Artikelen van Henri Sarolea
Blog
Crisis Trias Politica VS vereist juiste analyse
Als democratische rechtsstaat is het van groot belang te beschikken over een volwaardige en stabiele Trias Politica, en dat derhalve gewaarborgd is dat de rechterlijke macht te allen tijde een grotere afstand tot de politiek heeft dan momenteel het geval is in de VS.


Tijdschrift
NJB 25 (2025)
De maat der dingen – mens, natuur, recht
Al eeuwenlang geldt de mens als maat der dingen, maar huidige wetenschappelijke inzichten vragen om nuancering van die kijk op de wereld. Daarbij gaat het niet alleen om de intussen haast onvoorstelbare omvang van de ecologische crisis, maar ook om toegenomen kennis inzake de intelligentie, het bewustzijn, en het gevoelsleven van niet-menselijke aardbewoners. Samenleven met wolven en andere ‘lastige buren’ lijkt uiteindelijk een kwestie van beschaving, en natuurherstel een kwestie van rechtvaardigheid. Het recht speelt een sleutelrol bij het vertalen van deze wetenschappelijke en ethische inzichten naar de vaak weerbarstige praktijk.
Democratie en vertegenwoordiging van het algemeen belang
2023 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin zij de regering verzocht de representativiteit van belangenorganisaties met een ideëel doel overeenkomstig artikel 3:305a Burgerlijk Wetboek (BW) te onderzoeken en te verkennen in hoeverre hier nadere eisen aan gesteld moeten worden. Dit artikel betoogt dat het KlimaSeniorinnen-arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) niet alleen onderstreept hoe belangrijk de vertegenwoordiging van klimaatbelangen in een moderne complexe samenleving is, maar ook duidelijke grenzen stelt aan de mate waarin de Nederlandse wetgever de representativiteitsvereiste kan aanscherpen voor klimaatzaken.
Big tech en politiek
De Europese Commissie heeft op 23 april 2025 besloten dat Apple en Meta (Facebook) hun verplichtingen onder de Digital Markets Act (DMA) hebben geschonden. De DMA beoogt het gedrag van big tech-platforms (ook poortwachters genoemd) te reguleren met het doel de (Europese) digitale markt competitiever en eerlijker te maken. De DMA is dus een aanvulling op bestaande EU- en nationale mededingingsregels die de handhaving ervan zou moeten versterken. De besluiten van de Europese Commissie in de zaken tegen Apple en Meta roepen echter twijfel op over de haalbaarheid van dit doel in de huidige, steeds complexere geopolitieke context, evenals over de effectiviteit van de handhaving van het EU-mededingingsrecht. Uitgelegd wordt waarom de (relatief) lage boetes in deze zaken een zorgwekkend signaal afgeven met betrekking tot de rechtsstaat en hoe de nationale rechter een steeds belangrijker rol zou kunnen spelen in zaken tegen big tech-bedrijven.
Mondelinge of schriftelijke uitspraken
Meer begrip van een rechterlijke uitspraak kan leiden tot een sterkere aanvaarding daarvan en daarmee bijdragen aan de legitimatie en verantwoordingsfunctie van de uitspraak. Vanuit communicatief perspectief valt er wat te zeggen voor de gedachte dat een mondeling vonnis bijdraagt aan een beter begrip: een mondelinge uitspraak is rijker, door non-verbale signalen kan de rechter zien óf en hoe de uitspraak begrepen wordt en daarop inspelen en een mondelinge uitspraak vergt van de ontvanger minder cognitieve inspanning dan een schriftelijk vonnis (mits de uitspraak niet te complex en lang is). Deze voordelen gelden sterker bij een mondeling vonnis dan bij het mondeling uitspreken van een schriftelijk vonnis. Vanuit communicatief perspectief zou er dus iets voor te zeggen zijn om in zaken die niet te complex zijn en waarvan de motivering niet te lang is steeds mondeling uitspraak te doen.
