Artikelen van Henk Elffers

Tijdschrift NJB 32 (2021)
Aansprakelijkheid voor falende informatieuitwisseling in de gezondheidszorg
Eric Tjong Tjin Tai, Charlotte Zegveld, Marijke Koopmans en Taco Gosens
Hoe kan in de context van medische aansprakelijkheid meer duiding worden gegeven aan de omvang van de verplichtingen van individuen die betrokken zijn bij een concreet geval waarin informatie niet op het juiste moment bij de juiste persoon aanwezig is? De analyse van de rechtspraak in dit artikel bevestigt dat er in deze context kan worden gewerkt met een onderverdeling in doorgeefplichten en navraagplichten die duidelijker maakt wat we van welke personen verwachten en hoe de concrete verplichtingen op elkaar inwerken. Een nadruk op individuele plichten maakt een betere indeling van casuïstiek mogelijk en maakt duidelijker welke afwegingen er zijn te maken. De aansprakelijkheidsvraag wordt dan beantwoord aan de hand van de uitkomst van het samenspel van verplichtingen die in de casus aan de orde zijn. Dat is winst ten opzichte van de tot nog toe zeer algemene benadering in de literatuur over het medisch aansprakelijkheidsrecht, waar men zich te gemakkelijk verschuilt achter ‘de omstandigheden van het geval’.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Autonomie en privacy als rechtsgronden van het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel?
Sjors Ligthart
Recentelijk is door verschillende auteurs voorgesteld om de rechtsgronden van het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel te heroverwegen en door in dat verband meer nadruk te leggen op privacy en persoonlijke autonomie. In een tijdperk waarin digitale en andere technologische opsporingsmethoden zich steeds verder ontwikkelen, is aandacht voor de rechtsgronden van het eeuwenoude zwijgrecht en nemo tenetur-beginsel zeker van belang. Het is evenwel de vraag of persoonlijke autonomie en privacy overtuigen als rechtvaardiging van het recht om te zwijgen en om niet te hoeven meewerken aan de eigen veroordeling. Dit wordt in deze bijdrage betwijfeld.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Misbruik van machtspositie op de weesgeneesmiddelenmarkt
André den Exter
Onlangs gaf de ACM een signaal af naar farmaceuten, louter belust op winstbejag. Een belangrijk signaal, maar daarnaast zou de indicatie-uitbreiding voor ‘nieuwe’ weesgeneesmiddelen moeten worden heroverwogen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Reactie Verdacht door uw geslacht?
Henk Elffers
In het NJB-themanummer Vrouwen in de rechterlijke macht zien we allerwegen de stelling verwoord dat het geslacht van de rechter er niets toe doet voor haar of zijn uitspraken, naast de opinie dat het tòch belangrijk is dat de rechterlijke macht een afspiegeling is van de maatschappij. Gaat het dan om het functioneren van de rechtspraak als geheel? Sommigen gaan verder en menen dat het in concrete strafzaken belangrijk is dat de rechtbank lijkt op de verdachte. Zo zou een meervoudige kamer met enkel vrouwen geen mannelijke zedenverdachten moeten berechten.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Reactie De functieaanduiding van de verschillende rechters
Meindert Doornbos
In de zeer lezenswaardige aflevering 28 van dit blad over Vrouwen in de rechterlijke macht eindigt Rowin Jansen zijn artikel Wachten tot de tijd rijp is met de opmerking dat in de afgelopen eeuw de functieaanduiding ondanks alle verdere ontwikkelindan een ‘hofrechter’ en een raadsheer m/v bij de Hoge Raad is dan een ‘raadrechter’. gen met betrekking tot de toetreding van vrouwen in de rechterlijke macht niet is veranderd. Hij maakt er geen prijsvraag.

[verder lezen in NAVIGATOR]

22 september 2021
Tijdschrift NJB 34 (2019)
Persoonsgegevens in het strafrecht
Bart Custers en Mark Leiser
In april 2016 werd, tegelijk met de AVG, EU-richtlijn 2016/680 aangenomen door het Europees Parlement en de Raad. Deze richtlijn reguleert persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van politiële en justitiële activiteiten. In Nederland is de richtlijn inmiddels geïmplementeerd door de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) aan te passen. De Europese richtlijn beoogt betrokkenen wiens persoonsgegevens worden verwerkt in de context van het strafrecht betere bescherming te bieden op het vlak van (informationele) privacy. Hoewel betrokkenen op papier veel rechten en vrijheden hebben, is er onduidelijkheid over hoe de richtlijn in de praktijk zou moeten werken. In deze bijdrage wordt betoogd dat de oorzaak hiervan te herleiden is tot conceptuele weeffouten in de richtlijn. Met name de regels omtrent (1) toestemming en controle, (2) categorisering van betrokkenen/data subjecten en (3) feiten versus meningen kunnen in de praktijk leiden tot uitvoeringsproblemen. Dit kan weer leiden tot verminderde rechtsbescherming van betrokkenen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Naar evenwichtiger griffierechttarieven?
Frank van Tulder
Bij invoering van de Wet griffierechten burgerlijke zaken zijn de griffierecht-tarieven voor zaken met gering financieel belang sterk gestegen. De minister heeft een wetsvoorstel ingediend om de tarieven voor deze zaken enigszins te verlagen en voor zaken met groter financieel belang enigszins te verhogen. Dit artikel presenteert een eveneens budget-neutrale verandering van het tarievenstelsel, die leidt tot een meer systematisch verband tussen het tarief en het financieel belang van de zaak en tot een verdergaande verschuiving van griffierechten van zaken met gering naar die met groot financieel belang.


