Artikelen van Henk Elffers

Tijdschrift
NJB 32 (2021)
Aansprakelijkheid voor falende informatieuitwisseling in de gezondheidszorg
Hoe kan in de context van medische aansprakelijkheid meer duiding worden gegeven aan de omvang van de verplichtingen van individuen die betrokken zijn bij een concreet geval waarin informatie niet op het juiste moment bij de juiste persoon aanwezig is? De analyse van de rechtspraak in dit artikel bevestigt dat er in deze context kan worden gewerkt met een onderverdeling in doorgeefplichten en navraagplichten die duidelijker maakt wat we van welke personen verwachten en hoe de concrete verplichtingen op elkaar inwerken. Een nadruk op individuele plichten maakt een betere indeling van casuïstiek mogelijk en maakt duidelijker welke afwegingen er zijn te maken. De aansprakelijkheidsvraag wordt dan beantwoord aan de hand van de uitkomst van het samenspel van verplichtingen die in de casus aan de orde zijn. Dat is winst ten opzichte van de tot nog toe zeer algemene benadering in de literatuur over het medisch aansprakelijkheidsrecht, waar men zich te gemakkelijk verschuilt achter ‘de omstandigheden van het geval’.
Autonomie en privacy als rechtsgronden van het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel?
Recentelijk is door verschillende auteurs voorgesteld om de rechtsgronden van het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel te heroverwegen en door in dat verband meer nadruk te leggen op privacy en persoonlijke autonomie. In een tijdperk waarin digitale en andere technologische opsporingsmethoden zich steeds verder ontwikkelen, is aandacht voor de rechtsgronden van het eeuwenoude zwijgrecht en nemo tenetur-beginsel zeker van belang. Het is evenwel de vraag of persoonlijke autonomie en privacy overtuigen als rechtvaardiging van het recht om te zwijgen en om niet te hoeven meewerken aan de eigen veroordeling. Dit wordt in deze bijdrage betwijfeld.
Misbruik van machtspositie op de weesgeneesmiddelenmarkt
Onlangs gaf de ACM een signaal af naar farmaceuten, louter belust op winstbejag. Een belangrijk signaal, maar daarnaast zou de indicatie-uitbreiding voor ‘nieuwe’ weesgeneesmiddelen moeten worden heroverwogen.
Reactie Verdacht door uw geslacht?
In het NJB-themanummer Vrouwen in de rechterlijke macht zien we allerwegen de stelling verwoord dat het geslacht van de rechter er niets toe doet voor haar of zijn uitspraken, naast de opinie dat het tòch belangrijk is dat de rechterlijke macht een afspiegeling is van de maatschappij. Gaat het dan om het functioneren van de rechtspraak als geheel? Sommigen gaan verder en menen dat het in concrete strafzaken belangrijk is dat de rechtbank lijkt op de verdachte. Zo zou een meervoudige kamer met enkel vrouwen geen mannelijke zedenverdachten moeten berechten.
Reactie De functieaanduiding van de verschillende rechters
In de zeer lezenswaardige aflevering 28 van dit blad over Vrouwen in de rechterlijke macht eindigt Rowin Jansen zijn artikel Wachten tot de tijd rijp is met de opmerking dat in de afgelopen eeuw de functieaanduiding ondanks alle verdere ontwikkelindan een ‘hofrechter’ en een raadsheer m/v bij de Hoge Raad is dan een ‘raadrechter’. gen met betrekking tot de toetreding van vrouwen in de rechterlijke macht niet is veranderd. Hij maakt er geen prijsvraag.

