Artikelen van Jan Leliveld

Tijdschrift NJB 23 (2025)
Witwasbestrijding met kunstmatige intelligentie
Michiel van Eersel
De wetgever heeft de voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering vereiste oordeelsvorming inzake het al dan niet verdacht zijn van een bepaalde transactie overgelaten aan de financiële instellingen waarop een meldplicht rust. Deze instellingen bepalen tot op grote hoogte zelf – subjectief – of voor hen in het concrete geval wel of niet de verplichting bestaat om een transactie te melden. Kunstmatige intelligentie lijkt een krachtig middel te kunnen zijn om deze beoordeling te ondersteunen. De inzet van AI-systemen komt echter niet zonder juridische uitdagingen. Cruciaal is de kwaliteit van de kunstmatige oordeelsvorming in juridische zin te operationaliseren zodat het systeem transacties adequaat classificeert in het licht van de norm van de meldplicht. Maar een relevant redelijk vermoeden ten aanzien van transacties valt niet aan te nemen op grond van uitsluitend de output van het systeem. Alleen al omdat AI-systemen niet juridisch redeneren en (dus) ook niet kunnen bepalen wat in het concrete geval redelijk (en billijk) is. Dat betekent dat op AI gebaseerde systemen voor witwasbestrijding niet méér kunnen – en dus ook niet zouden moeten – zijn dan een hulpmiddel voor menselijke bankmedewerkers.

[verder lezen in InView]

Trump tegen de advocatuur
Jan Leliveld
De aanleiding van deze bijdrage ligt bij de Executive Orders vanuit het Witte Huis die grote inbreuken maken op fundamentele advocatuurlijke beginselen. De snelle capitulatie van een aantal grote Amerikaanse kantoren en het in eerste instantie stil blijven van veel andere kantoren maakten de situatie nog zorgelijker. De reactie vanuit verschillende andere kantoren, de ferme houding van de American Bar Association en de kristalheldere uitspraken van rechters maakten dat zorgen omsloegen in beroepstrots. Echte advocaten; solidariteit binnen de beroepsgroep en een krachtige onafhankelijke rechterlijke macht bleken cruciaal als beginselen van de rechtsstaat worden aangevallen. Een mooi bijeffect van de aanvallen uit het Witte Huis is dat de rol van advocaten binnen de rechtsstaat voor velen weer scherper is. Dat is belangrijk, want de aan de orde zijnde vragen en bedreigingen zijn niet alleen Amerikaans, maar universeel. Voor Nederland geldt dat de waarborgen zwak zijn. Onze nationale regels bieden weinig houvast. Het vertrouwen in het ook zonder dergelijke regels functioneren van de rechtsstaat, of de nonchalance daarover, zijn reden voor zorg.

[verder lezen in InView]

Alcoholslot
Marijke Brouwer
Uit onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) blijkt dat de groep zware alcohol-overtreders verantwoordelijk is voor twee derde van alle ernstige alcoholgerelateerde verkeersongevallen in Nederland. Het alcoholslot is een bewezen effectief middel om recidive te voorkomen. Dit artikel pleit voor herinvoering van een alcoholslot in Nederland. Maar liefst 84% van de Nederlanders steunt invoering van een alcoholslot voor veelplegers, blijkt uit onderzoek van Fonds Slachtofferhulp. Mede op grond van dit onderzoek is er een motie in de Tweede Kamer aangenomen met de strekking dat het alcoholslot zo snel mogelijk in Nederland moet terugkomen. Nu is alleen nog de vraag: hoe?

[verder lezen in InView]

Belasting verdelen tussen werkgever en werknemer
Erik Swaving Dijkstra
Een tweetal piloten van KLM werd door het nieuwe belastingverdrag met Zwitserland geconfronteerd met een gewijzigde fiscale positie. In tegenstelling tot het oude belastingverdrag beperkte dit nieuwe belastingverdrag het Nederlandse heffingsrecht over het loon dat de twee piloten van KLM ontvingen niet langer volledig. Navorderingsaanslagen inkomstenbelasting werden opgelegd aan de piloten, die vervolgens vergoeding door KLM zochten . De civiele kamer van de Hoge Raad oordeelde dat goed werkgeverschap onder omstandigheden leidt tot een waarschuwings- of informatieplicht voor wijzigingen in fiscale regelgeving. Maar wat is de schade bij het schenden van deze verplichtingen? Deze bijdrage gaat in op de moeizame ontmoeting tussen arbeidsrecht en fiscaal recht.