Lees het hele artikel in Navigator.

Voorstel Innovatiewet Strafvordering
Arlette Schijns
Het consultatievoorstel voor de Innovatiewet Strafvordering voorziet in de wettelijke regeling van een aantal voor de strafrechtspraktijk relevante onderwerpen, vooruitlopend op het komende nieuwe Wetboek van Strafvordering. In dit artikel wordt ingegaan op één onderdeel van dat voorstel: de vordering van de benadeelde partij in het strafproces. Als het voorstel bewaarheid wordt ontstaan onaanvaardbare verschillen in rechtspositie tussen vorderingsgerechtigden. Een keuze die zulke ingrijpende gevolgen heeft voor slachtoffers van misdrijven, verdient een open debat en afweging van alle betrokken belangen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Het verschoningsrecht in het nieuwe Wetboek van Strafvordering
Wilma Duijst
De regeling van het verschoningsrecht in het voorstel voor een nieuw Wetboek van Strafvordering codificeert jurisprudentie. Codificatie van jurisprudentie gebeurt vaker. Uniek is wel dat dit wetsvoorstel zorgt voor codificatie van jurisprudentie, die afwegingen zoals die uitdrukkelijk door de wetgever zijn gemaakt terzijde schuift. In plaats van bezwaren tegen het gebruik van de open term ‘zeer bijzondere omstandigheden’ als argument voor doorbreking van het verschoningsrecht te pareren en in de wet duidelijke regels over de inzet van strafvorderlijke bevoegdheden tegen verschoningsgerechtigden te formuleren, wordt nu gekozen voor voortzetting van een onduidelijke situatie.


Lees het hele artikel in Navigator.

ENCJ-enquête onder rechters
Marijke Malsch en Henk Elffers
In het NJB van 19 juli staat een bespreking van de ENCJ-enquête onder Europese rechters, die gaat over de onafhankelijkheid van de rechtspraak. Er worden interessante en belangrijke bevindingen genoemd in het artikel. Het is boeiend om landen met elkaar te kunnen vergelijken. Maar Nederlandse lezers zullen óók, of met name, geïnteresseerd zijn in de resultaten over het eigen land. In het artikel komt naar voren dat Nederland het niet onaardig doet te midden van de Europese landen. Maar wij zien op punten toch een wat zorgelijk beeld oprijzen. Wat zeggen de 642 Nederlandse rechters die meededen aan de ENCJ-enquête over kwesties die hun onafhankelijkheid raken?


Lees het hele artikel in Navigator.

Bekijk dit nummer in Navigator.