Crisis Trias Politica VS vereist juiste analyse
De leer van de trias politica is vanwege de anti-rechtstatelijke golf die de VS overspoelt logischerwijs weer meer in de belangstelling komen te staan. Een emotionele afkeer van de persoon Trump dreigt evenwel bij sommige experts het zicht te vertroebelen op wat mogelijk dé oorzaak en dé verklaring is voor diverse al jaren geleden in gang gezette ontwikkelingen die op dit moment de democratie en ook de grondrechten van burgers bedreigen. In individuele zaken worden daardoor soms overhaast en niet goed onderbouwd conclusies getrokken die met grote woorden het vertrek van Trump eisen, een benadering die hem waarschijnlijk alleen maar in de kaart speelt.

Tijdschrift
NJB 15 (2021)
Het lichaam in het project Modernisering van het Wetboek van Strafvordering
In het nieuwe Wetboek van Strafvordering heeft de wetgever (opnieuw) verzuimd om het begrip lichaam en de aantasting daarvan af te bakenen. Het gevolg is dat de bevoegdheden waarbij een inbreuk op de lichamelijke integriteit wordt gemaakt en de bevoegdheden waarbij dat niet het geval is, door elkaar lopen. De verschillende soorten bevoegdheden waarbij het lichaam wel of niet wordt aangeraakt of beschadigd en of er al dan niet iets wordt uitgehaald lopen eveneens door elkaar. Het gevolg is een niet consistent en niet goed doordacht voorgesteld wettelijk systeem. Door de begrippen lichaam en aantasting niet af te bakenen is de grondwettelijke bescherming van de lichamelijk integriteit uit het oog verloren.
Een kostenverhaal zonder narratief
In het wetsvoorstel Versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit is een ‘maatregel kostenverhaal’ opgenomen die beoogt de kosten van de vernietiging van bepaalde gevaarlijke voorwerpen te verhalen op de veroordeelde voor het strafbare feit waarmee de inbeslagname van dat voorwerp of die voorwerpen samenhangt. Het kan best gerechtvaardigd zijn de strafrechtelijk veroordeelde te laten opdraaien voor de kosten die moeten worden gemaakt om de gevolgen van zijn handelen ongedaan te maken. Maar de juridische onderbouwing van de voorgestelde maatregel laat te wensen over: de primaire rechtsgrondslag voor de maatregel, rechtsherstel, wordt noch op coherente wijze uitgewerkt noch betrokken op het overige sanctierecht. Dat is niet alleen een theoretisch bezwaar.
Waarom de dubbele pet niet de kern van de zaak betreft
Om de relevantie van onafhankelijkheid in relatie tot juridisch onderzoek te in kaderen, worden in dit artikel de kennistheoretische oftewel epistemologische grenzen van de juridische discipline besproken. Dit essay poogt duidelijk te maken dat de methodologische en sociologische eigenheid van de juridische discipline, die voortkomt uit diens spiegeling aan een sterk argumentatief-retorische beroepspraktijk, niet alleen ruimte schept voor advocacy scholarship, maar die specifieke vorm van onderzoek zelfs tot een inherent onderdeel maakt. Dit type onderzoek ziet vanuit epistemologisch oogpunt niet op het verwerven van kennis, maar op het bepleiten van standpunten binnen de ruimte van juridisch acceptabele argumentatie. Zo bezien beïnvloedt de dubbele pet niet het type kennis dat een juridisch academicus kan produceren. De epistemologische grenzen van de discipline raken alle vormen van argumentatief onderzoek, ongeacht de hoedanigheid van de onderzoeker. De dubbele affiliatie speelt mogelijk wel weer een rol in de wijze waarop fiscaal adviseurs in onderzoek omgaan met de ruimte van juridisch acceptabele argumentatie.
‘We doen dit samen’ maar sturen de rekening naar de reisspecialisten
Kleinschalige reisorganisaties worden onevenredig hard getroffen door de in verband met de pandemie door de Nederlandse overheid getroffen maatregelen. Zij vallen buiten de boot van de steunmaatregelen, hebben veelal kosten gemaakt om geboekte reizen uit te kunnen voeren die niet meer teruggevorderd kunnen worden en moeten nu uit eigen zak de uitgegeven vouchers voor geannuleerde reizen uitbetalen.
