Artikelen van Bas Wallage

Tijdschrift
NJB 28 (2016)
Privaatrechtelijke rechtsvorming, regulering en wetenschap 0.13
Er is waarschijnlijk geen zichzelf respecterend departement privaatrecht in Europa te vinden dat zich niet bezighoudt met de toenemende vaak subtiele meergelaagdheid van het privaatrecht en de problemen die dat met zich brengt. Waar veel minder aandacht voor bestaat is wat deze veranderingen precies betekenen voor de methode waarmee zowel rechters, wetgevers en andere regelgevers, alsook rechtswetenschappers hun bijdrage leveren aan de beantwoording van rechtsvragen in een moderne meerlagige rechtsorde. Juist hierop wil het nieuwe Tilburg Institute for Private Law (TIP) zich de komende jaren gaan richten. Met dit artikel wil men aantonen hoe belangrijk en uitdagend dit kan zijn. De bijdrage eindigt met een onderzoeksagenda en een oproep aan collega-privatisten elders om mee te denken.
Lees het hele artikel in Navigator.
Onteigening in de Aanvullingswet grondeigendom
Het op 1 juli jl. in consultatie gegane wetsvoorstel Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet maakt een einde aan de noodzaak van rechterlijke betrokkenheid bij een onteigening door de bevoegdheid om over onteigening te besluiten neer te leggen bij het bestuursorgaan dat de onteigening beoogt. Alleen als een belanghebbende tijdig in beroep komt van een dergelijk besluit, zal een rechter zich over de kwestie buigen: niet de burgerlijke rechter, maar de bestuursrechter. Als verandering in wetgeving dient om een probleem op te lossen, dan zou een zo radicale stelselwijziging de respons moeten zijn op een zeer prangend probleem. Niets is echter minder waar. De enige reden is de wens van de regering om het onteigenings(proces)recht te dwingen in het stramien van het bestuurs(proces)recht. Het nu voorgestane systeem offert de rechtsbescherming voor de burger op het altaar van het uniformiteitsstreven.
Lees het hele artikel in Navigator.
Onrechtmatig Wmo-beleid
In het licht van de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep waarin werd vastgesteld dat huishoudelijke hulp een voorziening is die onder de reikwijdte van de Wmo valt, wordt op grote schaal het Wmo-beleid herijkt terwijl tegelijkertijd massaal nieuwe aanvragen en herzieningsverzoeken worden ingediend. De vraag dringt zich daarbij op wat nu de rechtspositie is van Wmo-gerechtigden die eerder niet in bezwaar en beroep zijn gegaan. Loopt deze grote groep Wmo-gerechtigden nu tegen het leerstuk van de ‘formele rechtskracht’ aan of zijn er juridische mogelijkheden om de onherroepelijke beschikkingen alsnog open te breken?
Lees het hele artikel in Navigator.
Euthanasie I
Volgens Anne de Hingh van de VU wordt de Nederlandse samenleving ‘bij voortduring bestookt met campagnes en initiatieven op het gebied van euthanasie’, met name voor ‘zogenaamde vergeten groepen’. Zij moet daar weinig van hebben en dat wekt gezien de bewoordingen waarin zij zich uitdrukt geen verbazing.
Lees het hele artikel in Navigator.
Euthanasie II
De Hingh suggereert dat de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde en haar geestverwanten het menselijk leven reduceren tot koopwaar en de intimiteit van de dood instrumentaliseren: ‘De Levenseindekliniek heeft één duidelijke core business, te weten: het sterven.’ In plaats daarvan bepleit zij dat de mens het lijden en de dood weer op zich neemt en het sterven beschouwt als integraal onderdeel van zijn leven.
Lees het hele artikel in Navigator.

Tijdschrift
NJB 17 (2015)
Civiele whiplashzaken
Na het ‘standaardarrest’ Zwolsche Algemeene vs. De Greef I en vele daarop gebaseerde lagere rechtspraak, is de afgelopen periode een tweetal ‘whiplash-arresten’ van de Hoge Raad verschenen. Met de door de Hoge Raad afgegeven signalen lijken nu definitief stappen gezet in een discussie, die tot nog toe in veel whiplashzaken een constructieve regeling van de schade in de weg stond. Maar het ontbreken van ‘objectieve’ neurologische, neuropsychologische en/of psychiatrische afwijkingen en stoornissen, hoeft het aannemen van rechtens relevante klachten en beperkingen niet meer in de weg te staan. De ‘whiplashdiscussie’ gaat daarmee een volgende fase in. In een poging alvast wat lijn aan te brengen, wordt voor dit nieuwe stadium alvast een vijftal (aandachts)punten gesignaleerd. De laatste daarvan luidt dat nu van ieder whiplashslachtoffer, op straffe van sancties, een redelijke opstelling en medewerking in het kader van de schaderegeling wordt verlangd het niet onlogisch is dat (minstens) iets vergelijkbaars zou moeten gelden voor juist (de verzekeraar van) degene die het ongeval heeft veroorzaakt
Rechtseenheid of rechtsstaat als doelstelling van de Awb?
De belangrijkste opdracht die de VAR nu de Vereniging voor bestuursrecht VAR zich bij haar oprichting stelde was: het brengen van eenheid in het zo sterk verbrokkelde bestuursrecht. Nu, 75 jaar later, is die doelstelling in belangrijke mate bereikt. Mede door de inspanningen van de vereniging kent de Grondwet een bepaling die tot codificatie van algemene regels van bestuursrecht verplicht, is er een Algemene wet bestuursrecht (Awb) gekomen en is de literatuur over het algemeen deel van het bestuursrecht van grote omvang en diepgang geworden. De hoogste bestuursrechters, die enkele decennia geleden elkaars jurisprudentie niet kenden, bevorderen nu de eenheid door in de grote kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak samen aan de hoofdlijnen van de jurisprudentie te werken. Kunnen wij hiermee tevreden zijn? Kunnen wij bijvoorbeeld uit het privaatrecht leren dat een codificatie wel anderhalve eeuw mee kan gaan? Natuurlijk is onderhoudswerk altijd nodig, maar is de basis van het algemeen deel van het bestuursrecht nu niet gelegd?
Over misdaden en straffen
In 2014 was het 250 jaar geleden dat de Italiaanse jurist Cesare Beccaria zijn traktaat Dei delitti e delle pene publiceerde. Een traktaat dat hem tot een van de boegbeelden van de strafrechtswetenschap maakte en waardoor hij als een van de belangrijkste wegbereiders van het hedendaagse strafrecht wordt gezien. In deze bijdrage wordt nagegaan in hoeverre deze conclusie terecht is. Daartoe wordt stilgestaan bij enkele van de gedachten die Beccaria ontvouwde en bij een aantal voorstellen die hij daarin deed om het strafrecht van zijn tijd te hervormen. Vervolgens wordt nagegaan in welke mate deze gedachten en voorstellen werden nagevolgd in de strafwetgeving en in de procespraktijk van de West-Europese landen. Aan de hand van resultaten verkregen uit archiefonderzoek naar strafprocessen uit de zeventiende en achttiende eeuw worden ten slotte de periode ‘vóór Beccaria’ en de periode ‘ná Beccaria’ met elkaar vergeleken, om zo de werkelijke impact van diens hervormingsvoorstellen na te gaan.
Artikel 1F Vluchtelingenverdrag
Op basis van vaste jurisprudentie van het EHRM wordt een bestuursrechtelijke punitieve maatregel gezien als criminal charge in de zin van artikel 6 EVRM. Vreemdelingengeschillen vallen echter buiten de toepassingsreikwijdte van dit artikel. Uitsluiting van vreemdelingen van de asielprocedure overeenkomstig artikel 1F Vluchtelingenverdrag kan echter zondermeer gezien worden gezien als een punitieve sanctie. Omdat artikel 1F Vluchtelingenverdrag is overgenomen in de Europese Definitierichtlijn kan wel een beroep worden gedaan op het Handvest van de grondrechten waarin vergelijkbare bepalingen zijn opgenomen als in artikel 6 EVRM. Daarom kan worden geconcludeerd dat in zaken waarin artikel 1F aan de orde is strafrechtelijke waarborgen, zoals de onschuldpresumptie, in acht moeten worden genomen.
De Raad van State en de voorhangprocedure
Het zal geen der lezers van dit magazine zijn ontgaan dat er thans een we mogen wel stellen: stevige discussie wordt gevoerd over de gesubsidieerde rechtsbijstand. Centraal in deze discussie staat onder meer het Besluit houdende wijziging van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000. Dit besluit dat, ondanks een sterk ontradende motie van de Eerste Kamer toch door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is doorgezet, herziet significant het bekostigingsmodel van de gefinancierde rechtsbijstand.

