Artikelen van Jaap Polak

Tijdschrift NJB 26 (2022)
Is institutioneel racisme echt racistisch?
Michiel Bot
Staatssecretaris Van Rij kwalificeerde de ongelijke behandeling van burgers door de Belastingdienst op grond van persoonskenmerken zoals nationaliteit als ‘een vorm van institutioneel racisme’. Dit is opmerkelijk, want hoewel het begrip institutioneel racisme al in 1984 door antropoloog Philomena Essed in Nederland is geïntroduceerd, deed premier Rutte het begrip tijdens een persconferentie in 2020 nog af als ‘sociologenjargon’ waarmee je in een ‘hele andere discussie’ terecht komt die ‘totaal niet zinvol’ is. De staatssecretaris misbruikt het begrip echter om te betogen dat de ongelijke behandeling door de Belastingdienst niet echt racistisch was, maar dat er alleen ‘onbewust en onopzettelijk gedrag heeft plaatsgevonden dat een uitwerking heeft gehad binnen specifieke groepen’. Dit artikel begint met een kritische analyse van de brief van de staatssecretaris, betwist vervolgens dat het begrip racisme in de Nederlandse context iets heel anders zou betekenen dan elders, verwerpt daarom het door een Nederlandse cultuurwetenschapper geponeerde recht van Nederlanders ‘om er een eigen definitie over racisme op na te houden’ als onzinnig, en stelt ten slotte voor om racisme en institutioneel racisme te definiëren op basis van het begrip racial discrimination in het Internationaal Verdrag inzake de Uitbanning van alle vormen van Rassendiscriminatie.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De polsstok van een rechter in de repressieve samenleving
Jaap Polak
In zijn rede voor de jaarvergadering 2022 gaat de voorzitter van de Nederlandse Juristen-Vereniging in op drie uitspraken die de rechter in de afgelopen jaren deed op politiek terrein: de stikstof-uitspraken, Urgenda en box 3. Het gaat daarbij in de kern om het scherp en bindend agenderen van te veel en te vaak op de lange baan geschoven langeretermijnproblemen. De polsstok van de rechter blijft daarbij, ondanks alle ophef over de besproken uitspraken, beperkt: hij treedt op als de boodschapper van slecht nieuws, de overheid moet in actie komen om te zorgen dat dat wordt hersteld. Hoe de overheid dat doet, dat zal de rechter aan de politieke organen van de overheid overlaten.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De repressieve samenleving vanuit civiel-, bestuurs- en strafrechtelijk perspectief
Marieke Baas en Lune Verbeek
de Nicolaïkerk in Utrecht werd op 10 juni 2022 de 151ste jaarvergadering van de Nederlandse Juristen-Vereniging (NJV) gehouden. Het is de missie van de NJV om ontwikkelingen in kaart te brengen die het recht als geheel en daarmee ‘ons’ als juristen raken. Vanuit die gedachte is ook het onderwerp voor de 151ste jaarvergadering geboren: ‘De repressieve samenleving vanuit civiel-, bestuurs- en strafrechtelijk perspectief’. Sinds de 21e eeuw heeft zich onmiskenbaar een trend gemanifesteerd naar toenemende repressie die verschillende juridische vakgebieden raakt. Een zevental preadviseurs heeft onderzocht wat toenemende repressie voor ons recht betekent. Tijdens het NJV-congres is over deze preadviezen en bijbehorende stellingen gestemd en gediscussieerd.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Meer rechtsbescherming, maar niet teveel
Jasper Krommendijk
De in de kabinetsvisie op constitutionele toetsing voorgestelde uitsluiting van sociale grondrechten verdraagt zich slecht met internationale en Europese ontwikkelingen die illustreren dat toetsing aan deze rechten wel degelijk mogelijk en van toegevoegde waarde is. Daarnaast kan deze uitsluiting ertoe leiden dat rechters in de toekomst terughoudender worden in het meewegen van deze rechten.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Goed plan om alle rechters aan de Grondwet te laten toetsen
Carla Zoethout
Om écht verschil te maken moet het eerste hoofdstuk van de Grondwet op de schop worden genomen. De grondrechten moeten worden geherformuleerd en criteria bevatten waaraan de rechter inderdaad kan toetsen. Zo lang die er niet zijn, hoeven we geen hoge verwachtingen te koesteren van de invoering van constitutionele toetsing.

[verder lezen in NAVIGATOR]