Reactie op ‘Trump en zijn rechters’
In het artikel Trump en zijn rechters bespreekt auteur Eric Daalder een aantal rechterlijke uitspraken en trekt onder meer de conclusie: ‘Geen rechter, ook niet de vele door Trump benoemde rechters, is bezweken onder de zware druk die Trump op hen heeft gelegd’. Omdat Daalder hiermee bij zijn lezers het beeld oproept alsof deze conclusie ziet op het individuele gedrag van de door hem beoordeelde rechters, en niet op het orgaan, behoeven zijn analyse en conclusie correctie.

Tijdschrift
NJB 21 (2020)
Noodwetgeving en privaatrecht
De maatregelen naar aanleiding van de coronacrisis beknotten, net als de noodwetgeving in eerdere mondiale crisisperioden van de 20e eeuw, de private sector sterk in haar handelingsvrijheid. Samen met het RIVM, het Outbreak Management Team en de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s is de ambtenarij nu grotendeels de ‘rechtsvormer’, waarbij niet of nauwelijks verantwoording wordt afgelegd aan het parlement. Naar aanleiding van de noodmaatregelen in en na de Eerste Wereldoorlog werd toen ook al gewezen op het gebrek aan rechtsbescherming voor de burger dat hierdoor ontstaat. Dit gevaar is ook in deze coronatijd niet denkbeeldig. In de coronacrisis doen politici, maatschappelijke organisaties en burgers ook opnieuw – net als in eerdere crisistijden in de 20e eeuw – een beroep op ‘gemeenschapsbelangen’ en de ‘sociale roeping van het recht’ waarbij een beroep wordt gedaan op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van (financiële) ondernemingen.
Voor het zingen de kerk uit?
Beschikkingen, vonnissen en arresten in burgerlijke zaken en strafzaken moeten, op straffe van nietigheid, worden gewezen met het in de wet voorgeschreven aantal rechters, aldus artikel 5 lid 2 Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Als een behandelend rechter na de mondelinge behandeling, maar voorafgaand aan de totstandkoming van de beslissing defungeert (bijvoorbeeld wegens het bereiken van de wettelijke ontslagleeftijd van 70 jaar), kan dit ertoe leiden dat de zaak opnieuw inhoudelijk moet worden behandeld. In deze bijdrage buigen wij ons over de vraag wat het toetsmoment zou moeten zijn voor de vraag of de beslissing door het juiste aantal rechters tot stand is gebracht.
In de hoogste versnelling
In deze bijdrage wordt ingegaan op de invloed die partijen hebben op de doorloopsnelheid van een civiele procedure. Aan de hand van enkele recente praktijkvoorbeelden wordt geschetst hoe partijen baat kunnen hebben bij het versnellen dan wel vertragen van een procedure en welke mogelijkheden zij hiertoe hebben. De grenzen van deze invloed worden besproken, alsmede de vraag of deze invloed door een toegenomen actievere rol van de rechter is gemarginaliseerd.
Staatsveiligheid dwingt Tweede Kamer tot aanpassing Reglement van Orde
In het belang van de staatsveiligheid moet de integriteit van de leden van de commissie voor de Inlichtingenen Veiligheidsdiensten en hun onafhankelijkheid van buitenlandse veiligheidsdiensten boven alle twijfel verheven zijn. Op grond van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer zijn de fractievoorzitters van de vijf grootste partijen lid van de commissie. Maar is iedereen die eventueel in aanmerking zou komen na volgende verkiezingen wel even goed te vertrouwen?
Blog
Staatsveiligheid dwingt Tweede Kamer tot aanpassing Reglement van Orde
Is iedereen die eventueel in aanmerking zou komen voor lidmaatschap van de commissie voor de Inlichtingenen Veiligheidsdiensten na volgende verkiezingen wel even goed te vertrouwen?