Tijdschrift
NJB 28 (2014)
Verruiming bevoegdheden vreemdelingentoezicht
Per 1 maart 2014 is de ‘Wet verruiming bevoegdheden vreemdelingentoezicht’ in werking getreden. De nieuwe wet roept de nodige vragen op, al is het momenteel nog onduidelijk hoe deze wet in de praktijk zal worden toegepast. De nieuwe bevoegdheden bewerkstelligen inhumane situaties, zo wordt hier betoogd, waarbij de waardigheid van de vreemdeling wordt aangetast. Daarbij is er gevaar voor inbreuk op grondrechten terwijl de noodzaak daarvan niet is aangetoond. De verweermogelijkheden van de vreemdeling tegen de nieuwe wetgeving zijn minimaal, maar is de vreemdeling ook nog illegaal dan is deze helemaal rechteloos.
Modernisering van het Wetboek van Strafvordering
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft het plan opgevat om het huidige Wetboek van Strafvordering (volledig) te moderniseren. Waar het huidige Wetboek een jarenlange ontstaansgeschiedenis heeft zal de introductie van het nieuwe Wetboek, als de voortekenen niet bedriegen, in een veel kortere periode tot stand komen. Het Wetboek wordt gemoderniseerd om ‘de tand des tijds’ weer adequaat te kunnen doorstaan, maar daarbij wordt de verdediging tegelijkertijd teruggedrongen in een rol die zich kenmerkt door een gebrek aan rechten, tijd en mogelijkheden. Efficiënt is dat, bezien vanuit een vervolgende overheid, ontegenzeggelijk wel, maar het predicaat ‘behoorlijk’ verdient het niet.
Artikel 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering
Modernisering van het Wetboek van Strafvordering is aanstaande. Een prachtige kans, niets te vroeg ook, om het wetboek up to date te krijgen. Om wensen, dromen zo u wilt, te realiseren en het wetboek bestendig te maken voor de komende decennia. Minister Opstelten is er met zijn toespraak bij het congres Modernisering Wetboek van Strafvordering al in een vroeg stadium in geslaagd om de betrokkenen bij die modernisering op scherp te zetten. Zijn toespraak spitste zich toe op het eerste artikel van het huidige wetboek: Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.
Willem Johannes Witteveen
De afspraken met Willem Witteveen staan nog in onze agenda’s: over de begeleiding van promovendi en studenten, nieuwe onderzoeksplannen en de methodiek van het onderwijs. Maar voordat we weer zouden overgaan tot de orde van de dag, zouden we zijn verhalen horen over de reis door Indonesië. De veelheid van culturen en religies in dat grote land zou Willem ongetwijfeld hebben geassocieerd met de vragen die hem bezighielden zo lang als we ons herinneren; vragen naar de mogelijkheden van mensen om in vrede samen te leven in een wereld die op zoek is naar ordening door het recht.
Over soevereiniteit