[verder lezen in InView]

Reactie AP op ‘Rechtsbescherming tegen risicoprofilering op basis van de AVG, het EVRM en het Handvest’
Lennart Kortes en Karin Bruinenberg
De lezer van het artikel van Fatma Çapkurt in het NJB van 14 april moet wel de indruk hebben gekregen dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) een bijzonder merkwaardig – zo niet lichtzinnig – advies over profilering heeft gegeven. De AP zou vijf voorwaarden hebben geformuleerd, onder meer dat risicoprofilering zonder wettelijke voorziening toegestaan is, terwijl deze ‘lastig te begrijpen zijn in het licht van artikel 22 AVG’ (kanttekening 1). Daarnaast zou de AP een blinde vlek hebben voor het recht op respect voor het privéleven en de aanvullende eisen uit het EVRM en het Handvest (kanttekening 2). Deze kanttekeningen zouden het advies volgens de auteur ‘kwestieus’ maken. Dat vraagt om een reactie.

[verder lezen in InView]

2 juli 2025
Blog
Wat als de advocatuur de advocatuur moet verdedigen?
Hoe solidair is de (zakelijke) advocatuur als hier een kantoor of een groep advocaten ten onrechte onder vuur ligt? En hoe onafhankelijk zijn wij ten opzichte van de Nederlandse overheid, maar ook ten opzichte van onze cliënten?
2 april 2025 Gastpost Jan Leliveld
Blog
Een welkome verduidelijking van de begrenzing van het belangrijke recht op betoging
Hoe verhoudt de betogingsvrijheid zich tot strafrechtelijk optreden tegen demonstranten die een inbreuk maken op andermans rechten? Over de conclusie van de P-G van 23 september 2023.
10 oktober 2023 Gastpost Jan van der Grinten Jan Leliveld
Blog
Openbaar Ministerie en verschoningsrecht
Schendingen van het verschoningsrecht door het OM zijn weer volop in het nieuws. De geschiedenis herhaalt zich.
8 september 2023 Gastpost Jan Leliveld
Tijdschrift NJB 27 (2022)
Verdediging van het gerechtvaardigd belang van rechtspersonen in strafzaken
Jan Leliveld
Aan de hand van drie aspecten wordt bezien of het mogelijk is tot enige gestructureerde gedachten te komen ten aanzien van de strafrechtelijke verdediging van de gerechtvaardigde belangen van de rechtspersoon. Eerst worden daartoe de verschillende belangen bij een rechtspersoon onderscheiden, beginnend bij de directe belangen van wettelijk betrokkenen en eindigend bij maatschappelijke belangen. Daarna wordt stilgestaan bij de aard en de omvang van de rechtspersoon, met aan de ene kant van het spectrum het kleinbedrijf en de directeur-grootaandeelhouder en aan de andere kant de beursgenoteerde onderneming. De bijzonderheid van strafrechtelijke bijstand (de aard) en de bijzonderheden rondom de professionele inschatting door advocaten (de omvang) worden tot slot belicht.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Strafbaarstelling van pedohandboeken, kindersekspoppen en kinderseksrobots
Renée Kool
In dit artikel worden het wetsvoorstel tot zelfstandige strafbaarstelling van voorbereiding van seksueel misbruik en de verwachte strafbaarstelling van bezit van kindersekspoppen en kinderseksrobots onder het vergrootglas gelegd. Beide worden getoetst aan drie belangrijke criteria voor strafbaarstelling: het schadebeginsel, het vereiste van effectiviteit en het legaliteitsgebod. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de verplichtingen uit hoofde van de positieve verplichtingen, volgend uit de rechtspraak van het EHRM. Dergelijke voorstellen vragen om een kritische toets, juist omdat het gaat om een met morele intuïties doorspekte problematiek als seksueel misbruik.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Sepot en het Europees Openbaar Ministerie
Rosa van Zijl
De toepassing van het legaliteitsbeginsel uit de Verordening betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (EOM) mag niet leiden tot een situatie waarin een verdachte op grond van het nationale recht met succes om een sepot zou kunnen verzoeken, maar dit niet kan als het onderzoek door het EOM wordt verricht. Het EOM zou in uitzonderlijke omstandigheden ook zaken moeten kunnen seponeren op basis van sepotgronden die niet in de Verordening zijn opgenomen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Waarin schiet de kritiek van de Raad van State op het wetsvoorstel Voltooid leven te kort?
Miriam de Bontridder
Volkomen terecht dat een wetsvoorstel ‘Voltooid leven’ waarborgen moet bevatten die kwetsbaren beschermen. Van even groot belang is evenwel dat een dergelijke wet tegemoet komt aan hen die lijden aan het leven. In haar advies heeft de Afdeling advisering van de Raad van State onvoldoende de betekenis van het in artikel 8 EVRM gewortelde recht op sterven meegewogen, zo wordt betoogd in deze bijdrage.