21 juli 2022
Tijdschrift NJB 6 (2016)
Vrijstelling van school en de rechten van het kind
Ton Liefaard, Jaap Doek en Denise Verkroost
Kinderen hebben recht op onderwijs en in Nederland geldt een leerplicht. Op grond van artikel 5 sub b van de Leerplichtwet kunnen ouders echter een vrijstelling krijgen van hun plicht om ervoor te zorgen dat hun leerplichtige kind wordt ingeschreven bij een school. In dit artikel worden de gronden voor, de procedure tot en de gevolgen van een beroep op deze vrijstelling bezien vanuit een kinderrechtenperspectief, waarbij het recht van het kind op onderwijs een centrale positie inneemt.
De menselijke factor bij de rechtsontwikkeling door rechters
Jaap Polak
De rode draad door dit verhaal is dat bij de rol die rechters spelen in de rechtsontwikkeling als dragers van het recht, het uitmaakt wie zij zijn. Tegelijkertijd laat dit verhaal ook het betrekkelijke daarvan zien: het samenspel van zetels die met de beslechting van geschillen zijn belast en de afstemmingsoverleggen waarin rechtsvragen, zowel binnen een hoogste rechtscollege als ook met andere hoogste rechtscolleges, breder worden besproken draagt er sterk aan bij dat tot een zoveel mogelijk geobjectiveerde rechtsontwikkeling kan worden gekomen en dat de lijnen van de rechtspraak niet afhankelijk zijn van de oordelen van slechts een beperkt aantal personen.
Kortsluiting in de Rechtspraak?
Kim van der Kraats
Na het manifest van Leeuwardense raadsheren in 2012 is in reactie op het Meerjarenplan (MJP) van de Raad voor de rechtspraak en de presidenten van de gerechten opnieuw een schisma binnen de Rechtspraak blootgelegd, het schisma tussen bestuurders en rechters. Zo kwamen in reactie op het MJP protestmanifestaties, interviews en ingezonden reacties van rechters in landelijke dagbladen en is er (wederom) een notitie van een aantal rechters (genaamd Tegenlicht) gepubliceerd waarin zij hun onvrede en ongenoegen over de Raad voor de rechtspraak en hun gerechtsbestuur hebben neergelegd. Hoe nu verder?
10 februari 2016
Tijdschrift NJB 1 (2014)
Wetgever en rechter
Jurgen de Poorter

Rechtsvorming in een open en vruchtbare dialoog

Rechtsvorming is al lang niet meer een uitsluitend nationale aangelegenheid en al lang niet meer enkel een aangelegenheid van staatsmachten. In de globaliserende rechtsorde voltrekt zich in toenemende mate een interactief proces op het terrein van de rechtsontwikkeling tussen nationale, Europese en internationale actoren onderling, alsmede tussen statelijk en niet-statelijke actoren. De nationale wetgever en rechter maken van dit complexe netwerk van rechtsontwikkeling en rechtstoepassing deel uit en dienen hierin gezamenlijk op te treden als partners in de rechtsontwikkeling. Hoe deze dialoog tussen rechter en wetgever kan worden gestimuleerd was het onderwerp van het symposium ‘Rechtsvorming door de (bestuurs)rechter. Naar een vruchtbare dialoog tussen wetgever en rechter’. In de verschillende, hierna opgenomen bijdragen werden de verschuivingen in de verhouding tussen wetgever en rechter geanalyseerd.

De rechterlijke functie in de veranderde democratische rechtsstaat
Herman Tjeenk Willink

Het evenwicht tussen wetgever, bestuur en rechter is verstoord. Wetgever en bestuur, bestuur en politieke controle op het bestuur zijn (te) nauw met elkaar verknoopt geraakt en de rechter wordt opgezadeld met de gevolgen van politiek bestuurlijke problemen die hij niet kan oplossen, maar waarin hij wel uitspraak moet doen. Opnieuw moet het besef levend worden dat wetgever, bestuur en rechter voor de kwaliteit van hun werk van elkaar afhankelijk zijn. Voor dat herstel en dat besef is duidelijkheid nodig over wat de functies van wetgever, bestuur en rechter inhouden.

Rechtsvorming bij en de dialoog met de bestuursrechter
Jaap Polak

De rechtsvormende taak van de rechter is in het bestuursrecht door de aard van het bestuursrecht wat beperkter dan in de andere grote rechtsgebieden. Dat verschil moet echter ook niet worden overdreven. De bijdrage van de rechter aan de rechtsvorming is in het bestuursrecht vooral pregnant op het algemeen deel ervan. Ook de internationalisering van het bestuursrecht heeft met zich meegebracht dat de rol van de bestuursrechter bij de rechtsvorming is gegroeid.

Naar een beter huwelijk tussen rechter en wetgever of toch maar liever living apart together?
Rob van Gestel

Waar het gaat om de nationale situatie gaan wij formeel nog altijd uit van het bestaan van een primaat van de wetgever, maar de vraag is in hoeverre die situatie nog ‘levend recht’ vertegenwoordigd. De Nederlandse wetgever is de afgelopen decennia steeds zwaarder op zijn bestuurlijke been gaan leunen terwijl anderzijds de afgelopen decennia veel wetgevende macht is weggevloeid naar Europa. Ondertussen hebben we zowel nationaal als Europees te maken met de opkomst van allerlei vormen van zelfregulering, soft law en ‘governance’. Het is dus niet zo vreemd dat zowel nationaal als Europees de rechter een belangrijker taak krijgt waar het gaat om de controle op de kwaliteit van wet- en regelgeving. Waar het om draait is het vinden van de juiste balans tussen rechterlijk activisme en rekening houden met politieke wensen en draagvlak in de samenleving.

Van hoera-instituut tot luis in de pels - Acht jaar Alex Brenninkmeijer als Nationale ombudsman

Alex Brenninkmeijer neemt na acht jaar afscheid als Nationale ombudsman. Deze bijdrage maakt de balans op. Wat waren zijn belangrijkste verdiensten? Welke onderdelen van zijn werk kwamen minder goed uit de verf? En welke lessen kunnen we hieruit trekken voor de toekomst? Brenninkmeijer heeft het instituut Nationale ombudsman stevig op de kaart gezet. Maar zijn succes als klachtbehandelaar heeft ook een keerzijde. Door vaak partij te kiezen voor de burger en door zijn scherpe kritiek op de politiek slaagt hij er minder goed in om de kwaliteit van de overheid daadwerkelijk te verbeteren.

9 januari 2014