Wetsvoorstel (02-02-2017) tot wijziging van de Wet milieubeheer (verwijdering asbest en asbesthoudende producten)

—De belangrijkste bronnen van asbestvezels zijn inmiddels aangepakt. Veruit de belangrijkste bron was de productie van asbesthoudende producten. Hiervoor geldt in Nederland al sinds 1993 een algemeen verbod. Ook asbestwegen, waarin asbestproducten als verhardingmaterialen zijn toegepast, zijn inmiddels verboden. Het kabinet streeft ernaar ook de resterende bronnen van asbestvezels aan te pakken. Met de indiening van dit wetsvoorstel beoogt het kabinet de hiervoor benodigde wettelijke grondslag in artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer (Wm) te verduidelijken. Daartoe wordt een artikel 9.2.2.1 opnieuw geredigeerd en wordt tevens een nieuw artikel 9.2.2.1a Wm ingevoegd. De nieuwe bepaling geeft uitdrukkelijk aan dat het mogelijk is om bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 9.2.2.1 Wm het voorhanden hebben van asbestproducten te verbieden. Dit kan inhouden dat bij amvb een verplichting kan worden opgelegd die de facto neerkomt op actieve verwijdering van:

  1. asbest(producten) in toepassingen in bouwwerken of objecten;
  2. verontreiniging die een gevolg is van dergelijke toepassingen;
  3. afvalstoffen van asbestproducten die in het milieu zijn terechtgekomen.

Daken van cementplaten waarin asbestvezels zijn verwerkt zijn momenteel de belangrijkste bron van asbestvezels, die vrijkomen door voortschrijdende verwering en incidenten. Het kabinet is voornemens op grond van artikel 9.2.2.1 Wm een amvb vast te stellen, die het voorhanden hebben van een asbestdak met ingang van 1 januari 2024 verbiedt. Het wetsvoorstel omvat verder enkele kleine wijzigingen en verduidelijkingen van de Wet milieubeheer.


Kamerstukken