[verder lezen in NAVIGATOR]

8 september 2022
Tijdschrift NJB 25 (2022)
De civielrechtelijke beoordeling van fraudeverwijten
Bas van Zelst en Jan Leliveld
Tegen strafrechtelijke normen in het strafrecht wordt anders aangekeken dan in het civiele recht. Waneer strafrechtelijke normen in een civiele context moeten worden beoordeeld ontstaat een fuzzyness die leidt tot onduidelijkheid, aanleiding geeft tot opportunistisch procederen en die meer algemeen onwenselijk is. De twee belangrijke scharnierpunten zijn de openbare orde enerzijds en de bewijslastverdeling en -weging anderzijds. De strafrechtelijke en civielrechtelijke normen blijken in de praktijk niet altijd makkelijk te verenigen. Dat leidt tot uitdagingen in de toepassing ervan. De rechtspraktijk heeft behoefte aan nadere duiding van hoe om te gaan met die problematiek. Daarbij moeten overwegingen van systeemcoherentie en rechtsstatelijkheid, rechtspolitiek en maatschappelijk belang op een genuanceerde manier worden gewogen. Met dit artikel wordt voor die discussie een aanzet geven.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De ‘prosument’ in de platformeconomie
Vanessa Mak
Duurzaamheid, digitalisering en de opkomst van online platforms geven aanleiding tot een herijking van het consumentbeeld in het privaatrecht. De consument als ‘zwakke partij’ in verhouding tot handelaars is een te eenzijdige benadering geworden. Op online platforms is de consument juist aan de aanbodzijde actief geworden als ‘prosument’, en ook op het vlak van duurzaamheid heeft de consument een actieve rol. Tegelijk zijn in digitale markten nieuwe kwetsbaarheden ontstaan doordat bedrijven met gebruik van persoonsgegevens ongemerkt de aankoopbeslissingen van consumenten beïnvloeden. Het huidige consumentenrecht biedt met een ‘one-size-fits-all’-benadering weinig ruimte voor het faciliteren van deze ontwikkelingen. Tijd dus voor een herijking. Welk consumentbeeld geeft handvatten voor passende regelgeving en beleid?

[verder lezen in NAVIGATOR]

De Federalist Papers hebben de EU niets te bieden
Jacob van de Beeten
Nieuwenburg & Jansen betoogden onlangs dat het in het kader van de conferentie over de toekomst van de EU goed zou zijn om kennis te nemen van de Amerikaanse Federalist Papers. Deze vormen ‘het fundament voor een verstandige discussie over een sterkere Europese democratie die moet leiden tot institutionele prioriteiten’. Volgens Nieuwenburg & Jansen bieden de Federalist Papers zicht op een EU ‘die op federaal-institutioneel niveau meer democratisch en meer rechtsstatelijk is’, oftewel ‘een Verenigde Staten van Europa’. In deze bijdrage zet ik enkele vraagtekens bij het betoog van Nieuwenburg & Jansen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Naschrift
Lorenzo Nieuwenburg en Bart Jansen
Graag danken wij Jacob van de Beeten voor zijn respons op onze bijdrage ‘Op naar de Verenigde Staten van Europa!’ (NJB 25 maart 2022, afl. 11). In deze respons draagt de auteur een aantal prikkelende kritieken aan. Op deze kritieken geven wij een tweeledige reactie in dit naschrift.