Tijdschrift
NJB 34 (2019)
Persoonsgegevens in het strafrecht
In april 2016 werd, tegelijk met de AVG, EU-richtlijn 2016/680 aangenomen door het Europees Parlement en de Raad. Deze richtlijn reguleert persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van politiële en justitiële activiteiten. In Nederland is de richtlijn inmiddels geïmplementeerd door de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) aan te passen. De Europese richtlijn beoogt betrokkenen wiens persoonsgegevens worden verwerkt in de context van het strafrecht betere bescherming te bieden op het vlak van (informationele) privacy. Hoewel betrokkenen op papier veel rechten en vrijheden hebben, is er onduidelijkheid over hoe de richtlijn in de praktijk zou moeten werken. In deze bijdrage wordt betoogd dat de oorzaak hiervan te herleiden is tot conceptuele weeffouten in de richtlijn. Met name de regels omtrent (1) toestemming en controle, (2) categorisering van betrokkenen/data subjecten en (3) feiten versus meningen kunnen in de praktijk leiden tot uitvoeringsproblemen. Dit kan weer leiden tot verminderde rechtsbescherming van betrokkenen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Naar evenwichtiger griffierechttarieven?
Bij invoering van de Wet griffierechten burgerlijke zaken zijn de griffierecht-tarieven voor zaken met gering financieel belang sterk gestegen. De minister heeft een wetsvoorstel ingediend om de tarieven voor deze zaken enigszins te verlagen en voor zaken met groter financieel belang enigszins te verhogen. Dit artikel presenteert een eveneens budget-neutrale verandering van het tarievenstelsel, die leidt tot een meer systematisch verband tussen het tarief en het financieel belang van de zaak en tot een verdergaande verschuiving van griffierechten van zaken met gering naar die met groot financieel belang.
Lees het hele artikel in Navigator.
Voorstel Innovatiewet Strafvordering
Het consultatievoorstel voor de Innovatiewet Strafvordering voorziet in de wettelijke regeling van een aantal voor de strafrechtspraktijk relevante onderwerpen, vooruitlopend op het komende nieuwe Wetboek van Strafvordering. In dit artikel wordt ingegaan op één onderdeel van dat voorstel: de vordering van de benadeelde partij in het strafproces. Als het voorstel bewaarheid wordt ontstaan onaanvaardbare verschillen in rechtspositie tussen vorderingsgerechtigden. Een keuze die zulke ingrijpende gevolgen heeft voor slachtoffers van misdrijven, verdient een open debat en afweging van alle betrokken belangen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Het verschoningsrecht in het nieuwe Wetboek van Strafvordering
De regeling van het verschoningsrecht in het voorstel voor een nieuw Wetboek van Strafvordering codificeert jurisprudentie. Codificatie van jurisprudentie gebeurt vaker. Uniek is wel dat dit wetsvoorstel zorgt voor codificatie van jurisprudentie, die afwegingen zoals die uitdrukkelijk door de wetgever zijn gemaakt terzijde schuift. In plaats van bezwaren tegen het gebruik van de open term ‘zeer bijzondere omstandigheden’ als argument voor doorbreking van het verschoningsrecht te pareren en in de wet duidelijke regels over de inzet van strafvorderlijke bevoegdheden tegen verschoningsgerechtigden te formuleren, wordt nu gekozen voor voortzetting van een onduidelijke situatie.
Lees het hele artikel in Navigator.
ENCJ-enquête onder rechters
In het NJB van 19 juli staat een bespreking van de ENCJ-enquête onder Europese rechters, die gaat over de onafhankelijkheid van de rechtspraak. Er worden interessante en belangrijke bevindingen genoemd in het artikel. Het is boeiend om landen met elkaar te kunnen vergelijken. Maar Nederlandse lezers zullen óók, of met name, geïnteresseerd zijn in de resultaten over het eigen land. In het artikel komt naar voren dat Nederland het niet onaardig doet te midden van de Europese landen. Maar wij zien op punten toch een wat zorgelijk beeld oprijzen. Wat zeggen de 642 Nederlandse rechters die meededen aan de ENCJ-enquête over kwesties die hun onafhankelijkheid raken?
Lees het hele artikel in Navigator.
Bekijk dit nummer in Navigator.
Blog
De begrijpelijke strafrechtszitting
Voor de meeste toeschouwers is een rechtszaak een toneelstuk in een vreemde taal waarvan ze slechts af en toe een woord menen te herkennen.