Tijdschrift
NJB 13 (2013)
De definitie van euthanasie in het onderzoek naar medische beslissingen bij het levenseinde
Een serie onderzoeken heeft een in de wereld ongeëvenaarde schat aan informatie opgeleverd over de Nederlandse praktijk van medische beslissingen bij het levenseinde. Toch kleeft er een gevaar aan het gebruik van de verzamelde gegevens omdat de onderzoeken zijn gebaseerd op een juridisch incorrecte classificatie van medische handelingen bij het levenseinde. Als een arts gevraagd wordt naar zijn subjectieve intentie zal de arts die vooraf de bedoeling had het overlijden te bespoedigen, de vraag of het overlijden het gevolg was van handelen met die intentie in beginsel met ‘ja’ beantwoorden. Maar van euthanasie is alleen sprake als het overlijden van de patiënt in feite door zijn handelen is veroorzaakt.
Onderzoek dat gedaan wordt in het kader van een wetsevaluatie moet uitgaan van een juiste interpretatie van de centrale begrippen uit de wet die geëvalueerd wordt. Zeker als de juristen die aan de evaluatie deelnemen wél van de juiste interpretatie uitgaan. Dat het onderzoek niet aan deze eis voldoet is een ongewenste situatie die, ook in het buitenland, tot misverstanden omtrent de praktijk van euthanasie in Nederland leidt.
Onderzoek dat gedaan wordt in het kader van een wetsevaluatie moet uitgaan van een juiste interpretatie van de centrale begrippen uit de wet die geëvalueerd wordt. Zeker als de juristen die aan de evaluatie deelnemen wél van de juiste interpretatie uitgaan. Dat het onderzoek niet aan deze eis voldoet is een ongewenste situatie die, ook in het buitenland, tot misverstanden omtrent de praktijk van euthanasie in Nederland leidt.
Artikel 63 Wetboek van Strafrecht: een nog onopgelost probleem
Een recente beslissing van de Hoge Raad over de samenloopregeling in het Wetboek van Strafrecht zorgt ervoor dat rechters bij de bestraffing van ernstige oude misdrijven mogelijk geen passende straffen kunnen opleggen. Terwijl juist de opheldering van oude zaken steeds meer aandacht krijgt.
Digitaal demonstreren: cybercrime of online activisme?
Een verkenning van het recht op digitale betoging
Sinds mensenheugenis worden betogingen gehouden. In onze huidige maatschappij kiezen burgers echter steeds vaker voor de optie om digitaal hun mening te uiten. Een van de varianten daarvan is het digitaal aanvallen van organisaties door wie de demonstranten zich benadeeld voelen of die ze om ideologische redenen een lesje willen leren. Waar de activisten dit een digitale betoging noemen, wordt dit door anderen een digitaal misdrijf genoemd.
Sinds mensenheugenis worden betogingen gehouden. In onze huidige maatschappij kiezen burgers echter steeds vaker voor de optie om digitaal hun mening te uiten. Een van de varianten daarvan is het digitaal aanvallen van organisaties door wie de demonstranten zich benadeeld voelen of die ze om ideologische redenen een lesje willen leren. Waar de activisten dit een digitale betoging noemen, wordt dit door anderen een digitaal misdrijf genoemd.
SGP-toevoeging is logisch, quotum-voorstel niet
De SGP voegt aan het reglement toe, ‘dat geslacht niet kan worden tegengeworpen bij de kandidaatstelling’. Die toevoeging is niet in strijd met art. 4 van de statuten. Het voorstel van het Clara Wichmannfonds de Kieswet te wijzigen maakt de meeste inbreuk op de grondrechten van de SGP.
Normering van aandeelhouders
Redelijkheid en billijkheid of misbruik van bevoegdheid?
Blog
Onrechtmatig Wmo-beleid: wat nu?
Van gemeenten mag voortvarendheid en heldere communicatie worden verwacht bij de aanpassing van het Wmo-beleid en van de Wmo-gerechtigden mag enig geduld worden gevraagd.

Blog
Een aantekening bij uitspraak over digitale hondenriem
De redenatie van de kantonrechter in een zaak over een digitale hondenriem kan negatieve gevolgen hebben voor innovatieve ontwikkelingen zoals de zelfrijdende auto maar ook het elektronisch toezicht.

Blog
Boete Wet arbeid vreemdelingen: een tewerkstellingsvergunning vereist voor Bulgaren en Roemenen?
Is er een tewerkstellingsvergunning nodig voor Bulgaren en Roemenen? En is de Afdeling bestuursrechtspraak verplicht om op dit punt prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof van Justitie?

Blog
Artikel 1F vluchtelingenverdrag: een criminal charge?
In zaken waarin artikel 1F Vluchtelingenverdrag aan de orde is, moeten strafrechtelijke waarborgen, waaronder de onschuldpresumptie, in acht worden genomen.

Blog
Artikel 1F Vluchtelingenverdrag: het recht op leven in gevaar
De Nederlandse regering doet er verstandig aan de uitzetting van de ‘ongedifferentieerde groep’ Afghaanse 1F-ers per direct stop te zetten om schendig van het EVRM te voorkomen. Een dergelijke uitzetting is inhumaan en niet langer houdbaar door de directe doorwerking van het EVRM.

Blog
Constitutionele toetsing: voor behoud van de democratische rechtsstaat
Vanuit de Eerste Kamer klinkt bezorgdheid over de wijze waarop de politiek omgaat met de democratisch rechtsstaat en de instituties binnen de democratische rechtsstaat. Parlementariërs hebben steeds minder respect voor de trias politica, de scheiding in wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.
