Artikelen van Iris van Domselaar

Tijdschrift
NJB 37 (2024)
Een nieuw kiesstelsel, ongelijk en onevenredig
Volgens het hoofdlijnenakkoord van het huidige kabinet moet er voor de volgende verkiezingen een nieuw kiesstelsel zijn ingevoerd. De precieze contouren daarvan zijn nog niet uitgewerkt maar met de hervorming zou een districtenstelsel zijn beslag moeten krijgen. De mogelijke impact van een nieuw kiesstelsel mag echter niet onderschat worden. Aanpassingen van het kiesstelsel kunnen vergaande verschuivingen in het politieke landschap bewerkstelligen. De beoogde doelen van een nieuw kiesstelsel moeten zwaarder wegen dan de voordelen van het huidige stelsel. Bovendien moet het passen binnen de grondwettelijke kaders. Op beide vlakken schiet het voorgestelde stelsel, voor zover te ontwaren vanuit het hoofdlijnenakkoord, tekort.
Dieselgate en schadevergoeding
Sinds bekend werd dat bepaalde autofabrikanten hun dieselvoertuigen uitrustten met zogenoemde sjoemelsoftware, die de indruk wekte dat de voertuigen minder milieubelastend waren dan in werkelijkheid het geval was, proberen gedupeerde kopers van deze wagens in verschillende landen de schade die ze hierdoor leden vergoed te krijgen. Zo ook in ons land waar de rechtspraak tot op heden lijkt te illustreren dat rechters een voorkeur hebben voor een abstract berekende waardeschade; vergoeding van totstandkomingsschade is kennelijk geen aantrekkelijk alternatief. Toch zijn er goede redenen om, net als in het Duitsland, onderscheid te gaan maken tussen gevallen waarin de consument vergoeding van totstandkomingsschade vordert en gevallen waarin ‘slechts’ vergoeding van waardeschade wordt gevorderd. Bij totstandkomingsschade ligt de lat hoog omdat aannemelijk moet worden gemaakt dat de consument een ander transactiebesluit zou hebben genomen als hij op de hoogte was geweest van de ware aard van de auto. Is dat niet aannemelijk dan is er ruimte voor vergoeding van waardeschade.
Discrimineren strafrechters? Helpt de robotrechter?
In deze bijdrage wordt onderzocht wat de oorzaken zijn van de in het rapport van Investico geconstateerde verschillen in strafoplegging tussen verdachten met en zonder een migratieachtergrond en tussen hoogopgeleide en minder hoogopgeleide verdachten. Hierbij worden inzichten uit rechtspraktijk en wetenschap gecombineerd. Zou de robotrechter helpen tegen onbewuste discriminatie die ingesleten is in het systeem?
Onpartijdige rechtspraak is een zaak van iedereen
Onderzoek laat zien dat de uitkomsten van rechtszaken uiteenlopen voor verschillende groepen burgers. Om dit aan te pakken is bewustwording van vooroordelen niet genoeg. De rechterlijke macht moet investeren in de ontwikkeling van rechterlijke onpartijdigheid als ethische vaardigheid en heeft daarbij de steun van de samenleving nodig.
Blog
Onpartijdige rechtspraak is een zaak van iedereen
Rechterlijke onbevooroordeeldheid begint bij een samenleving die haar eigen vooroordelen onder ogen ziet en aanpakt, en gaat verder bij een rechtenopleiding en rechterlijke macht die onpartijdigheid als professioneel-ethische vaardigheid benaderen.


Tijdschrift
NJB 43 (2020)
Laat wetgever empirische kennis beter benutten!
Aan de hand van het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden laten de onderzoekers zien hoe bij het opstellen van wetten hierover wetenschap en wetgever op inefficiënte wijze langs elkaar heen hebben gewerkt. Zij doen een concreet voorstel om parlementariërs een instrument in handen te geven om empirisch onderzoek beter te benutten bij de totstandkoming van wetgeving.
Professionele identiteit en beroepsethiek voor advocaten
Het perspectief van de advocatuur en dat van de wetenschap op de professionele identiteit en de beroepsethiek van de advocatuur staan op gespannen voet met elkaar. Zowel in het internationaal wetenschappelijke discours als in het Nederlandse debat is een zekere mate van polarisatie waar te nemen. Dat is onwenselijk. Daarom wordt in dit artikel een realistische benadering voorgesteld die het deelnemersperspectief van de advocatuur en het buitenstaandersperspectief van de wetenschap met elkaar zou kunnen verbinden.
Wrongful moderation
In deze bijdrage wordt een vonnis van de voorzieningenrechter tegen YouTube in een breder perspectief geplaatst. Meer concreet gaat het hier om het vraagstuk of de vrijheid van meningsuiting horizontale werking heeft. Internetplatforms hebben door hun positie een grote invloed op het publieke debat. Het is daarom van belang te zoeken naar de grenzen van moderatie. Het erkennen van een te brede horizontale werking van het recht op vrijheid van meningsuiting kan echter leiden tot onwenselijke effecten. Als alternatief wordt een toets voorgesteld die bestaat uit twee stappen. De eerste ziet op de vraag of een internetplatform modereert op basis van een duidelijke richtlijn. De tweede of door deze richtlijn uitingen, die anders onder de vrijheid van meningsuiting zouden vallen, onmogelijk worden gemaakt.