Wet van 17-07-2024, Stb. 2024, 222

Wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met aanscherping van het openbare ordebeleid voor criminele vreemdelingen

—Deze wet verruimt de afwijzingsmogelijkheden voor aanvragen om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd van zeer zware criminele vreemdelingen die:

  • in Nederland zijn geboren dan wel vóór hun vierde levensjaar in Nederland verblijven;
  • die hun hoofdverblijf niet buiten Nederland hebben verplaatst; en
  • inmiddels 18 jaar zijn geworden.

Tot nu toe zijn de afwijzingsmogelijkheden voor deze categorie vreemdelingen beperkt tot onherroepelijke veroordelingen voor handel in verdovende middelen (gevangenisstraf van meer dan 60 maanden). Met deze wet wordt voor deze groep de beperking tot drugsdelicten geschrapt en vervangen door een beperking tot een veroordeling voor een ernstig misdrijf. Ook de drempel van een veroordeling van meer dan 60 maanden gevangenisstraf wordt geschrapt. De aanvraag wordt daardoor voortaan beoordeeld aan de hand van de glijdende schaal conform artikel 21, lid 1, aanhef en onder c, Vw 2000 en artikel 3.86 Vreemdelingenbesluit 2000. Na toetsing aan de glijdende schaal wordt beoordeeld of voldaan is aan Europese en internationale regelgeving, waarbij in het bijzonder gedacht kan worden aan het recht op privéleven en het proportionaliteitsbeginsel. De wetswijziging zal dus niet tot gevolg hebben dat een vergunning wordt onthouden zonder een individuele belangenafweging.

De wet schrapt dus de bescherming van in Nederland geboren dan wel opgegroeide vreemdelingen met criminele antecedenten tegen uitzetting.

De wet treedt in werking op 25 juli 2024.

Kamerstukken