[verder lezen in NAVIGATOR]

13 juli 2022
Blog
Een muis en een olifant spraken over de vergoeding van advocaatkosten na een vrijspraak
Enkele gedachten over een kritische blik op de veroorzaker van de advocaatkosten en over het vereenvoudigen van de afhandeling van die advocaatkosten.
13 januari 2022 Gastpost Jan Leliveld
Tijdschrift NJB 5 (2015)
Bewijsrechtelijke grenzen voor rapporten van de Onderzoeksraad voor veiligheid
Tijs Kooijmans, Eric Tjong Tjin Tai en Boudewijn de Waard
Als er een ramp plaatsvindt, wil iedereen die zich er bij betrokken voelt antwoord op de vraag hoe dat heeft kunnen gebeuren. Maar niet iedereen die dat wil weten heeft dezelfde motieven. Wil men een schuldige kunnen aanwijzen, of wil men voorkomen dat een dergelijke ramp zich zal herhalen? Wat de Onderzoeksraad voor veiligheid betreft is de opdracht duidelijk: de blik van de Onderzoeksraad is op de toekomst gericht. In een gerechtelijke procedure mogen (onder meer) ‘verklaringen van personen, afgelegd in het kader van het onderzoek van de raad’ dan ook niet als bewijs worden gebruikt. Het zou namelijk onwenselijk zijn als betrokkenen bevreesd zouden zijn openheid van zaken te geven uit vrees voor aansprakelijkstelling of vervolging. De betekenis van dit in artikel 69 Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid neergelegde verbod blijkt, niettegenstaande de heldere ratio ervan, tamelijk gecompliceerd te zijn.
Vrijheid van expressie na Charlie
Paul Cliteur
De wereld verkeert in een fase waarin de mogelijkheid van religiekritiek een onontbeerlijke voorwaarde is om deze wereld in gunstige zin te beïnvloeden. Want als religieus fundamentalisten erin slagen kritiek te smoren dan is elke hoop op een vreedzame wereld, en het behoud van de beginselen van een democratische rechtsstaat, vervlogen. Er staat dus veel op het spel.
Wat (her)zien ik?
Rob van der Hoeven en Bert Fibbe
De herijking van het Wetboek van Strafvordering moet leiden tot een ‘toekomstbestendig’ wetboek. Niet duidelijk is waarom het wettelijk systeem als geheel op de schop zou moeten worden genomen. De plannen tot herziening van het Wetboek van Strafvordering worden op geen enkele wijze begeleid door investeringen in de praktische kwaliteit van het gerechtelijk apparaat. De problemen waarmee dat apparaat kampt en de oorzaken daarvan, worden niet onder ogen gezien. Het nieuwe wetboek moet niet alleen worden getoetst aan de huidige mogelijkheden. Ook en vooral moet worden onderzocht hoe de toekomstige werkelijkheid is waarin het wetboek zal functioneren.
Reactie op reactie
Jan Leliveld
Tijdens de Kerstdagen las ik de reactie van Wilma Groos op een eerdere bijdrage van Dian Brouwer. Groos geeft gemakshalve de hele advocatuur een veeg uit de pan door aan te geven dat het wel heel erg laat in de pen is geklommen ter zake de modernisering van het Wetboek van Strafvordering en dat de balie ‘tot op heden’ geen gehoor heeft gegeven aan de uitnodiging te dien aanzien een visie te geven en met een tegengeluid te komen.
5 februari 2015
Tijdschrift NJB 28 (2014)
Verruiming bevoegdheden vreemdelingentoezicht
Bas Wallage en Lucille van Wijbergen
Per 1 maart 2014 is de ‘Wet verruiming bevoegdheden vreemdelingentoezicht’ in werking getreden. De nieuwe wet roept de nodige vragen op, al is het momenteel nog onduidelijk hoe deze wet in de praktijk zal worden toegepast. De nieuwe bevoegdheden bewerkstelligen inhumane situaties, zo wordt hier betoogd, waarbij de waardigheid van de vreemdeling wordt aangetast. Daarbij is er gevaar voor inbreuk op grondrechten terwijl de noodzaak daarvan niet is aangetoond. De verweermogelijkheden van de vreemdeling tegen de nieuwe wetgeving zijn minimaal, maar is de vreemdeling ook nog illegaal dan is deze helemaal rechteloos.
Modernisering van het Wetboek van Strafvordering
Petra van Kampen
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft het plan opgevat om het huidige Wetboek van Strafvordering (volledig) te moderniseren. Waar het huidige Wetboek een jarenlange ontstaansgeschiedenis heeft zal de introductie van het nieuwe Wetboek, als de voortekenen niet bedriegen, in een veel kortere periode tot stand komen. Het Wetboek wordt gemoderniseerd om ‘de tand des tijds’ weer adequaat te kunnen doorstaan, maar daarbij wordt de verdediging tegelijkertijd teruggedrongen in een rol die zich kenmerkt door een gebrek aan rechten, tijd en mogelijkheden. Efficiënt is dat, bezien vanuit een vervolgende overheid, ontegenzeggelijk wel, maar het predicaat ‘behoorlijk’ verdient het niet.
