Artikelen van Harrie Vermeulen

Tijdschrift
NJB 17 (2025)
De Lex-Van Oven, een marathon met een bijzondere eindsprint
De wet van 14 juni 1956, Stb. 1956, 343, tot opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw (in werking getreden op 1 januari 1957) is vernoemd naar haar auctor intellectualis, Julius Christiaan van Oven. De wet kent een lange en bewogen geschiedenis, waarin wetsontwerpen werden ingediend, op de plank bleven liggen, werden ingetrokken om dan plotsklaps weer nieuw leven te worden ingeblazen; sommige artikelen, zoals artikel 160 lid 1 BW (oud) (‘De man is het hoofd der echtvereniging’), werden geschrapt en dan weer gehandhaafd. De geschiedenis kent echter als constante de onwankelbare visie van Van Oven dát dit onderwerp geregeld moet worden, en ook hoe dat diende te gebeuren, namelijk door óók het huwelijksgoederenrecht ingrijpend te wijzigen. Bijna dertig jaar lang houdt hij vast aan zijn visie, tegen de stroom in. Door een bijzondere samenloop van omstandigheden kan hij zijn ideeën in 1956 alsnog verwezenlijken. Hij heeft als wetenschapper ‘lopend voor’ dit onderwerp dan al bijna een marathon afgelegd. Door een fabuleuze eindsprint in zijn hoedanigheid van Minister van Justitie slaagt hij erin alsnog ‘het goud’ binnen te halen.
Constitutionele toetsing en een constitutioneel hof in de West
Nu in Nederland constitutionele toetsing en de instelling van een constitutioneel hof hoog op de agenda staan valt het op dat in de diverse adviezen, onderzoeken en wetenschappelijke artikelen over dit onderwerp nauwelijks, eigenlijk geen, aandacht wordt besteed aan de stand van zaken aangaande constitutionele toetsing in het Caribische deel van het Koninkrijk. Immers, hier is constitutionele toetsing al langer ingevoerd. In Aruba sedert 1986 en in Curaçao en Sint Maarten sedert 2010. Ook is bij de ontmanteling van de Nederlandse Antillen in 2010 in het autonome land Sint Maarten een constitutioneel hof in het leven geroepen. Dit artikel vult dat hiaat door in te gaan op hetgeen in het Caribische deel van het Koninkrijk is geregeld inzake constitutionele toetsing. De Caribische regelingen worden afgezet tegen de voorstellen zoals door het kabinet neegelegd in de Contourennota constitutionele toetsing.
Overheidsleningen en garanties
bestaat terughoudendheid bij het verstrekken van leningen en garanties door bestuursorganen. Dit essay onderzoekt waar deze terughoudendheid vandaan komt en in welke situaties het inzetten van leningen en garanties als vorm van subsidiëring effectief kan zijn.
‘Processtukken, wanneer verworden zij van hulp tot hindernis?’
Uitdijende processtukken en de limitering zijn niet alleen in Nederland een probleem. De Internationale Rechtersvereniging besloot om dit onderwerp te inventariseren. Op een daartoe verspreide vragenlijst kwamen bijna veertig reacties van buitenlandse rechtersverenigingen binnen. De vraag die niet is gesteld maar kennelijk als een gegeven werd beschouwd: ‘heeft uw jurisdictie last van te lange en/of onnodige (tekst in) processtukken?’ werd, impliciet, breed onderschreven. In deze bijdrage worden de meest relevante resultaten besproken.

Tijdschrift
NJB 23 (2018)
Een witte jas onder de toga
De regeling die op het terrein van de dwangpsychiatrie de Wet Bopz opvolgt is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Hierin is voor de rechter een toetsende taak weggelegd wat betreft van deskundige psychiatrische zijde aangevoerde verlangens en plannen voor dwang. In zijn toelichting is de wetgever dubbelzinnig als het gaat om de vraag hoe diepgaand die toetsing moet zijn. De auteur betoogt dat de rechter, hoezeer ook hij zelf geen deskundige is, de zorgvoornemens niet ‘marginaal’ behoort te beoordelen. Over de volle breedte ook bijvoorbeeld wat betreft de diagnose en de keuze voor specifieke therapievormen heeft de jurist en niet de dokter het laatste woord.
Lees het hele artikel in Navigator.
De Zondagswet aan het werk
Hoewel meerdere malen overwogen is de Zondagswet in te trekken, heeft de wet het jongste intrekkingsvoorstel onlangs ook weer overleefd. Uit evaluatieonderzoek naar de feitelijke werking van de wet volgt dat de wet bepaald niet als een knellende regeling wordt ervaren. Gebleken is dat de wet een veel bredere functie heeft dan de bescherming van de zondagsrust. Uit verschillende vernietigings-KB’s en rechterlijke uitspraken is op te maken dat de wet paradoxaal genoeg ook beschermt tegen te veel opgelegde zondagsrust. Hoewel een intrekking of ingrijpende wijziging van de Zondagswet voorlopig van de baan lijkt, is het met het oog op een volgende discussie over het voortbestaan van de wet niettemin nuttig te weten wat de consequenties van een eventuele ‘kale’ intrekking van de wet zullen zijn. Welke gevolgen heeft zo’n intrekking voor de (reikwijdte van de) bevoegdheden van gemeentebesturen?
Lees het hele artikel in Navigator.
Gaat het wel goed met onze rechtsbijstandverzekeringen?
Regulering van en toezicht op rechtsbijstandsverzekeraars zijn geheel aan de branche overgelaten, met soms bizarre gevolgen. Al vele jaren is een van de probleempunten dat de verzekerde voor wie een procedure moet worden gevoerd wordt bijgestaan door een rechtshulpverlener die in dienst is van de verzekeraar. Nederland blijkt het enige land te zijn waar medewerkers in loondienst van de verzekeraar procedures mogen voeren. In alle zeventien andere landen waar bijvoorbeeld DAS een rechtsbijstandverzekering aanbiedt zoals Duitsland en België is dat niet geoorloofd. Daar doen advocaten dat, die door de verzekerde worden gekozen en door de verzekeraar betaald.
Lees het hele artikel in Navigator.
Bij leven en welzijn
In het NJB van 9 maart en 4 mei van dit jaar verschenen pleidooien van Bart Groen en van Adriana van Dooijeweert voor een verlenging van het rechterlijk leven. De bijdrage van laatstgenoemde eindigt met de vraag: ‘Wie pakt de handschoen verder op?’
Lees het hele artikel in Navigator.
70 jaar
In het NJB van 9 maart en 4 mei 2018 pleitten mr. B. Groen en mr. A. van Dooijeweert er voor om de leeftijdsgrens van 70 jaar voor rechters-plaatsvervangers, en als ik het goed begrijp ook voor ‘gewone’ rechters, te laten vervallen en vóór een benoeming voor het leven, tot het niet meer gaat.
Lees het hele artikel in Navigator.