerkelijk een bijdrage zou kunnen leveren aan het oplossen van de 18+-problematiek bij risicojongeren. Daartoe wordt eerst de 18+-problematiek geanalyseerd. Wat is de kern van het probleem en binnen welke bestuurlijk-juridische context moet een oplossing gezocht worden? Daarna volgt een beschouwing over de mogelijkheden en vooral onmogelijkheden om binnen de huidige en de toekomstige wetgeving drang en dwang toe te passen bij meerderjarige risicojongeren en van de (juridische) oplossingsrichtingen die tot dusver geopperd zijn. Tot slot wijzen de auteurs op kanttekeningen die te plaatsen zijn bij de effectiviteit van drang en dwang bij jongeren en jongvolwassenen met meervoudige problematiek en pleiten zij ervoor dat eerst en vooral goed wordt bekeken wat werkt of zou kunnen werken in de praktijk.
Lees het hele artikel in Navigator.
De Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen, laatste bedrijf
Als het in de Eerste Kamer voorliggende wetsontwerp Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen zou worden aanvaard wordt de kans gemist om geldend recht zoals dat al geruime tijd door de rechtspraak in ons land is vastgelegd, in de wet te verankeren. Men hoeft geen Groninger te zijn om te hopen dat de bewaking van de kwaliteit van wetgeving bij de Eerste Kamer in goede handen is.
Lees het hele artikel in Navigator.
Initiatiefwetsvoorstel ‘Wet gesloten coffeeshopketen’
Het initiatiefwetsvoorstel dat de achterdeur van coffeeshops wil reguleren is volgens de Raad van State moeilijk te rijmen met de VN-drugsverdragen. Het woord ‘ontheffing’ vervangen door ‘gedoogbesluit’ verandert daar niets aan.
Lees het hele artikel in Navigator.