Artikel 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering
Jan Leliveld
Modernisering van het Wetboek van Strafvordering is aanstaande. Een prachtige kans, niets te vroeg ook, om het wetboek up to date te krijgen. Om wensen, dromen zo u wilt, te realiseren en het wetboek bestendig te maken voor de komende decennia. Minister Opstelten is er met zijn toespraak bij het congres Modernisering Wetboek van Strafvordering al in een vroeg stadium in geslaagd om de betrokkenen bij die modernisering op scherp te zetten. Zijn toespraak spitste zich toe op het eerste artikel van het huidige wetboek: Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.
Willem Johannes Witteveen
Maurice Adams, Ernst Hirsch Ballin en Anne Meuwese
De afspraken met Willem Witteveen staan nog in onze agenda’s: over de begeleiding van promovendi en studenten, nieuwe onderzoeksplannen en de methodiek van het onderwijs. Maar voordat we weer zouden overgaan tot de orde van de dag, zouden we zijn verhalen horen over de reis door Indonesië. De veelheid van culturen en religies in dat grote land zou Willem ongetwijfeld hebben geassocieerd met de vragen die hem bezighielden zo lang als we ons herinneren; vragen naar de mogelijkheden van mensen om in vrede samen te leven in een wereld die op zoek is naar ordening door het recht.
Over soevereiniteit
Bastiaan Rijpkema
14 augustus 2014
Tijdschrift NJB 37 (2013)
De terugkeer van de bastaard
Dorien Pessers
Een beschouwing over het wetsvoorstel Lesbisch ouderschap van rechtswege
Politiek correct is het wetsvoorstel Lesbisch ouderschap zeker. Als het aan dit kabinet ligt kunnen kinderen van rechtswege van twee vrouwen afstammen. De Tweede Kamer ging enthousiast akkoord met deze opmerkelijke fictie. Maar de Adviesorganen en de Eerste Kamer hebben zo hun twijfels. Mag de biologische vader van rechtswege worden weggeschreven uit het leven van een kind? Mag over de juridische afstamming van een kind worden onderhandeld door de donor, de biologische moeder en haar partner? Het risico bestaat dat een afstammingsrecht dat mede is gebaseerd op contracten het kind tot een object maakt, uitgeleverd aan een arbitraire ouderlijke macht.
Het zakelijk samenwerkingsverband
Ruben David Scholte
Tien jaar ontwikkelingen op het terrein van de Wet Bibob
Tien jaar geleden is de Wet Bibob in werking getreden. Daarmee kregen bestuursorganen de bevoegdheid om vergunningen en andere beschikkingen te weigeren of in te trekken als er sprake is van een ernstig gevaar van crimineel misbruik. Een opvallend kenmerk bij de uitvoering van de Wet Bibob is dat weigeringen en intrekkingen van vergunningen vaak gebaseerd zijn op strafbare feiten die zijn begaan door personen zonder formele functie in de desbetreffende onderneming. Dit komt doordat in de Wet Bibob het begrip ‘zakelijk samenwerkingsverband’ is geïntroduceerd. Wat is een zakelijk samenwerkingsverband en wanneer mag het bestaan daarvan aangenomen worden? Welke invulling is er de afgelopen tien jaar in de jurisprudentie aan dit begrip gegeven en wat kunnen we in de toekomst verwachten?
Rechtsbijstand in de voorfase van het strafproces
Jan Leliveld en Petra van Kampen
Het is al ruim tweeënhalf jaar geleden dat het concept-wetsvoorstel Raadsman en politieverhoor de consultatie is ingegaan. Sindsdien hebben zich allerlei ontwikkelingen voorgedaan rondom de thematiek van dit concept-wetsvoorstel. In deze bijdrage worden deze voor de verdere uitwerking van het concept-wetsvoorstel relevante ontwikkelingen bezien. De auteurs hopen dat de bijdrage betrokkenen ook aanspoort actief over de verdere ontwikkeling van de rechtsbijstand in de voorfase mee te denken en die gedachten vooral te delen.
Een rechterlijk vooroordeel als feit van algemene bekendheid?
Jos Dute
De rechter beslist zonder aanziens des persoons. Dat is althans de bedoeling. Maar soms gaat het mis. Met natuurlijk de vrouw als kind van de rekening.
Ontbinding van de Eerste Kamer?
Jan Eskes
25 oktober 2013