Artikelen van Annelies Vredeveldt

                        Tijdschrift
                        NJB 13 (2021)
                            
                                
                                    
                             
                            
                                
                                    
                             
                            
                                
                                    
                             
                            
                                
                                    
                             
                        
                    
                Bodycambeelden als controlemiddel in de strafrechtspraktijk
                                    
                                    
                                        Hoe kunnen beelden van bodycams gedragen door politieagenten bijdragen aan de waarheidsvinding in strafzaken? In dit artikel wordt deze vraag vanuit zowel juridisch als rechtspsychologisch perspectief behandeld. Eerst wordt ingegaan op de vraag of en hoe politieambtenaren bodycambeelden thans gebruiken bij het schrijven van een proces-verbaal en welke effecten daarvan, op basis van rechtspsychologische literatuur, mogen worden verwacht. Vervolgens wordt een aantal uitspraken in strafzaken besproken waarin gebruik wordt gemaakt van bodycambeelden. Daarna wordt aandacht besteed aan de fundamentele vraag in hoeverre bodycambeelden überhaupt geschikt zijn om door rechter en opsporingsambtenaar als controlemiddel te worden gebruikt. Ten slotte wordt gereflecteerd op het voornemen van de wetgever om opsporingsambtenaren toe te staan om het opmaken van een proces-verbaal uit te stellen indien op een opname is vastgelegd ‘wat door hen tot opsporing is verricht of bevonden’.
                                    
                                Een strafrechtelijk vangnet in de Omgevingswet
                                    
                                    
                                        De wetgever heeft in de Omgevingswet een strafrechtelijk vangnet geïntroduceerd met de verbodsbepaling van artikel 1.7a Ow. In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de aard, inhoud en reikwijdte van de vangnetbepaling. Daaruit zal blijken dat we te maken hebben met een bedenkelijk stukje strafwetgeving. De vangnetbepaling is wetssystematisch ondoorgrondelijk en terminologisch net zo breed als vaag. Het is praktisch onmogelijk om het gedrag af te stemmen op deze alomvattende strafbaarstelling.
                                    
                                Juridische verplichtingen van kernspelers
                                    
                                    
                                        De komende jaren zullen cruciaal zijn om nog een kans te hebben om klimaatrampen van onvoorstelbare omvang te voorkomen. Daarvoor is in elk geval nodig om in kaart te brengen wat landen, bedrijven en andere kernspelers rechtens moeten doen. Een internationale groep deskundigen heeft die handschoen opgenomen. De groep heeft in kaart gebracht wat overheden rechtens moeten doen en welke juridische verplichtingen bedrijven en beleggers hebben. Dat laatste is omschreven in de Principles on Climate Obligations of Enterprises. Die worden in dit artikel globaal en met zevenmijlslaarzen doorgenomen.
                                    
                                De zaak Poch: Argentinië en het Folterverdrag
                                    
                                    
                                        Na verschijning op 1 februari jl. van het rapport van de Commissie Dossier J.A. Poch is via de media een begin van wetenschappelijke discussie geëntameerd over de inhoud daarvan. Deze discussie wordt voortgezet in het NJB. Twee voormalig leden van de commissie, reageren met dit artikel, gezien het gewicht van het thema in kwestie, op de in de media geuite visie op deze zaak.
                                    
                                
                        Tijdschrift
                        NJB 2 (2019)
                            
                                
                                    
                             
                            
                                
                                    
                             
                            
                                
                                    
                             
                            
                                
                                    
                             
                            
                                
                                    
                             
                        
                    
                Een aantal dilemma’s voor de privacywetenschap
                                    
                                    
                                        In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan een aantal vragen en dilemma’s dat momenteel aanleiding geeft tot veel intense discussies binnen de privacywetenschap. Voor het beantwoorden van deze vragen zou aansluiting kunnen worden gezocht bij reeds bestaande sectorspecifieke regelingen, bijvoorbeeld uit de medische sector. Echter, dergelijke sectorspecifieke regelingen bieden slechts nadere richtsnoeren ten aanzien van een beperkt aantal van de in deze bijdrage opgeworpen vragen. Daarenboven zijn ze vaak moeilijk veralgemeniseerbaar. Het zou daarom raadzaam zijn als er nadere standaarden en richtlijnen worden opgesteld voor de wetenschappelijke integriteit en onafhankelijkheid, in ieder geval voor de privacywetenschap, maar wellicht ook breder.
                                
Lees het hele artikel in Navigator.
Burgers in het digitale opsporingstijdperk
                                    
                                    
                                        De rol en positie van de burger in de opsporing in het digitale tijdperk is aan het veranderen. Huidige technologische mogelijkheden bieden nieuwe opsporingsmogelijkheden voor politie en justitie, maar tegelijkertijd neemt de autonomie van het Openbaar Ministerie in de opsporing af en wordt aan het juridische monopolie van de overheid op het onderzoek naar strafbare feiten getornd. Van een zelfstandig strafrechtelijk beleid van het Openbaar Ministerie kan niet meer gesproken worden. Van een omlijnd overheidsbeleid om invulling te geven aan deze veranderingen is geen sprake. Een dergelijke, meer vrijblijvende benadering van burgers en opsporing dwingt op een bepaald moment tot keuzes. Worden de bijdragen van burgers definitief juridisch omarmd en wordt daarmee de insteek van het strafrecht meer publiek-privaat, of wordt vastgehouden aan de klassieke centrale rol van de overheid in de opsporing en wordt ingezet op betere waarborgen hieromtrent?
                                
