Wetsvoorstel (01-03-2014) tot wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche
—Tijdens de plenaire behandeling van het op 10 november 2009 ingediende voorstel van wet, houdende regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche) heeft de Eerste Kamer de motie-Strik c.s. aanvaard (Kamerstukken I 32 211, nr. L), waarin de regering verzocht werd door middel van een novelle te voorzien in splitsing van genoemd wetsvoorstel, waardoor de invoering van de uniforme vergunningplicht voortvarend ter hand kan worden genomen. Dit wetsvoorstel strekt tot uitvoering van deze motie, die voortkwam uit bezwaren tegen de registratieplicht voor prostituees en de vergewisplicht voor klanten. Daarom worden de bepalingen die op deze onderdelen betrekking hebben, geschrapt uit het genoemde wetsvoorstel. Dit schrappen noopt tot de aanpassing van enkele artikelen. Voorts worden enkele verbeteringen voorgesteld.
Vrijwel alle bepalingen van bovengenoemd wetsvoorstel die direct betrekking hebben op prostituees, op de registratie van prostituees en op klanten, komen te vervallen. Het betreft de artikelen 3, 4, 5, 6, 7, 8, 29, 37 en 39 (zie artikel I, de onderdelen C, H en K). Ook de wijziging in artikel 1 in artikel I, onderdeel A en de wijziging in artikel I, onderdeel I, hangen hiermee samen.
Met de wijziging in artikel I, onderdeel B, wordt artikel 2 van het te wijzigen wetsvoorstel zodanig aangepast dat ook na de verwerking van dit voorstel in het oorspronkelijke voorstel de minimumleeftijd om werkzaam te zijn als prostituee, op 21 jaar komt te liggen. Uitgangspunt is dat de prostituee die te jong is, met haar werk moet stoppen. In het oorspronkelijke voorstel was een lichte sanctie gekoppeld aan het werkzaam zijn als prostituee zonder geregistreerd te zijn (artikel 30). Dit wordt nu, door de gewijzigde inhoud van artikel 2, gekoppeld aan het werken als prostituee onder de leeftijd van 21 jaar. Om de leeftijdsnorm te effectueren, is artikel 29 zodanig aangepast dat iemand die seksuele handelingen verricht met een prostituee jonger dan 21 jaar, kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste twaalf maanden of een geldboete van de derde categorie. Een boete van de derde categorie bedraagt sinds 1 januari 2014 € 20.250. De strafbedreiging is zwaarder dan in het oorspronkelijke wetsvoorstel, maar in die context ging het om een overtreding van de vergewisplicht, wat van een andere orde is dan het verrichten van seksuele handelingen met een prostituee onder de vereiste minimumleeftijd. Het risico op overtreding van deze norm ligt geheel en al bij de klant. Om bij de inwerkingtreding van de wet geen abrupte inkomenseffecten te veroorzaken voor werkzame prostituees onder de 21 jaar, wordt de inwerkingtreding van artikel 2 gesteld op een jaar na inwerkingtreding van de wet.
Kamerstukken
- TK 2013/14, 33 885, nr. 1
- TK 2013/14, 33 885, nr. 2
- TK 2013/14, 33 885, nr. 3
- TK 2013/14, 33 885, nr. 4
- TK 2013/14, 33 885, nr. 5
- TK 2014/15, 33 885, nr. 6
- TK 2014/15, 33 885, nr. 7
- TK 2014/15, 33 885, nr. 8
- TK 2014/15, 33 885, nr. 11
- TK 2015/16, 33 885, nr. 29
- EK 2015/16, 33 885, nr. A
- EK 2016/17, 33 885, nr. B
- EK 2016/17, 33 885, nr. C