Wet van 24-03-2023, Stb. 2023, 137

Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het zelfstandig strafbaar stellen van voorbereidingshandelingen met het oog op het plegen van seksueel misbruik met kinderen

—Deze wet is een gevolg van de in de Tweede Kamer aangenomen motie om het in bezit hebben van teksten met advies en/of richtlijnen over het seksueel misbruiken van kinderen expliciet strafbaar te stellen (Kamerstukken II 2019/20, 31 015, nr. 190). Er wordt een nieuw artikel 240c toegevoegd aan het Wetboek van Strafrecht waarin zelfstandig strafbaar wordt gesteld het zich of een ander (opzettelijk) middelen, gelegenheid of inlichtingen verschaffen of trachten te verschaffen, dan wel het zich kennis en vaardigheden verwerven of een ander bijbrengen, tot het plegen van – kort gezegd – seksueel kindermisbruik. Onder het bereik van deze strafbaarstelling valt het in bezit hebben van teksten met advies en/of richtlijnen over het seksueel misbruiken van kinderen. Voorts kan op grond van de nieuwe bepaling strafrechtelijk worden opgetreden tegen het verstrekken, verwerven of bezitten van zowel schriftelijk als mondeling ‘instructief kindermisbruik materiaal’, dan wel het anderszins vergaren of bijbrengen van ­kennis of vaardigheden voor het ­seksueel misbruiken van kinderen. Deze gedragingen vallen nu niet altijd onder het bereik van het Wetboek van Strafrecht.

Op het misdrijf omschreven in artikel 240c komt een maximumstraf van vier jaren gevangenisstraf of geldboete van de vijfde categorie te staan.

Inwerkingtreding

Besluit van 06-06-2023, Stb. 2023, 198

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 24 maart 2023 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het zelfstandig strafbaar stellen van voorbereidingshandelingen met het oog op het plegen van seksueel misbruik met kinderen (Stb. 2023, 137)

—De wet treedt in werking met ingang van 01-07-2023.

Kamerstukken