Lees het hele artikel in Navigator.
Getuigenverhoor bij de rechter-commissaris
                                    
                                    
                                        Overleg tussen getuigen kan zowel voor- als nadelen hebben. De vraag rijst derhalve hoe moet worden omgegaan met getuigen die met elkaar hebben gepraat. De beste oplossing zou zijn om ervoor te zorgen dat getuigenverklaringen zo snel mogelijk na het incident worden veiliggesteld, maar dat is niet altijd mogelijk. Tegen de tijd dat de getuige bij de R-C komt, is het essentieel dat die zo goed mogelijk in kaart brengt met wie de getuige heeft gesproken en waarover precies. De zittingsrechter moet er niet voor terugschrikken als getuigen met elkaar gesproken blijken te hebben, maar doet er goed aan om de ontstaansgeschiedenis van verklaringen kritisch te analyseren, waar nodig met behulp van een rechtspsychologisch deskundige. Die analyse van de ontstaansgeschiedenis dient te worden meegewogen in de beoordeling van de validiteit van de getuigenverklaringen, zonder daarbij te vervallen in een automatisch wantrouwen.
                                
Lees het hele artikel in Navigator.
Het verstrekken van niet-gepubliceerde uitspraken door de Rechtspraak
                                    
                                    
                                        Uitspraken van rechters vormen een rijke bron voor empirisch onderzoek naar het functioneren van de rechtspraak. Zo lang niet alle uitspraken worden gepubliceerd, is in veel gevallen medewerking van de Rechtspraak bij het verkrijgen van uitspraken ten behoeve van onderzoek noodzakelijk. Je zou denken dat dat probleemloos gaat. Uitspraken zijn immers openbaar. Niets is echter minder waar: openbaarmaking wordt als gunst gezien. Dat moet anders.
                                
Lees het hele artikel in Navigator.
De Dutch Russian Law Association
                                    
                                    
                                        Onlangs is er een nieuwe vereniging opgericht, de Dutch Russian Law Association. De vereniging is een non-gouvernementele organisatie naar Nederlands recht en is in Den Haag gevestigd.
                                
Lees het hele artikel in Navigator.

                        Tijdschrift
                        NJB 43 (2016)
                            
                                
                                    
                             
                            
                                
                                    
                             
                            
                                
                                    
                             
                            
                                
                                    
                             
                            
                                
                                    
                             
                        
                    
                Een vergoeding voor chroom VI-slachtoffers bij Defensie
                                    
                                    
                                        Het aansprakelijk stellen van het Ministerie van Defensie als werkgever voor de blootstelling aan chroom VI gaat met serieuze problemen gepaard voor de werknemers die ziek werden. Het ministerie richtte een fonds op voor deze slachtoffers: de coulanceregeling. Ook het fonds blijkt niet zonder gebreken. Een aangepaste versie van het fonds zou niet alleen voor Defensie-werknemers, maar ook voor andere slachtoffers van chroom VI moeten gaan gelden.
                                
Lees het hele artikel in Navigator.
Het gebrek passeren of het besluit vernietigen?
                                    
                                    
                                        De verruiming van artikel 6:22 Awb heeft ertoe geleid dat nogal wat gebreken in besluiten kunnen worden gepasseerd. De rechtspraak laat zien dat het lang niet meer zo vaak als voorheen tot een vernietiging van een besluit hoeft te komen. Dit komt de slagvaardigheid van het bestuursprocesrecht, overeenkomstig de bedoelingen van de wetgever, zonder meer ten goede. De bestuursrechter is zich terdege bewust van de vraag of de gevolgen van een gemaakte fout rechtvaardigen dat een besluit wordt vernietigd. Een of meer richtinggevende uitspraken die expliciet zien op het (eerst) bezien van de mogelijkheden om gebreken met artikel 6:22 van de Awb te passeren, zouden nog wel wenselijk zijn.
                                
Lees het hele artikel in Navigator.
Invasief postmortaal onderzoek vraagt wetgeving
                                    
                                    
                                        Het risico van het niet-ontmaskeren van moordenaars rechtvaardigt om standaard eenvoudig-invasief postmortaal onderzoek uit te voeren. Er zijn verschillende invasieve handelingen die een grote meerwaarde kunnen hebben bij het onderzoek naar de aard en het tijdstip van overlijden. Daarvoor is eigenlijk geen wetswijziging nodig, maar omdat er zoveel koudwatervrees is onder forensisch artsen, pleiten auteurs toch voor verduidelijking door de wetgever.
                                
Lees het hele artikel in Navigator.
Nederlandse politieverhoren in de praktijk
                                    
                                    
                                        Na de perikelen van de Schiedammer Parkmoord is besloten om opnamen te maken van verhoren van verdachten en getuigen, althans in belangrijke zaken. Dat wordt door de politie ook trouw gedaan. Het levert echter in vrijwel alle gevallen een onbruikbare opname op.
                                
Lees het hele artikel in Navigator.
Bom onder het internet?
                                    
                                    
                                        De rechtspraak van het Hof van Justitie EU over de auteursrechtelijke ‘mededeling aan het publiek’ is volop in ontwikkeling. Het Hof is een nogal eclectische omstandighedencatalogus aan het aanleggen op grond waarvan bepaald moet worden wanneer nu wel of niet sprake is van een 'mededeling aan het publiek' en het is niet altijd duidelijk welke omstandigheid op welk moment wel of niet doorslaggevend is. Maar leidt dit tot ongelukken, ontploffingen en rampen? Nee. En dat komt omdat het Hof van Justitie er in een voorkomend geval weer een omstandigheid bij verzint waardoor de juiste uitkomst wordt bereikt.
                                
Lees het hele artikel in Navigator.
                        Blog
                        
                    
                            
                                Nederlandse politieverhoren in de praktijk
                            
                            
                        
                    De verhoren van getuige en verdachte in belangrijke zaken moeten worden opgenomen. Dat gebeurt ook, alleen zijn de opnames meestal waardeloos.
                        