9 oktober 2019
Tijdschrift NJB 3 (2015)
Voorkeursbeleid voor topvrouwen
Eva Cremers en Petra Oden
De ondervertegenwoordiging van vrouwen in topfuncties in Nederland en veel andere EU-lidstaten is groot. Mede door negatieve seksestereotypering stromen vrouwen moeilijk door naar de (sub)top van bedrijven. Arbeidsorganisaties staan voor de vraag welke maatregelen ze kunnen treffen om de streefcijfers te halen die ze zelf hebben gesteld of die in wetgeving zijn opgelegd. Is het reserveren van functies voor vrouwen een juridisch toelaatbare vorm van voorkeursbeleid? Of stuit dit zonder meer af op de Kalanke-norm van het Hof van Justitie van de EU? In deze bijdrage bespreken de auteurs de mogelijkheden voor werkgevers om zwaardere vormen van voorkeursbeleid toe te passen. Bij de vraag naar de juridische toelaatbaarheid betrekken zij inzichten die zijn verkregen uit sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van seksestereotypering en andere uitsluitingsmechanismen.
De papieren muur
Marijke Malsch, Robin Kranendonk, Jan de Keijser, Henk Elffers, Martha Komter en Meike de Boer
Een kort geleden afgerond onderzoek laat zien dat processen-verbaal het verhoor zeer sterk samenvatten. Zij geven bovendien vaak een vertekend beeld van het verhoor. Dankzij opnamen van verhoren kan non-verbaal gedrag tegenwoordig worden bekeken en beluisterd. Verdachten blijken sneller schuldig te worden geacht als hun non-verbale gedrag zichtbaar is. Opnamen laten ook het gedrag van de verhoorder zien en daardoor kan het verhoor veel beter worden gecontroleerd dan vroeger het geval was. Er wordt echter in het strafproces nog te weinig gebruik gemaakt van audiovisuele middelen.
De procureur-generaal bij de Hoge Raad en artikel 80a RO in strafzaken
Joost Nan
In zijn conclusie van 16 december 2014 heeft de procureur-generaal bij de Hoge Raad laten weten voornemens te zijn in strafzaken geen standpunt meer in te nemen als een zaak zich naar zijn mening leent voor afdoening op de voet van artikel 80a RO.2 De tijd die daardoor vrijkomt, wil hij besteden aan zaken die voor een volledige behandeling in cassatie geschikt zijn en waarin een conclusie een duidelijke toegevoegde waarde heeft. In andere zaken lijkt een conclusie hem niet langer nodig. Hij meent dat er geen verplichting bestaat om een standpunt over de afdoening via artikel 80a RO in te nemen. De vraag is echter of het de procureur-generaal zonder wetswijziging vrijstaat in het geheel geen conclusie c.q. standpunt te nemen en of sprake is van een wenselijke stap. De auteur meent dat beide vragen uiteindelijk ontkennend moeten worden beantwoord.
22 januari 2015
Tijdschrift NJB 31 (2014)
Derdenbeslag op een BCA-Verzekering
Annemieke Hendrikse en Maurits Kalff
Beslag op de aanspraken op een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeraar zou niet mogelijk moeten zijn. De aanspraken onder een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering (BCA-Verzekering) bestaan voor een belangrijk deel uit wilsrechten (het aanmelden van een claim bij de verzekeraar en het aanwenden van de middelen) die niet overdraagbaar zijn en die niet door een beslaglegger in de plaats van de verzekerden kunnen worden uitgeoefend. De aanspraken onder een BCA-Verzekering zijn ook naar hun aard niet vatbaar voor beslag, nu een dergelijk beslag een van de kernelementen van de BCA-Verzekering het kunnen voeren van adequaat verweer aantast. Bovendien geldt dat het hier geen onderdeel van het ‘gewone’ verhaalsvermogen van de bestuurder betreft maar een meestal door de rechtspersoon afgesloten polis die juist is aangeschaft met dit specifieke doel: beschermen van de belangen van de verzekerden tegen de financiële risico’s verbonden aan een bestuurdersaansprakelijkheidsclaim.
‘Promoveren en degraderen’ van gedetineerden
Miranda Boone en Wiene van Hattum
Het wetsvoorstel dat beoogt het huidige systeem van detentiefasering in het Nederlandse gevangeniswezen te vervangen door elektronische detentie (hierna: ‘het wetsvoorstel’) is in april maar nipt door de Tweede Kamer gekomen. Alleen de regeringspartijen en de eenmansfractie Van Vliet stemden voor. Dat maakt de behandeling in de Eerste Kamer spannend; de regeringspartijen hebben hier immers geen meerderheid. Voor de auteurs is dit aanleiding de belangrijkste bezwaren tegen dit voorstel nog eens op een rijtje te zetten. Zij hopen hiermee de Kamerleden ervan te overtuigen dat het wetsvoorstel in zijn huidige vorm geen recidive-reductie en nauwelijks besparingen oplevert, maar wel de kansen voor een groot aantal gedetineerden om min of meer succesvol terug te keren in de samenleving aanzienlijk vermindert.
Teeven: een politieke Houdini?
Romke Wybenga
Erich Weiss, beter bekend als Houdini, slaagde erin zich uit zelfgecreëerde netelige situaties te bevrijden. De vraag doet zich voor of ook de huidige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, mr. F. Teeven, daartoe in staat zal blijken te zijn. Daarvoor is in dit geval slechts politieke in plaats van fysieke lenigheid van node. Dat pleit in het voordeel van de staatssecretaris. Maar is de ‘act’ überhaupt uitvoerbaar? Want ofwel buigt Teeven door zijn beleid voor levenslanggestraften drastisch aan te passen. In dat geval haalt hij zich de toorn van een deel van zijn kiezerspopulatie op de hals. Ofwel hij doet dat niet, met als gevolg dat hij in toenemende mate hardhandig door rechterlijke colleges op de vingers wordt getikt.
De begrijpelijke strafrechtszitting
Henk Elffers
Er is heel wat meer onbegrijpelijk in de rechtszaal dan de plek waar precies een officier staat. Er is zo goed als niets duidelijk in de rechtszaal; het publiek tast in het duister en de betrokken juristen doen doorgaans geen enkele moeite om oningewijden bij te lichten. Het is een aperte schande dat de openbare rechtszitting een onbegrijpelijk toneelstuk is voor verdachte, benadeelden en publiek.
18 september 2014
Blog
De begrijpelijke strafrechtszitting
Voor de meeste toeschouwers is een rechtszaak een toneelstuk in een vreemde taal waarvan ze slechts af en toe een woord menen te herkennen.
19 september 2014 Artikel Henk Elffers