Initiatiefwetsvoorstel (13-5-2004) van de leden Dubbelboer en Duyvendak houdende het ongedaan maken van de tijdelijkheid van de Tijdelijke referendumwet.
Op 1 januari 2002 is de Tijdelijke referendumwet in werking getreden. De wet bevat - in afwachting van opname in de Grondwet van het correctief referendum - een regeling van het raadgevend referendum op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau. De wet loopt in principe tot 1 januari 2005. De grondwetswijziging was in gang gezet om het raadgevende karakter om te zetten in het bindend maken van het referendum. Uiteindelijk gaat de grondwetsherziening niet door en is ook door het kabinet geen nieuwe poging gedaan om dit te bewerkstelligen. Indieners stellen voor om de Tijdelijke referendumwet te ontdoen van haar tijdelijkheid en de wet een permanente plek te geven in het Nederlandse democratisch stelsel. Ten principale zien indieners het belang van de mogelijkheid voor burgers om de 'noodrem' te kunnen gebruiken op nationale besluitvorming, waarvoor (vermeend) geen draagvlak is in de samenleving. Het karakter van de Trw is dat van een raadgevend correctief referendum. Indieners zien hierin een waardevolle aanvulling op de representatieve democratie. In de jaren dat de wet nu bestaat is er door burgers op landelijk niveau geen gebruik gemaakt van het correctief raadgevend referendum. Volgens sommigen zou de wet dus niet voorzien in een behoefte. Indieners volgen die redenering niet. Voor de indieners geldt dat het eerder bewijst dat burgers niet lichtvaardig omgaan met dit instrument.