Wetsvoorstel (07-10-2020) tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers

—Dit wetsvoorstel wijzigt de salderingsregeling zoals deze in artikel 31c van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 50, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag is neergelegd. Saldering vindt op dit moment plaats bij kleinverbruikers die ‘achter de meter’ zelf elektriciteit opwekken als een gedeelte van de opgewekte elektriciteit niet direct wordt gebruikt maar op het elektriciteitsnet wordt ingevoed. Deze opwekking achter de meter vindt in verreweg de meeste gevallen plaats met behulp van zonnepanelen. De elektriciteit die op het net wordt ingevoed, wordt in mindering gebracht op de elektriciteit die van het net wordt afgenomen. De kleinverbruiker hoeft daardoor geen leveringskosten, energiebelasting, ODE en btw te betalen voor zover deze afgenomen elektriciteit door de leverancier kan worden gesaldeerd met de op dat net ingevoede elektriciteit. Als een klein­verbruiker meer elektriciteit invoedt dan hij afneemt, dan ontvangt hij van zijn leverancier voor dit overschot een redelijke vergoeding.

Door dit wetsvoorstel wordt de salderingsregeling van 1 januari 2023 tot 1 januari 2031 geleidelijk afgebouwd tot nul. De afbouw betekent dat de invoeding van kleinverbruikers vanaf 1 januari 2023 niet langer tegen hun afname van elektriciteit van een net wordt gesaldeerd. In plaats daarvan mag bij de kleinverbruiker slechts een percentage van de elektriciteit die op een net wordt ingevoed nog worden gesaldeerd met de afname van dat net via dezelfde aansluiting. Dit percentage wordt geleidelijk afgebouwd naar nul, per 1 januari 2031.

Kamerstukken