Brief van de minister van Buitenlandse Zaken (30-9-2004) waarbij hij ter stilzwijgende goedkeuring aanbiedt het Protocol tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad; New York, 31 mei 2001.

Het VN-Vuurwapenprotocol strekt tot aanvulling van het VN-Verdrag tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad. Met het protocol is een noodzakelijk internationaal instrument gecreëerd dat tot doel heeft, ten behoeve van de preventie, bestrijding en uitbanning van de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, de samenwerking tussen de Verdragsluitende Partijen te bevorderen, te vergemakkelijken en te intensiveren. Het protocol voorziet ten eerste in een uitgebreide procedure met betrekking tot de invoer, uitvoer en doorvoer van vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie. Het is de Verdragsluitende Partijen, zonder medeweten en toestemming van alle betrokken Verdragsluitende Partijen, niet toegestaan vuurwapens en aanverwante voorwerpen in, uit of door te voeren. Alvorens grensoverschrijding van een vuurwapen plaatsvindt, dienen beide Verdragsluitende Partijen hiervoor door middel van het verlenen van een vergunning dan wel autorisatie toestemming te verlenen. Indien niet aan dit uitdrukkelijk toestemmingsvereiste wordt voldaan, volgt een strafrechtelijk onderzoek, eventueel gevolgd door vervolging en sanctionering. De procedure heeft het oogmerk een bepaalde mate van transparantie te waarborgen, waardoor de Verdragsluitende Partijen meer inzicht verkrijgen in de (illegale) handel van vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie. Daarnaast is in het protocol een aantal maatregelen opgenomen dat de vervaardiging van vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie reguleert. Ter verwezenlijking van zijn doelstelling voorziet het VN Vuurwapenprotocol voorts in de verplichting tot het markeren van vuurwapens. Elk vuurwapen dient na vervaardiging of bij invoering, te worden voorzien van een uniek, op mechanische wijze aan te brengen, merkteken, met als doel het vuurwapen en de herkomst van het vuurwapen onmiddellijk te kunnen identificeren en tevens eenvoudig te kunnen traceren, oftewel het systematisch volgen van het vuurwapen en, indien mogelijk van aanverwante voorwerpen vanaf de fabrikant tot aan de koper. Zowel op nationaal als op internationaal niveau is men in de strijd tegen de illegale handel afhankelijk van de mogelijkheden tot het identificeren en traceren van afzonderlijke vuurwapens. Het merendeel van de in het VN Vuurwapenprotocol vervatte onderwerpen is reeds op vergelijkbare wijze geregeld in bestaande Nederlandse nationale regelgeving. Naar verwachting noopt het protocol daarom slechts tot een beperkte aanpassing van de Nederlandse regelgeving. Met name de bepalingen met betrekking tot de markering van vuurwapens, zullen moeten worden uitgewerkt in de Wet wapens en munitie (Wwm).

Kamerstukken: