Artikelen van Bregje Dijksterhuis

Tijdschrift
NJB 31 (2025)
Tussen werkelijkheid en weergave
Voor een representatieve weergave van de rechtspraktijk is (empirisch-)juridisch onderzoek idealiter gebaseerd op de volledige informatie uit alle relevante zaken. De rechtswetenschappelijke methode van dossieronderzoek, waarbij volledige (rechtbank-)dossiers ingezien en geanalyseerd worden, komt redelijk dichtbij dit ideaal. De uitvoering van dossieronderzoek is echter intensief, tijdrovend en afhankelijk van expliciete toestemming van de betrokken instanties. Mede hierom wordt binnen de rechtswetenschap veelvuldig gebruik gemaakt van de methode van rechtspraakonderzoek, waarbij openbaar toegankelijke rechtspraak op rechtspraak.nl wordt geanalyseerd. De vraag is echter in hoeverre rechtspraakonderzoek op basis van deze gepubliceerde beslissingen representatief is voor de rechtspraktijk, en daarmee hoe werkelijkheid en weergave zich in deze context tot elkaar verhouden?
Regulering in Nederland van massadonatie in internationale context
Donorkinderen kunnen wereldwijd een groot aantal halfbroers en -zussen hebben. Dat raakt hun recht op identiteit en is ook vanuit medisch en sociaal oogpunt onwenselijk. De per 1 april 2025 gewijzigde Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting voorkomt massadonatie in internationale context niet. Zijn er mogelijkheden om zaaddonatie in internationale context voor in Nederland verwekte donorkinderen te reguleren?
Remedies tegen opzettelijk schuilhouden door bedrijven
Het opzeggen van overeenkomsten door consumenten blijkt regelmatig bijna onmogelijk doordat bedrijven essentiële contactinformatie achterhouden. Dat leidt tot frustratie en juridische onzekerheid. Welke juridische remedies zijn beschikbaar voor consumenten die hun rechten willen uitoefenen, maar geconfronteerd worden met ondoorzichtige communicatiekanalen?
Een motiequotum en machtsevenwicht
Het voorstel voor een motiequotum beoogde het aantal moties in de Tweede Kamer te beperken om efficiëntie te bevorderen. Maar een dergelijk voorstel stuit op staatrechtelijke problemen. Een motie is immers een essentieel controle-instrument binnen het parlementaire stelsel en draagt bij aan het machtsevenwicht tussen parlement en regering. Beperking ervan kan leiden tot een verzwakking van de parlementaire controle.

Tijdschrift
NJB 8 (2025)
Een schofferend arrest?
Deze bijdrage, deel 2 in de serie ‘100 jaar NJB’, reflecteert op een artikel uit 1988 van de hand van redacteur Van Maarseveen dat destijds veel stof deed opwaaien en evenzovele pennen in beweging bracht. In dat artikel werd de staf gebroken over de Hoge Raad naar aanleiding van een vrijspraak in een verkrachtingszaak. Hebben de publicatie van de kritiek van Van Maarseveen en daaropvolgende reacties in het NJB bijgedragen aan adequatere strafrechtelijke bescherming tegen verkrachting in daaropvolgende jaren?
Doorgesneden banden tussen moeder en kind
In de periode 1956-1984 moesten meer dan 13.000 ongehuwde moeders in Nederland hun kind afstaan, grotendeels als gevolg van maatschappelijke normen, juridische beperkingen en druk van instanties. Het juridische kader en de invoering van de Adoptiewet faciliteerden adopties zonder dat moeders goed geïnformeerd werden over hun rechten. Huisartsen, maatschappelijk werkers en psychiaters versterkten het stigma rond ongehuwd moederschap en zagen adoptie vaak als enige oplossing. Pas sinds 2014 is er meer aandacht voor deze problematiek en loopt er een juridische procedure tegen de staat voor onrechtmatig handelen.
Cable Wars
Recente incidenten in de Noordelijke wateren van Europa waarbij onderzees kabels en leidingen vernield werden spelen zich af in een context van geopolitieke spanningen tussen lidstaten van de NAVO en Rusland. Staten die maatregelen willen nemen tegen verdachte schepen stuiten daarbij op verschillende juridische uitdagingen. Want het zeerechtelijke stelsel is er op gericht dat de vlaggenstaat zelf de verantwoordelijkheid neemt om maatregelen te nemen tegen een verdacht schip wanneer sprake is van kabel- of pijpleidingbreuk. Het is er niet op gericht dat andere staten die rol op zich nemen.
De metamorfose van een opzegging
Een onduidelijke en dubbelzinnige reactie van de werkgever op een onduidelijke opzegging van een Poolse werknemer wordt door de rechtbank gelezen als een opzegging door de werkgever. Dat de Hoge Raad een opzegging van de werkgever voor zowel de werkgever als de werknemer over dezelfde kam scheert, is misschien ‘logisch’, maar schiet tekort als het gaat om de bescherming van de werknemer.