Een goed functionerende rechtsstaat vereist niet alleen zorgvuldig vastgestelde wetgeving, maar ook regels die daadwerkelijk kunnen worden nageleefd en gehandhaafd. Tegenwoordig staat de uitvoerbaarheid onder druk:
• Wet- en regelgeving is steeds complexer geworden, door ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken, een gelaagde rechtsorde en de wens van wetgevers om zoveel mogelijk maatwerk te leveren en risico’s af te dekken.
• Deze gedetailleerdheid maakt het voor burgers, ondernemers en uitvoeringsorganisaties moeilijk om te begrijpen wat de regels precies vragen en hoe ze correct toegepast moeten worden.
• De kloof tussen de totstandkoming van regels en de uitvoering daarvan lijkt te groeien. In de praktijk kan dat ertoe leiden dat regels (gedeeltelijk) niet worden uitgevoerd, traag worden toegepast of niet adequaat worden gehandhaafd.
• Voorbeelden zoals de toeslagenaffaire en de hersteloperatie in Groningen onderstrepen de urgentie.
• Publieke dienstverleners – zoals de Nationale Politie, de Belastingdienst, UWV en Rijkswaterstaat – hebben dringend opgeroepen voor radicale vereenvoudiging van wetgeving: minder uitzonderingen, minder complexiteit. In de Staat van de Uitvoering 2025 staat het zelfs met hoofdletters geschreven: er bestaat een de dringende noodzaak van een Grote Vereenvoudiging van bestaande wet- en regelgeving. 

In aanloop naar het congres hebben preadviseurs Michiel Tjepkema & Georgina Kuipers, Daan Doorenbos, Ruben Houweling en Kees van der Staaij enkele ingewikkelde casus geanalyseerd en rode draden geschetst. Onder meer:
• Hoe ontstond deze complexiteit?
• Wat zijn de gevolgen voor de uitvoering en handhaving?
• Hoe reageert de rechtspraak?
• Wat kunnen juristen hieruit leren – en wat zijn alternatieven?

De Nationale ombudsman zal hierop ook reflecteren tijdens de jaarvergadering. Verder is er een futuroloog uitgenodigd om meer zicht te krijgen op toekomstige ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de complexiteit en uitvoerbaarheid van regelgeving.